Plan: | Den Ham 23 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0484.WciBKdenham23-VA01 |
het Wijzigingsplan Den Ham 23
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0484.WciBKdenham-OW01 met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning wordt gebruikt met een maximum van 60 m2.
agrarische activiteiten, voornamelijk bij wijze van liefhebberij, niet zijnde bedrijfsmatig.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
een grondgebonden veehouderijbedrijf: een bedrijf dat gericht is op het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond, waaronder tevens een paardenfokkerij wordt verstaan;
een sierteeltbedrijf: een volwaardig sierteeltbedrijf dat gericht is op de teelt van tuin- en potplanten en/of bomen, al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in deze gewassen.
een bedrijf, gericht op het verlenen van diensten en/of leveren van dieren of goederen aan agrarische bedrijven of dan wel op het verwerken, het opslaan en/of verhandelen van dieren of producten die afkomstig zijn van agrarische bedrijven.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake land- en tuinbouw.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake archeologie.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
voorzieningen gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als ondergeschikte toeristische recreatieve activiteit aan maximaal 8 personen; onder bed & breakfastvoorzieningen wordt niet verstaan een overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en of arbeid.
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handeling.
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon exploiteren en beheren van een verblijfsrecreatief complex, gericht op het als onderneming jaarlijks aanbieden van recreatief verblijf aan meerdere, steeds wisselende personen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
bij een bedrijf in eigendom zijnde bouw- en teeltgronden die binnen het plangebied gelegen zijn.
Besluit externe veiligheid inrichtingen zoals gepubliceerd in Stb. 2004, 250.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
elk bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake natuur- en landschap en/of cultuurhistorie.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een agrarisch bedrijf dat voldoet aan de geldende milieueisen en ook op lange termijn aan deze eisen kan blijven voldoen en waarvan redelijkerwijs is aan te nemen dat dit gedurende de planperiode een omvang zal hebben van:
hetzij ten minste één volledige arbeidskracht met een daarbij passende bedrijfsomvang;
hetzij ten minste een halve tot een volledige arbeidskracht indien sprake is van een reëel perspectief op continuïteit op langere termijn en waarbij het hoofdinkomen afkomstig is van het agrarisch bedrijf.
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
bedrijven, zoals bedoeld in lid 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
objecten categorie I:
aaneengesloten woonbebouwing, zijnde drie of meer woningen, die telkens op minder dan 5 m afstand van elkaar zijn gelegen;
gevoelige objecten, zijnde gebouwen of delen van gebouwen, bestemd voor het verblijf van personen of objecten, gebouwen of terreinen bestemd voor verblijfs- of dagrecreatie, niet zijnde een kleinschalig kampeerterrein met ten hoogste 15 kampeermiddelen;
objecten categorie II:
overige woningen van derden;
restaurants.
objecten categorie I:
bebouwde kom met stedelijk karakter;
ziekenhuis, sanatorium, en internaat;
objecten voor verblijfsrecreatie;
objecten categorie II:
bebouwde kom of aaneengesloten woonbebouwing van beperkte omgeving in een overigens agrarische omgeving;
objecten voor dagrecreatie;
objecten categorie III:
verspreid liggende niet-agrarische bebouwing die aan het betreffende buitengebied een overwegende woon- of recreatiefunctie verleent;
objecten categorie IV:
woning behorend bij een agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij waar 50 of meer mestvarkeneenheden op grond van een vergunning aanwezig mogen zijn;
objecten categorie V:
woning, behorend bij een veehouderij waar 50 of meer mestvarkeneenheden op grond van een vergunning aanwezig mogen zijn.
de grens van de zone, zoals bedoeld in artikel 40 en artikel 41, leden 1 en 2, van de Wet geluidhinder.
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op de in- en verkoop, marketing en logistiek van sierteeltproducten.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
1.47 hoveniersbedrijf
een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend.
een agrarisch gebouw dat aan zijn oorspronkelijke functie onttrokken is of een nieuw gebouw op een voormalig agrarisch bouwvlak dat geschikt is gemaakt voor recreatief nachtverblijf van groepen.
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 2 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen, niet zijnde schaduwhallen.
een voorziening waarop ter wille van kinderen dieren worden gehouden.
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
theeschenkerij of proeverij van streekeigen producten dan wel producten afkomstig van het eigen bedrijf, géén café, restaurant of ander horecabedrijf zijnde.
objecten zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 onder b en l van het Besluit externe veiligheid inrichting.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
hulp die aanvullend, niet beroepshalve, aan bejaarden, zieken en andere hulpbehoevenden verleend wordt.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
niet-agrarische functies die minder dan de helft van het inkomen van het betreffende bedrijf genereren.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij.
een bedrijf dat uitsluitend is gericht op het houden, stallen of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden.
een pensionstalling is een bedrijf dat is gericht op het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en pony's in pension te stallen en te weiden.
het houden van paarden en/of pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en/of pony's in pension te stallen en te weiden.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt.
voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
een bedrijfswoning, voorheen behorend tot een landbouwinrichting, die op grond van het bestemmingsplan, door een derde bewoond mag worden, welke met betrekking tot die inrichting voor de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop berustende bepalingen beschouwd wordt als onderdeel van die inrichting.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.
het exploiteren van recreatieve verblijven/appartementen binnen de bestaande bedrijfsgebouwen.
een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
inrichtingen als bedoeld in lid 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
gewassen, zoals gras, maïs, voederbieten, luzerne, die in de volle grond worden geteeld en waarvan de opbrengst is bestemd als voer voor landbouwhuisdieren.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' die van deze regels onderdeel uitmaakt.
bouwwerken en voorzieningen met een bouwhoogte tot ten hoogste 4 m (niet zijnde teeltondersteunende kassen of boomteelthekken), die ten behoeve van het verbeteren van de productie- en arbeidsomstandigheden en het matigen van weersinvloeden worden geplaatst ter ondersteuning van de vollegrondsgroenteteelt, boomteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierteelt en/of bloembollenteelt en maximaal 6 maanden op dezelfde locatie gebruikt mogen worden, waaronder begrepen folies, insectengaas, acryldoek, vraatnetten, hagelnetten, wandelkappen en schaduwhallen.
een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen voor:
tuinbewerking;
de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond;
het binnen en buitenleven waarbij in gespeeld wordt op woontrends in relatie tot de tuin.
recreatieverblijf in de vorm van een eenvoudig gebouw, dat dient als recreatief verblijf gedurende een gedeelte van het jaar en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf/in de regio zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf/in de regio zijn verwerkt of bewerkt.
gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf.
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats, zoals bedoeld in artikel 1 onder h van de Woningwet, en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg op pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
vanaf het waterpeil tot aan het hoogste punt van het woonschip, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antenne-installaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de buitenzijde van de zijwanden, neerwaarts geprojecteerd op het niveau van het waterpeil.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN2580.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Tabel 3.1 Toegestane nevenfuncties
nevenfunctie | max. aantal m² | |
gronden in gebruik | bebouwing in gebruik | |
agrarisch handels- en exportbedrijf (transport- en opslagbedrijven, koelhuizen, veehandelsbedrijf, foeragehandel, paardenhandel) | 200 | 300 |
inpandige opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag ten behoeve van de eigen bedrijfsvoering) | - | 500 |
hoveniersbedrijf behorende tot de categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | - | 500 |
verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten | - | 250 |
rondleidingen op het agrarische bedrijf (voorzieningen hiertoe als ontvangstruimte) | gehele bedrijf | 100 |
inpandige statische volumineuze opslag en stalling van niet-agrarische producten/ werktuigen/voertuigen in bestaande gebouwen behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, geen detailhandel | - | 500 |
aan-huis-gebonden beroepen | - 60 |
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
verder geldt het volgende:
max. inhoud |
max. oppervlak |
max. goothoogte |
max. bouwhoogte |
|
bedrijfswoning (incl. aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen) | 750 m³ | 6 m | ||
aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen | 3 m | |||
vrijstaande bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen | 50 m² | 3 m | ||
kassen en teeltondersteunende voorzieningen | 3.000 m² | 5 m | 8 m | |
schaduwhallen/schermhallen | 4 m | |||
bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'grondgebonden veehouderij' | gehele bouwvlak | 6 m | 10 m | |
overige bedrijfsgebouwen | 10% van het netto aaneengesloten bebouwde en onbebouwde bedrijfsoppervlak tot een maximum van 3.000 m2 | 6 m | 10 m | |
watersilo's | 5 m | |||
hooibergen en silo's (niet zijnde watersilo's) | 12 m | |||
erf- en terreinafscheidingen | 2 m | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde | 4 m | |||
vlaggenmasten | 6 m | |||
reclamezuilen | 3 m | |||
overkappingen | 3 m |
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:
nadere eisen stellen aan de plaats, de situering en het gebruik van assimilatieverlichting bij kassen.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het in artikel 3 lid 2 sub l opgenomen maximale oppervlak voor bedrijfsgebouwen van ten hoogste 3.000 m², met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in de tabel behorende bij artikel 3 lid 2 sub l , namelijk het maximale oppervlak voor bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 2 sub l voor wat betreft de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen (niet zijnde kassen) en andere bouwwerken geen gebouwen zijnde, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 2 sub l voor wat betreft de goothoogte van kassen met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 2 sub c en artikel 3 lid 2 sub i en artikel 3 lid 2 sub e voor wat betreft het bouwen van bedrijfsgebouwen dan wel kassen direct nabij een watergang met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 2 voor wat betreft het bouwen van schuilgelegenheden van dieren met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'plattelandswoning' mag de voormalige agrarische bedrijfswoning worden gebruikt voor bewoning door een huishouden zonder functionele binding met het desbetreffende agrarische bedrijf.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 1 sub g ten behoeve van het toestaan van één of meerdere nevenfuncties zoals opgenomen in tabel 3.2, met inachtneming van de tabel en het volgende:
