direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Herziening Landelijk gebied Weesp 2018
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0457.BPLG03herzie-vg01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In het buitengebied van de gemeente Weesp geldt sinds januari 2015 het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Weesp'. Dit plan is van toepassing op het gehele grondgebied van de gemeente Weesp, met uitzondering van de bebouwde kom en de Bloemendalerpolder.

Het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Weesp' is op onderdelen voor verbetering vatbaar. De gewenste verbeteringen betreffen zowel het herstel van omissies, het flexibeler maken van regels, het voldoen aan nieuwe wetgeving als het meewerken aan en vastleggen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

De voorliggende herziening beperkt zich tot onderdelen van het bestemmingsplan. De visie op de ruimtelijke ordening van het buitengebied die aan het geldende bestemmingsplan ten grondslag ligt, blijft daarbij leidend.

1.2 Geldend bestemmingsplan en plangebied

Dit bestemmingsplan herziet het geldende bestemmingsplan 'Landelijk gebied Weesp' (NL.IMRO.1842.bp11BG04-oh01), vastgesteld door de gemeenteraad op 27 juni 2013. Het plangebied van deze herziening komt in de basis dan ook overeen met die van het moederplan.

Locaties waarvoor sinds de vaststelling van het moederplan een nieuw (postzegel)bestemmingsplan is vastgesteld, zijn buiten het plangebied van deze herziening gelaten. Dit betekent dat het plangebied van het bestemmingsplan 'Reconstructie N236, traject km 7,0 - 11,0', vastgesteld op 26 november 2015, niet tot het plangebied van de herziening behoort. Locaties waar na 27 juni 2013 wijzigingsplannen zijn vastgesteld, maken wél onderdeel uit van het plangebied.

1.3 Planvorm

Voor het opstellen van herzieningen zijn geen standaarden beschikbaar. Bij herzieningen die betrekking hebben op verschillende onderdelen van de regels is het wenselijk een systematiek te hanteren die de raadpleger en diegene die de regels gaat toepassen, duidelijkheid geeft over de voorgestelde veranderingen in relatie tot de onveranderde regels. Om deze reden hebben wij voor de hierna beschreven werkwijze gekozen.

Verbeelding

Dit bestemmingsplan bestaat uit regels en een verbeelding die vergezeld gaan van deze toelichting. Bij het opstellen van de verbeelding is ervoor gekozen om de contouren van het hele plangebied over te nemen, maar daarbinnen alleen de locaties die worden herzien weer te geven. Als gevolg van deze werkwijze blijft voor de niet herziene locaties de verbeelding uit het bestemmingplan 'Landelijk gebied Weesp' zichtbaar op ruimtelijkeplannen.nl.

Van de herziene locaties worden, naast de gewijzigde tekenlaag, voor de duidelijkheid ook de andere op die locatie geldende enkelbestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen opgenomen. Specifiek voor deze locaties bevat de herziening dus een 'geconsolideerde verbeelding'. Alleen wanneer er slechts een nieuwe aanduiding en/of dubbelbestemming wordt toegevoegd, en de andere reeds geldende enkelbestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen niet wijzigen, is volstaan met het opnemen van uitsluitend de nieuwe aanduiding en/of dubbelbestemming. In die gevallen is de verbeelding uit het moederplan, die als basis dient, immers onverminderd zichtbaar op ruimtelijkeplannen.nl. De nieuw toegevoegde aanduiding en/of dubbelbestemming betreffen immers transparante tekenlagen.

Regels

Voor de regels geldt dat de totale set aan regels uit het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Weesp' is opgenomen in dit plan, maar dat alleen de gemarkeerde regels daadwerkelijk deel uitmaken van deze herziening. Door deze werkwijze is in één oogopslag duidelijk hoe de wijzigingen of aanvullingen in de regels zich verhouden tot het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Weesp'. De regels van deze herziening worden als het ware geconsolideerd weergegeven.

