Sinds 2001 werken vijf gemeenten in de Krimpenerwaard (Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist) nauw samen met de bedoeling onder andere efficiënter en effectiever te werken en de dienstverlening aan de inwoners te verbeteren. De gemeenten zijn zelfstandige organisaties gebleven.
Economische visie ‘Kern van Balans’ K5 gemeenten
Door de gemeenten is een gezamenlijke economische visie opgesteld. In de visie is allereerst een analyse uitgevoerd om de problemen in beeld te brengen. Het kernpunt van de problematiek in de K5 – gemeenten is: de onbalans tussen de beroepsbevolking in het gebied en het aantal banen.
Het aantal in het gebied aanwezige arbeidsplaatsen is banen/beroepsbevolking = 0,59. Het zal waarschijnlijk nooit zo zijn, dat alle inwoners van het gebied ook in het gebied zelf een baan hebben. Er zal altijd wel sprake blijven van een zekere uitgaande en tegelijkertijd ook van een zekere inkomende pendel. Maar hetverminderen van de onbalans zal ook deuitgaande pendelstromen beperken. Om de beoogde balans volledig te bereiken zouden er ongeveer 10.000 nieuwe banen bij moeten komen. Dit is echter een onhaalbare ambitie voor de planperiode van de economische visie. De meest positieve scenario’s geven een totale mogelijke toename van het aantal arbeidsjaren aan met ca. 2000 arbeidsjaren c.q. 2500 banen in 20 jaar ofwel gemiddeld 125 per jaar. Door extra inspanningen en een aanvulling op de productiestructuur is naar verwachting een hoger aantal te bereiken. Tegen deze achtergrond lijkt het haalbaar en verantwoord om vooralsnog te streven naar een verdubbeling van dit gemiddeld naar ca. 250 per jaar.
De visie heeft een aantal hoofddoelstellingen geformuleerd:
- er wordt naar gestreefdhet aantal banen in het gebied ten opzichte van het aantal inwoners, dat wil deelnemen in het arbeidsproces te vergroten.;
- de komende tijd zal het versterken van de werkfunctie daarom prioriteit hebben;
- er zal naar worden gestreefd om de komende 10 jaar tenminste ca. 2500 banen in het gebied toe te voegen;
- daarnaast zal worden getracht de bestaande banen zoveel mogelijk te behouden.
Algemene randvoorwaarden bij dit beleid zijn:
- het behoud van de karakteristiek van het gebied en het natuurlijk milieu;
- een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
De visie is vervolgens in een aantal pijlers uitgewerkt om per beleidsveld heldere subdoelstellingen te kunnen formuleren. De pijlers zijn Productiestructuur, Productiemilieu en Arbeidsmarkt. De subdoelstellingen zijn:
- de productiestructuur in het gebied moet worden aangevuld met nieuwe voor het gebied kansrijke sectoren i.c. de zakelijke en financiële dienstverlening;
- Ook desector recreatie en toerisme lijkt mogelijkheden voor nieuwe banen te kunnen bieden, zij het in beperkte mate;
- Daarnaast moet het beleid gericht worden op het behoud van de bestaande bedrijven voor zover ze passen in de schaal van het gebied.
- de kwaliteit van de infrastructuur op het gebied van verkeer en telecommunicatie en die van de bestaande en de nieuw aan te leggen bedrijventerreinen naar een hoog niveau te brengen;
- er zal planologische en fysieke ruimte moeten worden gecreëerd voor de nieuw aan te trekken (kleinschalige) dienstverlenende bedrijven;
- er zal eveneens gestreefd moeten worden naar een intensieve samenwerking van de K5 gemeenten in beleid en uitvoering op het gebied van ruimtelijk - economisch en sociaal – economisch beleid.
- In het verlengde van de algemene doelstelling om meer banen te creëren gericht op de regionale beroepsbevolking is het doel tegelijkertijd om daarbij extra aandacht te richten op banen voor hoger opgeleiden en jongeren.
De huidige situatie van het bedrijventerrein De Nieuwe Wetering is in het rapport bondig in beeld gebracht:Het betreft een
gemengd terrein van ca 22 ha met een redelijke ruimtelijke kwaliteit. Er is geen groen op het terrein en het oudere gedeelte komt op korte termijn in aanmerking voor herstructurering.
Het rapport omvat vervolgens een aantal relevante beleidsuitspraken. Ten eerste is de uitspraak over behoefte aan arbeidsplaatsen in de zakelijke en financiële dienstverlening van belang. Door het creëren van arbeidsplaatsen in deze sectoren wordt de onbalans in werkaanbod in de regio verkleind. Om te voorzien in deze behoefte is voor een deel van het bedrijventerrein de kantoorbestemming opgenomen. Deze bestemming voldoet beter aan de vraag om zakelijke en financiële arbeidsplaatsen te creëren.
Ten tweede is de beleidsuitspraak over behoud van bestaande bedrijven belangrijk. In de korte verkenning van het bestaande bedrijventerrein wordt aangegeven dat herstructurering van een deel van het terrein over 10 jaar noodzakelijk is. Door het realiseren van een uitbreiding wordt de mogelijkheid gecreëerd voor doorstroming en herhuisvesting van bedrijven. De uitbreiding van het bedrijventerrein draagt bij aan de haalbaarheid van toekomstige herstructurering.
De derde beleidsuitspraak betreft het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. Om de ruimtelijke kwaliteit zo goed mogelijk in het ontwikkelingstraject van de uitbreiding te incorporeren is voor de locatie een beeldkwaliteitplan opgesteld. Dit beeldkwaliteitplan geeft duidelijke uitspraken over de inrichting van het gebied waaronder bouwhoogten, verkeerstructuur, groenstructuur en welstandseisen. Voor zover het ruimtelijk relevante eisen omvat zijn deze opgenomen in dit bestemmingsplan.
Tenslotte wordt in het rapport uitgesproken dat de kwaliteit van de infrastructuur naar een hoog niveau gebracht moet worden. Voor de uitbreiding van het bedrijventerrein is daarom onderzocht of en gebleken dat een tweede aansluiting op de N210 mogelijk is. Hierdoor is het bedrijventerrein via meerdere zijden te bereiken en wordt het verkeer door Bergambacht beperkt. De exacte ligging van deze weg is inmiddels bekend. In onderhavig bestemmingsplan wordt deze extra ontsluiting planologisch mogelijk gemaakt.
De regionale woonvisie bevat geen specifieke beleidsuitspraken die van toepassing zijn op het plangebied. Dit bestemmingsplan is tevens niet strijdigheid met het regionale woonbeleid.
In de economische visie wordt geconstateerd dat er een onbalans bestaat in het werkaanbod. Er ontbreken arbeidsplaatsen in de dienstverlenende en financiële sector. Om deze onbalans te verkleinen wordt voorgesteld om deze functie binnen de uitbreiding van het bedrijventerrein te faciliteren. Voorts wordt aangegeven dat bedrijventerreinen van een goede infrastructuur moeten worden voorzien. Hieraan wordt voldaan doordat er een tweede aansluiting van het bedrijventerrein op de N210 komt. Als laatste wordt aangegeven dat het bedrijventerrein kwalitatief hoogwaardig ingericht moet worden. Hiervoor is een beeldkwaliteitplan opgesteld op basis waarvan het bestemmingsplan wordt opgesteld. Het bestemmingsplan is daarmee in overeenstemming met het regionale beleid.