Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: De Nieuwe Wetering
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0491.BP1031NW001-VG01

4.9 Water

In het kader van het verkrijgen van een duurzaam watersysteem hebben Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen in 2001 de Startovereenkomst waterbeleid 21e eeuw (WB’21) ondertekend. Onderdeel van het nieuwe waterbeleid is de “watertoets”: de check van ruimtelijke plannen aan de gevolgen voor het watersysteem.
Ruimtelijke plannen dienen een waterparagraaf te bevatten. Initiatiefnemers van ruimtelijke plannen moeten in een vroegtijdig stadium van het planvormingsproces de waterbeheerder(s) betrekken. De initiatiefnemer vraagt de waterbeheerder(s) om een wateradvies in de vorm van een watertoets. In de waterparagraaf worden de watertoets en de uitkomsten van het overleg opgenomen. Op basis van de watertoets zal de waterbeheerder een Watervergunning (Wet verontreiniging oppervlaktewater) verlenen.
 
4.9.1 Beleid hoogheemraadschap schieland en de krimpenerwaard
Het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard heeft als taak om het afvalwater en oppervlaktewater in haar beheersgebied schoon en op peil te houden. Dit is een veelomvattende taak die veel diverse activiteiten inhoudt. Eén van de taken, de zorg voor schoon water, houdt onder andere in dat het afvalwater van huishoudens en bedrijven gezuiverd wordt. Andere activiteiten zijn het baggeren van watergangen en het zodanig inrichten van watergangen dat dit ten goede komt aan de waterkwaliteit. Dat doet men door het aanleggen van natuurvriendelijke oevers, ecologisch maaibeheer of visstandbeheer. Een andere belangrijke taak van Schieland en de Krimpenerwaard is het toezien op de naleving van de regels. Met het oog op de waterkwaliteit is dan vooral de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo) van belang. Schieland en de Krimpenerwaard zorgt mede aan de hand van deze wet voor de handhaving.
 
Zoals bij de inleiding aangegeven is het hoogheemraadschap binnen de ruimtelijke ordening een belangrijke adviserende partij. Het hoogheemraadschap adviseert mee over de consequenties van ruimtelijke plannen op het watersysteem. In het kader van deze adviserende rol heeft het hoogheemraadschap drie beleidsdocumenten opgesteld: De waterkansenkaart, Nota waterkwantiteitbeheer en een toelichting op de watertoets.
 
Waterkansenkaart
De waterkansenkaart geeft aan hoe het hoogheemraadschap beleidsmatig aankijkt tegen het gebied. Zij beschrijft hierbij in hoeverre de beoogde functies rekening moeten houden met een hogere waterstand. Dit houdt in dat het hoogheemraadschap per gebied aangeeft of ‘natte functie’ voor haar al dan niet prioriteit heeft. Dit is in vier categorieën onderverdeeld. Per categorie worden voorwaarden gesteld. De voorwaarden hebben betrekking op de mogelijkheden die voor functies bestaan om te kunnen omgaan met natte omstandigheden.
 
 

I. Prioriteit “natte functie”.
II. Voorkeur “natte functie”
III. Vooralsnog geen voorkeur op lange termijn voorkeur voor “natte functie”
IV. Vooralsnog geen voorkeur voor een “natte functie”
 
Het bestemmingsplan ligt nabij de zwarte pijl en valt daarmee in gebied IV. Voor dit gebied is vooralsnog geen voorkeur voor ‘natte functies’. De waterkansenkaart levert dan ook geen aanvullende randvoorwaarden op voor het bestemmingsplan.
4.9.2 Provinciale milieuverordening zuid-holland (pmv)
Op grond van de Wet milieubeheer is de provincie verantwoordelijk voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de drinkwaterwinning. Om die reden zijn in de Provinciale milieuverordening Zuid-Holland (PMV) gebieden aangewezen, waarin de kwaliteit van het grondwater extra wordt beschermd. Deze gebieden worden milieubeschermingsgebieden voor grondwater genoemd.
De milieubeschermingsgebieden voor grondwater zijn op te delen in 3 zones:
  • Waterwingebied: percelen waarop het puttenveld zich bevindt: hier mag vrijwel niets, behalve water winnen;
  • Grondwaterbeschermingsgebieden: hier mag bijna alles, maar wel met extra voorzorgsregelen (vloeistof dichte vloeren ect).
  • Boringsvrije zone: hier mag alles behalve grondwerkzaamheden die dieper gaan dan 2,5 meter. Hiervoor is een afwijking door middel van een omgevingsvergunning nodig.
  