De wijzigingen dan wel aanvullingen/verwijderingen als gevolg van deze herziening zijn in de regels aangegeven met arceringen: een doorhaling met groene arcering voor een vervallen tekst ( voorbeeld ) en een gele arcering voor een toevoeging (voorbeeld). Alleen de geel of groen gemarkeerde aanpassingen maken dus juridisch-planologisch onderdeel uit van deze herziening. De niet gemarkeerde regels zijn enkel ter informatie opgenomen zodat een goed beeld ontstaat van de nieuwe regels en hoe deze ingepast zijn in de (bestaande) regels van het moederplan.

1.4 Leeswijzer

In het vervolg van deze herziening worden de aanpassingen ten opzichte van het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Weesp' toegelicht. In hoofdstuk 2 gebeurt dat voor de ambtshalve aanpassingen en in hoofdstuk 3 worden de ruimtelijke initiatieven waaraan de gemeente medewerking verleent, toegelicht en onderbouwd. Het afsluitende hoofdstuk gaat in op de uitvoerbaarheid van de herziening.

Hoofdstuk 2 Aanpassingen in de regels en de toelichting

2.1 Inleiding

De aanpassingen die met deze herziening worden doorgevoerd, zijn in twee categorieën op te delen. Allereerst algemene aanpassingen in de regels in het kader van deregulering en verduidelijking of naar aanleiding van omissies. Ten tweede wordt de bestemmingslegging van een aantal specifieke locaties aangepast, eveneens om op die plekken omissies te herstellen of om nieuwe besluiten (wijzigingsplannen, projectbesluiten) in het bestemmingsplan te verwerken. De aanpassingen binnen de beide categorieën worden in de navolgende paragrafen kort toegelicht.

2.2 Algemene aanpassingen

  • a. Algemene afwijkingsregel 10%

Met deze herziening wordt een algemene afwijkingsregel van toepassing, die het mogelijk maakt om 10% af te wijken van de in de regels voorkomende maten en bouwgrenzen. Met het opnemen van deze regeling wordt het bestemmingsplan meer flexibel en kunnen relatief kleine en planologisch niet bezwaarlijke aanpassingen binnenplans worden verleend. Ook met het oog op veranderingen van maatvoeringen in bijvoorbeeld het Bouwbesluit, wordt met deze algemene afwijking de nodige flexibiliteit gewaarborgd.

  • b. Toegangspoorten

Toegangspoorten zijn in het vigerende bestemmingsplan niet toegestaan. Met deze herziening wordt het bij recht mogelijk om toegangspoorten te realiseren, door hierover bepalingen op te nemen in de bouwregels van bestemmingen waarbinnen een (bedrijfs)woning mogelijk is. Per perceel is één toegangspoort toegestaan, met zowel maximale breedte als hoogte van 3 meter.

  • c. Erfafscheidingen bij woonarken

In Weesp zijn een behoorlijk aantal woonarken afgemeerd in de Vecht. De oever van de Vecht wordt gebruikt als tuin en voorerf. Het betreft gronden die in het bestemmingsplan de bestemming 'Tuin' hebben. Het geldende bestemmingsplan laat erfafscheidingen toe met een maximale hoogte van 1 meter.

Veel bewoners van de woonarken kiezen ervoor om hier schuttingen te plaatsen uit privacyoverwegingen. Het toestaan van hogere erfafscheidingen is echter strijdig met het gemeentelijke uitgangspunt om doorkijken voor (fietsende) recreanten veilig te stellen. In dit licht is gekozen om voor dicht uitgevoerde erfafscheidingen een maximale hoogte van 1 meter aan te houden. Een groene haag, of een ondersteunende constructie met bijvoorbeeld hedera is voor de fietsende recreant een andere gewaarwording dan een hoge schutting. Daarom zijn, in aanvulling op hierop, haagondersteunende bouwwerken toegestaan tot maximaal 1,5 meter. Met deze aanpassing wordt een groot aantal feitelijk aanwezige erfafscheidingen gelegaliseerd. In artikel 1 (Begrippen) is een definitie van het begrip 'haagondersteunend bouwwerk' opgenomen.

