Plan: | Outdoorcentrum |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0501.OUTDOORCENTRUM-0110 |
Beleid en normstelling
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 4.7.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 4.7.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
Stof | toetsing van | grenswaarde | geldig |
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 60 ìg / m³ | 2010 tot en met 2014 |
jaargemiddelde concentratie | 40 ìg / m³ | vanaf 2015 | |
fijn stof (PM10)1) | jaargemiddelde concentratie | 48 ìg / m³ | tot en met 10 juni 2011 |
jaargemiddelde concentratie | 40 ìg / m³ | vanaf 11 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 75 ìg / m³ | tot en met 10 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 ìg / m³ | vanaf 11 juni 2011 |
1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen, uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens, tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.
In het Besluit NIBM en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10.
Onderzoek
Het bestemmingsplan maakt de realisatie van een outdoorcentrum mogelijk. Deze ontwikkeling heeft een verkeersaantrekkende werking. In de verkeersparagraaf is bepaald dat het aantal verkeersbewegingen met 430 motorvoertuigen per etmaal (weekdaggemiddelde) toeneemt (zie paragraaf 4.5). Met behulp van de NIBM-tool (http://www.infomil.nl) is berekend dat de concentratie stikstofdioxide (NO2) als gevolg van dit plan met 0,62 µg/m3 en de concentratie fijn stof (PM10) met 0,17 µg/m3 toeneemt. Beide toenamen zijn minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde. Het plan draagt dus niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit, toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit kan derhalve achterwege blijven.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt wel inzicht geboden in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Dit is gedaan langs de Groene Kruisweg (N218), een maatgevende weg die in de buurt van het plangebied loopt. Uit de Saneringstool 3.1 (www.saneringstool.nl) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort, blijkt dat langs deze weg in 2011 de jaargemiddelde concentratie NO2 24,2 µg/m3 bedraagt. In datzelfde jaar bedraagt de jaargemiddelde concentratie PM10 hier 24,1 µg/m3. Beide concentraties liggen ruimschoots onder de grenswaarden uit de Wlk liggen. Omdat direct langs de weg aan deze grenswaarde wordt voldaan, zal dit ter plaatse van het plangebied ook het geval zijn. De concentraties luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate een locatie verder van de weg af ligt.
Conclusie
Uit het bovenstaande blijkt dat ruimschoots voldaan wordt aan de grenswaarden die zijn gesteld in de Wlk. Ter plaatse van het plangebied is daarom sprake van een goed leefklimaat. De Wlk staat de uitvoering van het plan niet in de weg.