3 Algemene regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal
in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan
uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling
van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene bouwregels
6.1 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten
-
voor een
bouwwerk, dat krachtens een bouwvergunning op het tijdstip van
inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is,
dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming
is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds-
en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringbepalingen in de
bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
- bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
- bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;
- ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt;
- op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is artikel 11 lid 1 zoals opgenomen in dit plan niet van toepassing.
6.2 Rooilijn
-
de rooilijn mag niet met gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden overschreden, tenzij het betreft:
- tot gebouwen
behorende stoepen, stoeptreden, funderingen, balkons, erkers en
entreeportalen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt;
- andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt;
- terreinafscheidingen;
- aan- en
bijgebouwen bij hoofdgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m
achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd.
6.3 Oeververbindingen
Buiten
bouwvlakken mogen - zo nodig in afwijking van hoofdstuk 2 -
oeververbindingen uitsluitend worden gebouwd met een breedte van:
- ten behoeve van percelen met de bestemming Agrarisch - Sierteelt maximaal 4 m en ter plaatse van een landhoofd maximaal 8 m;
- ten behoeve van percelen met de bestemming Agrarisch - Sierteelt en voorzien van een agrarisch bouwvlak, maximaal 5 m en ter plaatse van een landhoofd maximaal 10 m;
- overige maximaal 3 m en ter plaatse van een landhoofd maximaal 6 m;
indien zulks plaatsvindt ten behoeve van:
- wegen op gronden met de bestemming Verkeer;
- een doelmatige agrarische bedrijfsvoering van duurzame volwaardige agrarische bedrijven;
- onderhoud/vervanging van reeds aanwezige oeververbindingen.
6.4 Afstand gevoelige objecten ten opzichte van kassen
Onverminderd
hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand
in acht genomen te worden tussen kassen en gevoelige objecten:
soort objecten |
aan te houden afstand |
|
|
indien kassen voor 1 mei 1996 zijn opgericht (met inbegrip van eventuele uitbreidingen |
indien kassen na 30 april 1996 zijn opgericht |
categorie I |
25 m |
50 m |
categorie II |
10 m |
25 m |
6.5 Afstanden van woningen tot wegen
- ingeval van
nieuwe woningen ingevolge planwijziging of ontheffing of herbouw van
een woning elders op een bouwvlak, mag de afstand van de woning
(inclusief aan- en uitbouwen) tot de as van de weg - ter beperking van
geluidshinder - in geen geval minder bedragen dan de in de tabel
aangegeven afstand;
wegvak |
afstand 48 dB-contour1) |
afstand 53 dB-contour1) |
afstand 58 dB-contour1) |
Voorweg |
47 m |
22 m |
10 m |
Loeteweg |
14 m |
6 m |
- * |
Roemer |
36 m |
16 m |
7 m |
1) Alle waarden met aftrek volgens artikel 110g Wgh.
* Afstand is te klein om te berekenen.
-
nieuwe
woningen ingevolge planwijziging of afwijking mogen op een
kleinere afstand worden gebouwd dan in artikel a en tabel 1 is
aangegeven, indien:
- uit geluidsberekeningen blijkt dat op die afstand aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder wordt voldaan;
- de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico vanwege wegen niet wordt overschreden;
-
burgemeester
en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in
artikel a en de tabel teneinde herbouw van woningen toe te staan op een
kleinere afstand, indien:
- uit geluidsberekeningen blijkt dat op die afstand aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder wordt voldaan;
- de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico vanwege wegen niet wordt overschreden.
6.6 Minimale afstanden landbouwbedrijven
Onverminderd
hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand
in acht genomen te worden tussen landbouwbedrijven en gevoelige
objecten:
|
inrichting waar landbouwhuisdieren worden gehouden |
inrichting waar geen landbouwhuisdieren worden gehouden |
minimumafstand tot objecten categorie I en II |
100 m |
50 m |
minimumafstand tot objecten categorie II, IV en V |
50 m |
25 m |
Artikel 7 Algemene afwijkingsregels
7.1 Afwijking ten behoeve van geringe afwijkingen
Burgemeester en
wethouders kunnen - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds kan worden
afgeweken - afwijken van de regels voor:
- afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
- overschrijding
van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van
belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel
voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand
van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m
bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Afwijking is niet mogelijk indien daardoor onevenredige afbreuk
wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven
gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
7.2 Afwijking ten behoeve van aantal woningen: herstel/behoud monumenten/objecten
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in hoofdstuk
2 ten behoeve van het onderbrengen van één extra woning
in monumenten, indien hierdoor daadwerkelijk wordt bijgedragen aan
herstel en/of behoud van deze panden.