  • d. Afwijkingsmogelijkheid voor steiger bij overtuin

Waar de bestemming ‘Wonen’ grenst aan de bestemming ‘Water’ zijn steigers toegestaan. Maar er zijn veel bewoners langs de Vecht, die niet met hun tuin grenzen aan het water. In die gevallen loopt tussen hun tuin en het water een openbare weg met een verkeersbestemming. Voor deze groep is het daarom niet toegestaan om een steiger te realiseren. Het steigerbeleid van de gemeente is helder en duidelijk voor het landelijk gebied, namelijk: voorkomen van verrommeling van de Vecht en haar oevers. De afdeling Handhaving heeft een inventarisatie gedaan en geeft aan dat er op dit moment 102 illegale steigers zijn. Een groot gedeelte hiervan, zijn steigers die al vele jaren aanwezig zijn en waar geen klachten over zijn. Om tegen al deze steigers handhavend op te treden, is een grote operatie en niet wenselijk. Daarom wordt er met deze herziening voor gekozen om het bestemmingsplan op dit punt te verruimen, door het opnemen van een afwijkingsmogelijkheid binnen de bestemming 'Water' voor het toestaan van een steiger bij een overtuin. Het begrip overtuin is nader gedefinieerd in de begripsbepalingen.

  • e. Algemene afwijking voor schuilgelegenheden voor dieren

De afwijkingsbevoegdheid binnen de agrarische bestemming, die het realiseren van een schuilgelegenheid of dierenverblijf buiten bouwvlak onder voorwaarden mogelijk maakt, is overgeheveld naar de algemene afwijkingsregels. Op deze manier wordt het realiseren van een schuilgelegenheid ook mogelijk binnen andere dan agrarische bestemmingen, zoals binnen de woonbestemming. In het buitengebied zijn er namelijk een groot aantal percelen die geschikt zijn voor het hobbymatig houden van dieren en een andere dan een agrarische bestemming hebben, en waarvoor het in de rede ligt om de voorwaardelijke mogelijkheid voor een schuilgelegenheid te bieden. De voorwaarden zien onder meer op maatvoering, inpassing en het aantal schuilgelegenheden per oppervlakte-eenheid. Om hobbymatig gebruik van als agrarisch bestemde gronden juridisch-planologisch toe te staan, is 'beweiding door vee' als bepaling toegevoegd aan de bestemmingsomschrijving van het agrarische artikel.

  • f. Aanlegvergunningenstelsel voor niet-agrarische gronden

Een aanlegvergunningenstelsel bij niet-agrarische percelen ontbreekt. Hierdoor is er geen mogelijkheid om in bepaalde gevallen (zoals bij woonbestemming) op te treden tegen dempen of veranderen van kreken, slenken en watersingel en ophogen van dijkwoning. Dit is onwenselijk en kan worden voorkomen met een aanlegvergunningstelsel. In de overige regels is een regeling ingevoegd die geldt voor het hele plangebied, en de genoemde werken en werkzaamheden verbiedt zonder omgevingsvergunning. Een vergunning kan worden verleend onder voorwaarde dat de landschappelijke en cultuurhistorische waarden door de betreffende werken of werkzaamheden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

  • g. Aanpassing dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'

De regeling van de dubbelbestemming 'WS-WK' is aangepast. De bouwbeperkingen en afwijkingsmogelijkheden voor bouwen komen te vervallen. De waterkering is in juridisch opzicht namelijk al beschermd via de Keur en Legger van de waterbeheerder (AGV en Waternet), waaraan wordt getoetst bij de aanvraag van een watervergunning. Juridisch gezien is het overbodig en niet juist dat de regels van de Keur ook via het bestemmingsplan van toepassing worden verklaard. Daarom wordt volstaan met het benoemen van de bouw- en gebruiksmogelijkheden met betrekking tot de waterstaatkundige dubbelbestemming. Hiermee wordt aangesloten op de systematiek zoals die o.a. al is verwerkt in het bestemmingsplan 'Reconstructie N236 traject km 7,0 - 11,0', vastgesteld in november 2015.

  • h. Maximale hoogte hekwerken op dakterrassen

Voor terrasafscheidingen op dakterrassen is een maximale hoogte opgenomen van 1,5 meter. Deze ontbrak in het moederplan.

  • i. Hoogte erfafscheidingen binnen de bestemming Tuin

Binnen de bestemming Tuin zijn de bouwregels voor erfafscheidingen gespecificeerd, voor zover het erfafscheidingen betreft die haaks staan op oevers. Binnen een afstand van 3 meter van de oever geldt in zo'n geval een maximaal toegestane hoogte van 2 in plaats van 1 meter.

