Plan: | Structuurvisie bedrijventerreinen - naar een nieuw gezicht voor Weesp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | gemeentelijke structuurvisie |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0457.SVBEDRIJVEN2010-vg01 |
Vandaag de dag vormen bedrijventerrein Noord en industriepark Van Houten de omvangrijkste en meest prominente werkconcentraties in de gemeente Weesp. Nijverheidslaan en Rijnkade zijn daaraan enigszins ondergeschikt en industriepark Van Houten is met Abbott in feite een geval apart.
Noord, Rijnkade en Nijverheidslaan kennen een vergelijkbare problematiek; deze bedrijventerreinen bieden ruimte aan min of meer dezelfde soort bedrijven en zien in de huidige schaalverkleining en intensivering van bedrijvigheid leegstand ontstaan en daarmee een negatieve spiraal van veroudering en verloedering. Voor alle drie van deze bedrijventerreinen geldt bovendien dat hun positionering in de regio is veranderd.
Nijverheidslaan lag van oudsher langs de belangrijke route tussen Weesp en Muiden en langs de Vecht als belangrijke regionale transportas. De Vecht vormt echter in de metropolitane noordvleugel van de Randstad al lang geen belangrijke transport-as meer en heeft tegenwoordig meer een belang voor de recreatievaart en als groene fiets- en wandelroute. Uitgangspunt is om de hoofdontsluiting van Weesp vanaf de A1 langs het Amsterdam Rijnkanaal te positioneren. Daarmee zal de Korte Muiderweg autoluw worden en komt de Nijverheidslaan feitelijk op het tweede plan te liggen.
Het bedrijventerrein is bovendien kleinschalig van opzet, versnipperd en wordt in de toekomst ingeklemd door woningbouw. In die opzet biedt het weinig mogelijkheden om effectief in te spelen op de veranderende eisen die ondernemers stellen aan hun bedrijfsomgeving. In het verlengde daarvan ligt een deel van het bedrijventerrein, ten oosten van de Nijverheidslaan, al enkele jaren braak. Een nieuwe identiteit en functie voor bedrijventerrein Nijverheidslaan liggen derhalve voor de hand.
Net als de Vecht lijkt ook de binnenhaven in relatie tot Smal Weesp vooral een interessante plek voor recreatievaart. De binnenhaven ligt wat dat betreft wel op een strategische plek, als schakel tussen IJmeer/Amsterdam en het Vechtplassengebied en op een kruising van verschillende recreatieve vaarroutes. De jachthaven en het waterwonen van Aquamarin zijn hier het bewijs van.
Rond de binnenhaven bevindt zich nu vooral bedrijvigheid die georiƫnteerd is op de stads-ontsluiting via de Rijnkade en Amstellaandlaan. Het zijn bedrijven die profiteren van de relatief snelle aansluiting op de naastgelegen N236/Gooilandseweg. Ook daarvoor geldt echter dat de regionale positionering niet meer ideaal is. De A1 is als doorgaande route tegenwoordig natuurlijk vele malen belangrijker en de maximale capaciteit van de N236 lijkt in zicht. Net als voor de Nijverheidslaan lijkt daarmee de Rijnkade op het twee plan te komen en ook langs de Rijnkade en Amstellandlaan is dit reeds zichtbaar in soms hardnekkige leegstand.
In feite gelden voor Noord vergelijkbare overwegingen als voor Nijverheidslaan en Rijnkade. Dit grootschalige bedrijventerrein is weliswaar nooit georiƫnteerd geweest op het water, ondanks de situering langs het kanaal, maar ligt op dit moment ook niet ideaal ten opzichte van de A1. De huidige ontsluiting loopt via een omslachtige route via de Korte Muiderweg, Leeuwenveldseweg en Hogeweyselaan. Daarbij ligt het bedrijventerrein met de 'rug' tegen het kanaal en ingeklemd achter het spoor. Met name de hoek rond de Domeinenlocatie en de RWZI is daardoor een soort dode hoek, waar als gevolg daarvan de nodige leegstand.
Andere redenen die gegeven zijn voor de leegstand op Noord zijn:
Samenvattend kan gesteld worden dat zowel Nijverheidslaan, Rijnkade als Noord geen ideale positie en ontsluiting hebben in de regio, in relatie tot met name de A1. Alle drie de gebieden kampen in meer of mindere mate met leegstand en mede als gevolg daarvan ook enige achterstallig onderhoud en een soms gedateerde uitstraling. De gebieden zien er nu soms wat 'sleets' uit, ondanks bijvoorbeeld een recente opknapbeurt van de openbare ruimte in Noord. In feite is er wat dat betreft een vicieuze cirkel; leegstand en beperkt perspectief lokken immers geen investeringen uit en door het achterblijven van investeringen verslechtert de concurrentiepositie van de bedrijventerreinen verder.
Wat nodig is om een impuls te geven en daarmee de uitstraling en concurrentiepositie te verbeteren.