Tabel 3.2 Nevenfuncties
nevenfuncties | max. aantal m2 | |
gronden in gebruik | bebouwing in gebruik | |
agrarisch loonbedrijf behorende tot ten hoogste categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | - | 500 |
huisdierenpension/hondenfokkerij | - | 200 |
kano-, boot- of fietsenverhuur | - | 100 |
kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie (theeschenkerij, wijnproeverij, speelboerderij) | 500 | 100 |
bed & breakfast | - | 100 |
agrarisch verwante sociale functie (resocialisatie, therapie, zorgboerderij) | gehele bedrijf | 200 |
kinderdagopvang | 100 | 200 |
museum/tentoonstellingsruimte | 500 | 200 |
overige niet-agrarische bedrijven (behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten) met uitzondering van horecabedrijven | - 200 |
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de categorieën nevenfuncties zoals genoemd in tabel 3.1 en 3.2, teneinde nevenfuncties toe te laten die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de ingevolge tabel 3.1 en 3.2 toelaatbare nevenfuncties, met inachtneming van de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3 lid 6.1
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de realisatie van een 1e bedrijfswoning, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het omzetten van een bedrijfswoning naar een burgerwoning, waarbij de bedrijfswoning op de huidige locatie gesloopt dient te worden en er op gronden met de bestemming 'Agrarisch' herbouw van een burgerwoning (nieuw bouwvlak met de bestemming Wonen) plaatsvindt, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de herbouw van een bedrijfswoning buiten de bestaande fundamenten, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van een vervolgfunctie zoals opgenomen in tabel 3.3, indien sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging van een ter plaatse gevestigd agrarisch bedrijf, met inachtneming van de tabel en het volgende:
Tabel 3.3 Vervolgfuncties ter plaatse van vrijkomende agrarische bedrijfscomplexen
vervolgfuncties |
wonen/hobbyboer |
agrarisch handels- en exportbedrijf |
agrarisch loon-/grond-/-hulptechnisch bedrijf behorende tot ten hoogste categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
inpandige opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing |
hoveniersbedrijf behorende tot ten hoogste categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
dierenpension/hondenfokkerij |
kinderopvang |
museum/tentoonstellingsruimte |
inpandige statische volumineuze opslag en stalling van niet-agrarische producten/werktuigen/voertuigen in bestaande bebouwing, behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
overige niet-agrarische bedrijven (behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten) met uitzondering van horecabedrijven
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het omzetten van een agrarische bedrijfswoning naar een burgerwoning, met inachtneming van het volgende:
de agrarische functie van de bedrijfswoning is niet langer noodzakelijk;
de bijbehorende sierteeltpercelen bij de bedrijfswoning voor een periode van minimaal 1 jaar tegen een marktconforme prijs publiek worden aangeboden, waarbij de verkoper gemeente vooraf in kennis stelt van de startdatum van de aanbieding;
alle bedrijfsbebouwing (incl. kassen), met uitzondering van 50 m2 aan bijgebouwen bij de woning, wordt gesaneerd;
de ligging van de woning staat toekomstige reconstructie, bestaande bedrijvigheid of andere ruimtelijke opgaven (onder andere waterberging en wegen) niet in de weg;
de bijgebouwen hebben na bestemmingswijziging geen groter vloeroppervlak dan 50 m²; bij uitzondering is een ontheffing van 75 m² toegestaan;
de nieuwe woning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden;
op de nieuwe woning is het bepaalde in artikel 15 van overeenkomstige toepassing.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen voor het in lid 3.2 sub k opgenomen maximale oppervlak voor kassen en teeltondersteunende voorzieningen van ten hoogste 3.000 m², met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten einde agrarisch gelieerde bedrijven toe te staan met inachtneming van het volgende:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden tussen kassen en gevoelige objecten:
soort objecten | aan te houden afstand | |
indien glastuinbouwbedrijf voor 1 mei 1996 is opgericht (met inbegrip van eventuele uitbreidingen) | indien bedrijf na 30 april 1996 is opgericht | |
categorie I: bijvoorbeeld aaneengesloten woonbebouwing, gevoelig object | 25 m | 50 m |
categorie II: bijvoorbeeld niet aaneengesloten woonbebouwing, restaurant | 10 m25 m |
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen geldt dat op grond van de daar voorkomende bestemmingen toelaatbaar geurgevoelig object, of de uitbreiding daarvan, slechts mag worden gebouwd indien de geurbelasting vanwege de rioolwaterzuivering van de geurgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarden.
Burgemeester en wethouders kunnen - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afgeweken is- met een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van de regels ten behoeve van het gebruik van het hoofdgebouw of uitbouwen en aanbouwen of aangebouwde bijgebouwen als tijdelijke woonruimte bij de woning ten behoeve van mantelzorg met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van de regels ten behoeve van het gebruik van bestaande opstallen ten behoeve van recreatief gebruik (bed en breakfast) met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het omzetten van een agrarische bedrijfswoning naar een plattelandswoning, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 15% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken van de bestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van het verbreden van de bestemming Verkeer, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de bouw van één of meer compensatiewoningen. Hierbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het Wijzigingsplan Den Ham 23' .