  • j. Voorrangsregels leidingzones

Voor de verschillende leidingzones die als dubbelbestemming in het plangebied voorkomen is de voorrangsvolgorde bepaald in de overige regels. De volgorde die wordt aangehouden is als volgt: gas (1), hoogspanning (2), leidingstrook (3) en water (4).

  • k. Actualisatie n.a.v. nieuwe PRV (23-05-2018)

In de actuele provinciale verordening (PRV) is het perceel tegenover Molen de Onrust aangewezen als onderdeel van Natuurnetwerk Nederland (NNN). Molen de Onrust ligt aan de Boezemkade in de gemeente Gooise Meren (Muiden). Met deze herziening is de bestemming van dit perceel in overeenstemming gebracht met deze aanwijzing als onderdeel van NNN, door het toekennen van een natuurbestemming. Voor het overige leidt de nieuwe PRV niet tot herziening van de regels of verbeelding.

  • l. Parkeernormen in regels

Met de herziening wordt aan de algemene bouwregels een regeling toegevoegd voor het voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Dit werd voorheen geregeld via de bouwverordening, maar door de inwerkingtreding van de 'Reparatiewet BAK 2014' (Staatsblad 2014, 458) per 29 november 2014 is dit niet meer van toepassing. De parkeerbepaling in de bouwverordening is daarom overgenomen in deze herziening. Een en ander leidt niet tot een inhoudelijke wijziging van de beoogde toetsing.

Aan het Besluit ruimtelijke ordening is mede in verband met het intrekken van toetsing aan de bouwverordening de mogelijkheid opgenomen om voor de invulling van de eis van voldoende parkeren in concrete situaties gebruik te maken van beleidsregels (zie artikel 3.1.2 lid 2 onder a Bro), zoals dit ook onder de werking van de bouwverordening mogelijk was.

  • m. Aanvulling bescherming cultuurhistorische waarden

Een aantal monumenten heeft abusievelijk geen functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden' (cw) toegekend gekregen. Met deze herziening hebben de volgende adressen of objecten deze aanduiding alsnog toegekend gekregen. In de regels van de bestemmingen waarin deze aanduiding nog niet voorkwam, zijn de aanlegvergunningenstelsels die aan de aanduiding zijn gekoppeld (m.b.t. sloop en/of het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden) toegevoegd, voor zover relevant.

Rijksmonumenten   Gemeentelijk monumenten  
Aetsveldseweg, twee archeologische terreinen
Dammerweg 4
Fort Uitermeer
Gooilandseweg 7-7a
's-Gravelandseweg 4
's-Gravelandseweg 6-7
's-Gravelandseweg 22-22a
's-Gravelandseweg 39
's-Gravelandseweg 50-51
Lange Muiderweg 16
Lange Muiderweg 30
Sluis bij Kreugerlaan 1
Utrechtseweg 116  
Dammerweg 1
Dammerweg 3
's-Gravelandseweg 37
's-Gravelandseweg 10-11
Keverdijk 8
Lange Muiderweg 14
Nigtevechtsepad 2-3
Utrechtseweg 86-86a
Utrechtseweg 92  

  • n. Overige ambtelijke aanpassingen in de regels

In de regels zijn daarnaast een aantal kleinere ambtshalve, overwegend tekstuele aanpassingen of verbeteringen doorgevoerd. Ze staan hieronder opgesomd:

  • Naar aanleiding van de gerechtelijke uitspraak bij het bestemmingplan Bedrijventerreinen Weesp (201309154/1/1R1) is de definitie van 'kwetsbaar object' uit de begrippenlijst gehaald. Het Bevi omvat al een definitie van dit begrip en er is geen aanleiding is om hiervan af te wijken.
  • In de definitie van het begrip 'ondersteunende horeca' is op een onderdeel aangepast.
  • De bepaling in art. 3.6.1 onder j is zodanig geredigeerd, dat het totale aantal gasten niet meer dan 12 mag bedragen.
  • De wijzigingsbevoegdheid binnen de agrarische bestemming, die de bouw van een tweede bedrijfswoning onder voorwaarden mogelijk maakt, is omgezet naar een afwijkingsbevoegdheid en toegevoegd aan artikel 3.3.1.
  • Binnen de bestemmingsomschrijving van de groenbestemming zijn ook parkeervoorzieningen opgenomen. De specifieke gebruiksregel die parkeren verbood is verwijderd.
  • De bouwregels die binnen de bestemming Water voor de oppervlakte en afmetingen van steigers zijn opgenomen (art. 18.2.2 onder g), zijn aangepast. Bestaande maatvoeringen zijn van deze nieuwe voorwaarden uitgezonderd.
  • De bepaling in art. 33.1 onder g.3 is zo aangepast, dat het totale aantal gasten niet meer dan 4 mag bedragen.
  • In de algemene aanduidingsregels is bepaald dat bij herbouw of nieuwbouw t.p.v. gronden met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', de uitwendige hoofdvorm en de oorspronkelijke situering van de bestaande legale bebouwing niet maatgevend maar richtinggevend is;

2.3 Locatiespecifieke aanpassingen

  • a. 's-Gravelandseweg 3a-c, Weesp

De bestemmingslegging op dit perceel wordt aangepast. De oppervlakte aan bestaande bebouwing binnen de sportbestemming, manege Bleijenberg (functieaanduiding 'manege') niet meegerekend, bedraagt nu 1820 m2. Met het oog op een beoogde aanbouw van één van de sportclubs op het terrein, wordt door middel van de maatvoeringsaanduiding op de verbeelding een maximum van 2000 m2 aan bebouwing toegestaan. Daarnaast wordt de parkeerzone tussen de sportvelden en de manege uit het bouwvlak gehaald.

  • b. Lange Muiderweg 6b, Weesp (Kweeklust)

De volkstuinen op deze locatie zijn in het moederplan terecht bestemd als 'Recreatie - Volkstuin'. Per abuis is deze bestemming ook aan het naastgelegen weiland toegekend, terwijl dit om agrarische grond gaat. Dit is met deze herziening hersteld.

  • c. Afwateringskanaal langs de A1

Het inmiddels gerealiseerde afwateringskanaal langs de A1 is conform de feitelijke situatie opgenomen op de verbeelding (bestemming 'Water').

  • d. 's-Gravelandseweg 2, Weesp

Een deel van de woonbestemming aan de 's-Gravelandseweg 2 betreft terrein dat bij de manege hoort. De bestemming van dit rechterdeel van het perceel is dan ook omgezet naar 'Sport' met de functieaanduiding 'manege'. Met een maatvoeringsaanduiding is de goot- en bouwhoogte voor gebouwen op dit terrein gemaximeerd tot resp. 3 en 5 meter, conform de bouwhoogte binnen de woonbestemming onder de vigerende regeling. De toegestane m2 aan bebouwingsoppervlakte ter plaatse van de functieaanduiding 'manege' is in de bouwregels opgehoogd naar 5.000 m2, zodat de bestaande en vergunde bebouwing hier binnen past.

Tevens is in de bestemmingsomschrijving geregeld dat ondergeschikte horeca binnen de aanduiding 'manege' als gebruik is toegestaan. Het gaat dan om horeca-activiteiten die ondergeschikt zijn aan de manege-functie. Hiervoor was in het verleden al een tijdelijke (persoonsgebonden) gedoogbeschikking verleend. Omdat de gemeente niet voornemens is om op termijn te gaan handhaven, ligt het voor de hand om dit gebruik met deze herziening positief te bestemmen.

  • e. Keverdijk 9, Weesp

Voor deze locatie is op 25 april 2012 een omgevingsvergunning verleend voor de omzetting van de agrarische bestemming naar een woonbestemming. De vergunde situatie is verwerkt op de verbeelding. Het bouwvlak is gefixeerd rondom de nieuwe woning. De met de vergunning toegestane hoeveelheid bebouwing (m2) buiten het bouwvlak is op de verbeelding aangegeven door middel van een maatvoeringsaanduiding.