Kaart Milieubeschermingsgebieden voor grondwater
 
Onderhavig plangebied is gelegen in een boringsvrije zone. Dit is de ruime zone rond de grondwaterwinning. Om het toekomstig grondwater te beschermen tegen vervuilingen of verstoringen is het verboden om binnen deze zone zonder vergunning/toestemming putten te slaan, gaten te maken of de bodem te roeren dieper dan 2,5 meter. Het heien van palen zonder verzwaarde voet is toegestaan.
In het plan is de mogelijkheid voor verdiept parkeren opgenomen. In paragraaf 4.9.3 is aangegeven wat de effecten hiervoor zijn op het grondwater.
Voor de boringsvrije zone geldt dat met name bodembedreigende activiteiten absoluut verboden zijn. De regeling voor de Milieubeschermingsgebieden voor grondwater is afdoende geregeld in de Provinciale Milieuverordening Zuid-Holland.
4.9.3 Stedelijk waterplan k5 gemeenten
Het waterplan K5 is een gebiedsgericht en integraal plan voor de 12 kernen in de Krimpenerwaard en omgeving. Het plan is opgesteld in samenwerking met gemeenten en waterschappen. Het waterplan bestaat uit een strategische visie die binnen de gemeenten water op de agenda zet en doorwerkt in andere beleidskaders, zoals ruimtelijke plannen, inrichtingsplannen, gemeentelijke rioleringsplan (GRP), groenbeheer, recreatiebeleid etc.Hoewel het stedelijk waterplan geen wettelijke status heeft, moet het plan gezien worden als een paraplu waaronder de verschillende waterthema’s bij elkaar komen.
 
In het waterplan is een aantal doelstellingen geformuleerd. Voor het bestemmingsplan De Nieuwe Wetering zijn vooral de onderstaande doelstellingen van belang:
 
Ruimte voor water bij ruimtelijke ingrepen
Om ervoor te zorgen dat er in de toekomst geen wateroverlast ontstaat, ook niet bij hevige en langdurige regenval, wordt er bij veranderingen in de bebouwde omgeving voldoende ruimte vrijgemaakt om het regenwater vast te houden en te bergen. Ook wordt gezorgd dat het water voldoende snel afgevoerd kan worden.
 
Waterproblemen niet afwentelen
Waterproblemen die op een locatie voorkomen, worden zo veel mogelijk binnen die locatie zelf opgelost (plangebied, peilgebied, bemalingsgebied). De ruimtelijke ingrepen mogen niet leiden tot problemen in het onderliggende watersysteem. Problemen worden dus niet afgewenteld op aangrenzende gebieden of doorgeschoven naar ‘later’ (volgende generaties). Het uitgangspunt is een robuust watersysteem.
 
In de nota worden deze algemene doelstellingen concreet gemaakt om te bepalen in hoeverre watercompensatie bij ruimtelijke ontwikkeling noodzakelijk is en op welke wijze de compensatie uitgevoerd kan worden.
 
Omgaan met de wateropgave
Regionale en lokale wateroverlast moet worden voorkomen. Conform WB21 en NBW is de trits vasthouden-bergen-afvoeren van toepassing. Bij planontwikkeling en/of functiewijziging wordt het ‘standstill beginsel’ gehanteerd (niet verslechteren van het huidige functioneren van het watersysteem, zowel kwalitatief als kwantitatief). Daarnaast geldt het principe ‘niet afwentelen’ (eigen broek ophouden); dus het ‘standstill beginsel’ geldt ook voor de omgeving van het plangebied.
 
Standstill beginsel
Het ‘standstill beginsel’ voor de wateropgave houdt in dat voorkomen moet worden dat regenwater vanaf verharde oppervlakken versneld wordt afgevoerd. Het voorkomen van versnelde afvoer kan plaats vinden door het nemen van mitigerende maatregelen (zoals halfdoorlatende verharding parkeerplaatsen, grasdaken) en compenserende maatregelen zoals infiltreren. Indien water wordt afgevoerd naar oppervlaktewater, kan de afvoerpiek ook geborgen worden door middel van peilstijging (kubieke meters). Indien dit niet is toegestaan, dient aanvullende waterberging te worden gegraven(vierkante meters).
 