7.3 Afwijking ten behoeve van het aantal woningen in voormalig karakteristiek agrarische bebouwing
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in hoofdstuk
2 ten behoeve van het onderbrengen van één extra woning
in voormalig agrarische bebouwing indien hierdoor daadwerkelijk wordt
bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden, met dien
verstande dat de extra woning in het hoofdgebouw wordt gerealiseerd.
7.4 Afwijking mantelzorg
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in hoofdstuk 2
ten behoeve van het gebruik van het bestaande hoofdgebouw of de
bestaande bijgebouwen als tijdelijke woonruimte bij de woning ten
behoeve van mantelzorg met dien verstande dat:
- het maximaal aantal woningen op het bouwvlak niet mag toenemen;
- de maximale
inhoudsmaat van de woning inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en
overkappingen niet meer dan 750 m³ mag bedragen;
- in afwijking op
het bepaalde in lid b geldt ter plaatse van de bestemming Agrarisch -
Grondgebonden Veehouderij en Wonen met de specifieke aanduiding-1 dat
de maximale inhoudsmaat van de woning inclusief aan- en uitbouwen,
bijgebouwen en overkappingen niet meer dan 650 m³ mag bedragen;
- het oppervlak van het bijgebouw dat wordt gebruikt als tijdelijke woonruimte niet meer dan 80 m² mag bedragen;
- de woning bij
gebruik door twee huishoudens een duidelijke uitstraling dient te
hebben van één woning met eventueel bijgebouwen;
- er geen extra inritten of bruggen mogen worden aangelegd;
- de woning maximaal één toegang mag hebben;
- de zorgbehoefte moet zijn aangetoond via een indicatiebesluit of een verklaring van de huisarts;
- bij beëindiging van de mantelzorg het gebruik van het bijgebouw als woonruimte wordt beëindigd.
7.5 Afwijking gastenverblijf
Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd af te wijken van de regels ten behoeve van
het gebruik van het bestaande hoofdgebouw of de bestaande bijgebouwen
als tijdelijke woonruimte bij de woning ten behoeve van een
gastenverblijf met dien verstande dat:
- het maximaal aantal woningen op het bouwvlak niet mag toenemen;
- de maximale
inhoudsmaat van de woning inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en
overkappingen niet meer dan 750 m³ mag bedragen;
- in afwijking op
het bepaalde in lid b geldt ter plaatse van de bestemming Agrarisch -
Grondgebonden Veehouderij en Wonen met de specifieke aanduiding-1 dat
de maximale inhoudsmaat van de woning inclusief aan- en uitbouwen,
bijgebouwen en overkappingen niet meer dan 650 m³ mag bedragen;
- het oppervlak van het bijgebouw dat wordt gebruikt als tijdelijke woonruimte niet meer dan 80 m² mag bedragen;
- er geen extra inritten of bruggen mogen worden aangelegd;
- de woning maximaal één toegang mag hebben;
- de gebruiker een reëel hoofdverblijf elders dient te hebben;
- de woning bij
gebruik door twee huishoudens een duidelijke uitstraling dient te
hebben van één woning met eventueel bijgebouwen.
7.6 Verlening afwijking
Afwijking zoals bedoeld in
artikel 7 lid 1 tot en met
artikel 7 lid 5 wordt
verleend, indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de
bestemming(en) van de betrokken en de aangrenzende gronden en de
waarden.
Artikel 8 Algemene wijzigingsregels
8.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en
wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten
behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van
belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of
bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de
werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter
ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10%
worden vergroot.
8.2 Wijzigingsbevoegdheid
- Burgemeester en
wethouders kunnen één of meer bestemmingsvlakken van de
bestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijk verwijderen,
indien:
- uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- het op grond van
nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat
het bestemmingplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van
archeologische waarden voorziet.
Artikel 9 Algemene procedureregels
Bij een afwijking
van het bestemmingsplan, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de
voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Artikel 10 Overige regels
De wettelijke
regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze
luiden op het moment van vaststelling van het plan.
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- Een bouwwerk dat
op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig
of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een
omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking
naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het
teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of
veranderd, mits de aanvraag om omgevingsvergunning wordt gedaan binnen
twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet gegaan.
- Eénmalig
kan omgevingsvergunning worden verleend voor afwijken van het eerste
lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in
het eerste lid met maximaal 10%.
- Lid a is
niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip
van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning
en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de
overgangsbepalingen van dat plan.
11.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- het gebruik van
grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding
van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- het is verboden
het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, zoals bedoeld in dit lid
onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan
strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard
en omvang wordt verkleind;
- indien het
gebruik, zoals bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van
het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het
verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- het in dit lid
onder a bepaalde is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in
strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder
begrepen de overgangsregeling van dat plan.
Artikel 12 Slotregel
Deze regels
worden aangehaald onder de naam 'Regels van het
wijzigingsplan Loeteweg 4b van de Gemeente Alphen aan den
Rijn .