  • f. 's-Gravelandseweg 41, Weesp

Voor deze locatie is op 1 augustus 2012 het projectbesluit vastgesteld, dat de omzetting van Bedrijf naar Wonen mogelijk maakt, net als de realisatie van een aanlegsteiger en een vervangende vrijstaande woning. In het bestemmingsplan Landelijk gebied Weesp was de bestemming al wel omgezet, maar zat nog het oude bouwvlak. Daarnaast was de bestemming Verkeer ten onrechte opgenomen ter plaatse van de aanlegsteiger en de aanlegplaats. De vergunde situatie is nu correct opgenomen op de verbeelding.

  • g. Regionale waterkering langs het Amsterdam Rijnkanaal

De zonering van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' is op de verbeelding aangepast, op basis van de meest actuele gegevens van Rijkswaterstaat.

  • h. 'Witte vlekken' langs de Utrechtseweg, Weesp

Langs de Utrechtseweg vielen in het in 2013 vastgestelde bestemmingsplan een tweetal gebieden buiten het plangebied (zie figuur 2.1). Ter plaatse van deze twee 'onbestemde enclaves' geldt het bestemmingsplan 'Landelijk gebied ten westen van de Vecht', vastgesteld op 21 januari 2010. Deze twee gebieden zijn met deze herziening toegevoegd aan het plangebied van het bestemmingsplan Landelijk gebied Weesp, waarbij de vigerende bestemmingslegging is overgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BPLG03herzie-vg01_0001.png"

Figuur 2.1 - De witte vlekken zijn oranje omcirkeld.

  • i. 's-Gravelandseweg 22, Weesp

De bouwvlakken binnen het bestemmingsvlak Wonen op dit adres zijn aangepast, op basis van de afspraken die hierover tussen de gemeente en de eigenaar zijn gemaakt. Het betreft een beperkte uitbreiding van het bouwvlak rechtsonder en een aanzienlijke vergroting van het bouwvlak rechtsboven.

  • j. 's-Gravelandseweg 46a, Weesp

Op dit adres is door middel van een persoonsgebonden gedoogbeschikking bestaande bewoning toegestaan in een bedrijfsgebouw, in aanvulling op het wonen in de bedrijfswoning elders op het perceel. Er is géén sprake van een planologisch recht op een tweede (bedrijfs)woning, maar van een tijdelijke en persoonsgebonden situatie. Deze situatie is aan de hand van een aanduiding vertaald in de regels en verbeelding.

Hoofdstuk 3 Ruimtelijke initiatieven en onderbouwingen

3.1 Inleiding

Met deze herziening worden een aantal ruimtelijke initiatieven verwerkt, waaraan de gemeente medewerking wil verlenen. Het gaat om kleinschalige, perceelsgebonden initiatieven, meestal met betrekking tot vervolgfuncties na de beëindiging van agrarische activiteiten. In paragraaf 3.2 worden de initiatieven kort omschreven en verbeeld. De onderbouwingen voor de relevante omgevingsaspecten zijn in paragraaf 3.3 opgenomen.

3.2 Omschrijving van de initiatieven

  • a. Lange Muiderweg 22

Aan de Lange Muiderweg 22 bevindt zich een agrarisch bouwvlak met een agrarisch bedrijf. Vanwege de beëindiging van de agrarische activiteiten op dit perceel, is het verzoek ingediend om de bestemming om te zetten van 'Agrarisch met waarden' naar 'Wonen'. De aanduiding 'cultuurhistorische waarden' die aan het hoofdgebouw is toegekend, blijft gehandhaafd. Het bouwvlak en bestemmingsvlak zijn verkleind, en gefixeerd rondom resp. de bestaande hoofdgebouwen en het bestaande erf. Met een aanduiding die twee wooneenheden toestaat, wordt de vergunde tweede woning planologisch vertaald.

afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BPLG03herzie-vg01_0002.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BPLG03herzie-vg01_0003.png"  

Figuur 3.1 - Planologische situatie vóór en na deze herziening (resp. links en rechts).

