Plan: | Maximabrug |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0484.B107maximabrug-0003 |
Op 2 juli 2010 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland de provinciale structuurvisie "Visie op Zuid-Holland, Ontwikkelen met schaarse ruimte" vastgesteld.
Aantrekkelijk woon- en leefklimaat
In de provinciale structuurvisie is weergegeven dat er in 2040 een aantrekkelijk woon- en leefklimaat in Zuid-Holland bestaat. Stedelijke centra, waaronder Alphen aan den Rijn, hebben hun eigen aantrekkelijk aanbod van woonmilieus. Er bestaat een gedifferentieerd aanbod van voorzieningen waar nuttige en recreatieve tijdsbesteding kan worden gecombineerd. Uitgangspunt is een balans tussen hectiek en rust. De parken, kleine groengebieden in combinatie met andere voorzieningen en de nabijheid van de omliggende groenstructuur zorgen hiervoor.
Versterken stedelijk netwerk-bebouwingscontouren
De provincie kiest ervoor om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren. Hiermee worden investeringen in de gebouwde omgeving gebundeld, waardoor de kwaliteit van het gebouwde gebied behouden blijft en versterkt wordt.
Groene Hart
De provinciale structuurvisie gaat ook in op het Groene Hart. In het Groene Hart is behoud en ontwikkeling van de onderscheiden waardevolle landschappen gekoppeld aan verschillende opgaven. Deze worden per gebied genoemd. Per (deel)gebied worden de kwaliteiten toegelicht en wordt de samenhang met deze gebiedsopgaven uitgewerkt.
Versterking van de landschappelijke kwaliteit richt zich globaal op de vier kernkwaliteiten die benoemd zijn in de Voorloper Groene Hart: landschappelijke diversiteit, veenweidekarakter (inclusief de strokenverkaveling en lintbebouwing), openheid en rust & stilte. De kernkwaliteiten in de deelgebieden voor het Groene Hart hebben de gezamenlijke Groene Hartgemeenten en -provincies uitgewerkt in de Kwaliteitsatlas Groene Hart.
Het gebiedsprofiel staat tussen de Kwaliteitskaart van de Provinciale Structuurvisie en de beeldkwaliteitsplannen van lokale overheden in. Voor de provincie dient het gebiedsprofiel als handleiding om de kwaliteit van plannen/ontwikkelingen aan de voorkant van van planprocessen te beoordelen. Met het formuleren van kwaliteitscriteria wordt de eerste stap gezet naar het maken van mooie, functionele en duurzame plannen.
In het Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan (PVVP) van Zuid-Holland is beschreven hoe de provincie Zuid-Holland de komende jaren (tot 2020) het beleid op het terrein van verkeer en vervoer binnen de provincie vorm wil geven. In relatie tot het plangebied is vooral de Corridorstudie N207 van belang die zijn oorsprong vindt in het PVVP.
De "Corridorstudie N207" (december 2006) is uitgevoerd door de provincie Zuid-Holland samen met de betrokken (toenmalige) gemeenten in de corridor: Jacobswoude, Alphen aan den Rijn, Boskoop, Waddinxveen, Rijnwoude en Bodegraven. Ook Rijkswaterstaat is als wegbeheerder van onder meer de N11 betrokken. De "Corridorstudie N207" vindt zijn oorsprong in het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan (PVVP) en bouwt voort op het Gebiedsprofiel RijnGouwestreek (2004).
Doel van de "Corridorstudie N207" is het neerleggen van een gezamenlijke visie op de toekomstige verkeersstructuur in het gebied, waarmee duidelijkheid wordt verkregen over de effecten van mogelijk ingrepen.
In deze studie zijn de volgende conclusies getrokken over het studiegebied:
De "Beleidsnota provinciale vaarwegen en scheepvaart 2006" geeft een kader voor het beleid ten aanzien van de kruising van weg- en waterinfrastructuur. Dimensioneringseisen zijn aangegeven waaraan nieuwe bruggen moeten voldoen (of bij renovatie aan zullen moeten voldoen), bij een gegeven functie van de vaarweg en van de weg. Door middel van een gedoseerde verkeersbegeleiding wordt bevorderd dat vaarwegverkeer en wegverkeer elkaar met de minste hinder kunnen kruisen.
In de provincie Zuid-Holland ligt een groot aantal gebieden met cultuurhistorische waarden. Het is een provinciale ambitie om de volgende vier waarden te beschermen: TOP-gebieden, kroonjuwelen, archeologische waarden en molenbiotopen. In het plangebied zijn archeologische waarden te beschermen.