Concreet komt dit voor de wateropgave bij planontwikkeling (zowel nieuwbouwlocaties als herstructurering) neer op het volgende:
  • Het huidige aanwezige oppervlaktewater en bergend vermogen mogen niet afnemen: wat wordt gedempt, moet worden gecompenseerd via teruggraven;
  • Door functiewijziging neemt de verharding toe. Deze verhardingstoename moet vanwege de waterkwantiteitsnormen (NBW) worden gecompenseerd door het aanvullend graven van oppervlaktewater.
 
Voor het graven van aanvullend water ter compensatie van de toegenomen verharding wordt onderscheid gemaakt tussen postzegelplannen, plannen van geringe omvang en grote plannen. Voor alle drie de principes geldt dat een en ander in nauw overleg met de waterbeheerder (via de Watertoetsprocedure) tot stand dient te komen, omdat zich per locatie verschillende situaties kunnen voordoen.
 
In overleg met het Hoogheemraadschap en de gemeente Bergambacht is de noodzakelijke watercompensatie bepaald. Ook is de compensatie locatie bepaald. Een formele aanvraag tot aanleg van de watercompensatie moet nog gebeuren.
  
De uitgangspunten voor de locatie ‘De Nieuwe Wetering zijn:
  • 70% van het uitgeefbaar terrein, de bestemmingen bedrijf en kantoor, wordt aangemerkt als verhard oppervlak.
  • 25% van de verharding van de wegen wordt gecompenseerd.
  • 25% van al het verhard oppervlak dient gecompenseerd te worden in open water.
  • van het oppervlak van de wegen behoeven de geplande groenstroken niet meegerekend worden.
 
De berekening:
  • Het oppervlak uitgeefbaar terrein is: 80.776 x 70% = 56.543m² x 25% = 14.136 m² open water
  • Het oppervlak weg excl. groenstroken is: 7.540 x 25% =1.885 m² open water
  • Het oppervlak ontsluitingsweg op de N210 is:4.800 x 25% =1.200 m2 open water
Totaal te compenseren open wateroppervlak is 17.221 m² 
De verplichte watercompensatie zal uitgevoerd moeten worden binnen hetzelfde peilgebied als het bestemmingsplan. Uitgangspunt is dat voorafgaand aan de uitvoering van het bedrijventerrein de locatie en de wijze van uitvoering van de watercompensatie definitief en aangevraagd is.
 
Vuilwater
Het vuilwater zal aangesloten worden op een aan te leggen riolering die verbonden zal worden met het bestaande systeem. Het bestemmingsplan anticipeert hierop door binnen de bestemming bedrijf bouwwerken t.b.v. nuts en watervoorzieningen mogelijk te maken. Het definitieve rioleringsplan voor o.a. vuilwater zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan het hoogheemraadschap.
 
Hemelwater
De afvoer van het hemelwater zal zoveel als mogelijk geloosd worden op open water van de nabijgelegen sloten. Het definitieve rioleringsplan voor o.a. hemelwater zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan het hoogheemraadschap.
 
Grondwater
Door de Grontmij is een notitie opgesteld inzake de geohydrologische situatie (nr. 99051425 / 9 december 2009). Uit dit onderzoek is gebleken dat het bouwen van ondergrondse parkeervoorzieningen in het plangebied niet zullen leiden tot verstoringen van de grondwaterstand of grondwaterstromen. Aanbevolen wordt in het verdere ontwerp rekening te houden met hoge grondwaterstanden en het mogelijk opdrijven van de constructie.
 
Conclusie
De waterparagraaf is in overleg met het Hoogheemraadschap opgesteld. De noodzakelijke compensatie is bepaald op 1,7 ha. Tussen de grondeigenaren en de gemeente is afgesproken dat voorafgaand aan het bouwrijp maken van de gronden er watercompensatie zal worden gerealiseerd. Inmiddels is de locatie van de watercompensatie bekend. De locatie is besproken met het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard. Het betreft vier percelen gelegen aan de Provinciale Weg N210 met de kadastrale nummers C 1236, 4874, 4797 en 4798 gelegen in hetzelfde peilgebied als het aan te leggen bedrijventerrein De Nieuwe Wetering. De bestemming water past binnen het vigerende bestemmingsplan op deze locatie en er is een landschapsinrichtingsvoorstel gemaakt. Tenslotte wordt gesteld in het rapport dat het plangebied is gelegen in een zogenaamde boringsvrije zone ten behoeve van een waterwingebied. In de regels zijn hiervoor beperkingen opgenomen t.a.v. het gebruik van de gronden.