  • b. 's-Gravelandseweg 9

Aan de 's-Gravelandseweg 8 bevindt zich een agrarisch bouwvlak en bedrijf. De vergunde woning met huisnummer 9 ligt in dit bouwvlak, maar heeft geen functionele binding meer met het bedrijf. Het verzoek is om de woning op nr. 9 om te zetten naar een plattelandswoning, zodat deze een passende bestemming krijgt en het agrarische bedrijf op nr. 8 niet in haar mogelijkheden wordt beperkt. De aanduiding 'cultuurhistorische waarden' is teruggebracht tot het hoofdgebouw met huisnummer 8.

afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BPLG03herzie-vg01_0004.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BPLG03herzie-vg01_0005.png"  

Figuur 3.2 - Planologische situatie vóór en na deze herziening (resp. links en rechts).

  • c. Gooilandseweg 7 en 7a

Op het adres Gooilandseweg 7-7a bevindt zich een agrarisch bouwvlak met een agrarisch bedrijf. Vanwege de beëindiging van de agrarische activiteiten op dit perceel, is het verzoek ingediend om de bestemming om te zetten van 'Agrarisch met waarden' naar 'Wonen'. Binnen de nieuwe woonbestemming zijn door middel van een aanduiding twee wooneenheden toegestaan, conform de bestaande en vergunde situatie. Het bouwvlak en bestemmingsvlak zijn verkleind, en gefixeerd rondom het bestaande erf en bebouwing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BPLG03herzie-vg01_0006.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BPLG03herzie-vg01_0007.png"  

Figuur 3.3 - Planologische situatie vóór en na deze herziening (resp. links en rechts).

  • d. Lage Klompweg 5

De eigenaren van de woning aan de Lage Klompweg 5 hebben een smalle strook grond verworven ten zuiden van het huidige bestemmingsvlak. Deze grond wordt gebruikt ten behoeve van de woonbestemming en is als zodanig ingericht en omheind. Omdat een agrarische bestemming feitelijk niet meer aan de orde is, is de bestemming gewijzigd naar 'Wonen' (zonder bouwvlak).

afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BPLG03herzie-vg01_0008.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BPLG03herzie-vg01_0009.png"  

Figuur 3.4 - Planologische situatie vóór en na deze herziening (resp. links en rechts).

  • e. Aetsveldseweg 4a

Aan de Aetsveldseweg 4a bevindt zich een agrarisch bouwvlak met een agrarisch bedrijf. De eigenaren hebben verzocht om een bouwvlakverschuiving, om de verharding en de moestuin die direct ten zuiden van het bouwvlak liggen, hierbinnen te laten vallen. Het bouwvlak is conform dit verzoek verschoven, wat betekent dat een nog onbenut deel van het bouwvlak in de noordoosthoek komt te vervallen als compensatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BPLG03herzie-vg01_0010.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BPLG03herzie-vg01_0011.png"  

Figuur 3.5 - Planologische situatie vóór en na deze herziening (resp. links en rechts).

  • f. Kreugerlaan 8

Op het adres Kreugerlaan 8 bevindt zich een woning met als bestemming 'Natuur'. Met de aanduiding 'agrarisch' is op deze locatie beperkt agrarisch gebruik toegestaan. Omdat dit gebruik is beëindigd en er van een bedrijfswoning feitelijk geen sprake meer is, is ervoor gekozen om een woonbestemming toe te kennen. Het bestemmingsvlak is aangepast, met de kadastrale begrenzing als uitgangspunt. De aanduiding 'cultuurhistorische waarden' die aan het hoofdgebouw is toegekend, blijft gehandhaafd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BPLG03herzie-vg01_0012.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.0457.BPLG03herzie-vg01_0013.png"  

Figuur 3.6 - Planologische situatie vóór en na deze herziening (resp. links en rechts).

3.3 Onderbouwingen omgevingsaspecten

In deze paragraaf wordt onderbouwd dat bovenstaande ontwikkelingen voldoen aan de geldende wet- en regelgeving voor de verschillende omgevingsaspecten. Hiermee wordt tegelijkertijd aangetoond dat aan de voorwaarden die in het geldende bestemmingsplan voor deze type wijzigingen zijn gesteld, wordt voldaan. Per locatie is het aspect woon- en leefklimaat / bedrijven en milieuhinder onderzocht. Voor de overige milieuaspecten geldt een uniforme onderbouwing die daarna is beschreven.

Voor de omliggende bedrijven blijven de omliggende woningen gelden als 'woning van derden' met de bijbehorende beschermingsregeling. De omliggende bedrijven moeten nu al in hun bedrijfsvoering rekening houden met deze 'bedrijfswoningen van derden' en moeten dat bij verandering naar een bestemming 'wonen' of aanduiding 'plattelandswoning' nog steeds. Voor bedrijfswoningen, burgerwoningen en plattelandswoning gelden de normale milieunormen en eisen vanuit de milieuwetgeving. Voor de omliggende bedrijven verandert er door het toekennen van de bestemming wonen of status plattelandswoning dus niets.

Onderbouwingen woon- en leefklimaat

Lange Muiderweg 22

In de omgeving van het plangebied zijn uitsluitend agrarische bedrijven en woningen gelegen. Ten zuidwesten en ten noordoosten van het plangebied is een grondgebonden veehouderijbedrijf gevestigd. In een grondgebonden veehouderij worden dieren zonder geuremissiefactor gehouden. Buiten de bebouwde kom geldt voor dieren zonder geuremissiefactor een vaste afstand van 50 m. Het gaat om de afstand vanaf het emissiepunt van een dierenverblijf tot de gevel van een geurgevoelig object. De afstanden van de emissiepunten van de omliggende dierenverblijven zijn groter dan 50 m. Hierdoor is een aanvaardbaar woon- en leefklimaat geborgd. Omdat de agrarische activiteiten ter plaatse worden beëindigd wordt het woon- en leefklimaat beter.

Tussen het plangebied en het agrarische bedrijf ten noordoosten is reeds een burgerwoning gelegen. Deze burgerwoning is maatgevend voor de belemmering van het agrarische bedrijf. Gezien de afstand (>70 m) tot het agrarische bedrijf ten zuidwesten van het plangebied wordt dit bedrijf niet belemmerd door de planologische wijziging naar een woonbestemming.

Gooilandseweg 7 en 7a

In de directe omgeving van het plangebied zijn geen bedrijven gelegen die het woon- en leefklimaat ter plaatse van het plangebied negatief beïnvloeden. Omdat de agrarische activiteiten ter plaatse worden beëindigd wordt het woon- en leefklimaat beter. Tevens worden er geen bedrijven belemmerd in hun bedrijfsvoering.

Kreugerlaan 8

In de omgeving van het plangebied zijn agrarische bedrijven en woningen gelegen. Ten zuidwesten van het plangebied is een woning gelegen waar agrarisch medegebruik is toegestaan. Gezien de grote afstand (circa 190 meter) tot deze locatie is ter plaatse van het plangebied geen milieuhinder te verwachten. Ten westen van het plangebied is op circa 270 meter een intensieve veehouderij gelegen. Gezien de grote afstand is ter plaatse van het plangebied geen milieuhinder te verwachten. Omdat de agrarische activiteiten ter plaatse worden beëindigd wordt het woon- en leefklimaat beter. Direct naast dit veehouderijbedrijf zijn al burgerwoningen gelegen. De omzetting naar een woonbestemming ter plaatse van de Kreugerlaan 8 vormt daardoor geen extra belemmering voor het veehouderij bedrijf.

Lage Klompweg 5
Op 20 meter ten westen van het plangebied is een grondgebonden agrarisch bedrijf gelegen. Dit agrarische bedrijf moet voldoen aan de geldende wettelijke milieunormen waardoor ter plaatse van de Lage Klompweg 5 een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is geborgd. Het bedrijf wordt daarnaast in de huidige situatie al belemmerd door de woonbestemming ter plaatse van de Lage Klompweg 5. Er ontstaan door de uitbreiding van het bestemmingsvlak wonen geen extra belemmeringen voor dit bedrijf. Ter plaatse van de Lage Klompweg 5 is in de huidige situatie immers al een woonbestemming toegestaan.

's-Gravelandseweg 9
Voor de omliggende bedrijven blijft de plattelandswoning gelden als 'woning van derden' met de bijbehorende beschermingsregeling. De omliggende bedrijven moeten in hun bedrijfsvoering al rekening houden met deze 'bedrijfswoning van derden' en moeten dat met een aanduiding 'plattelandswoning' nog steeds. Voor die woning, ook al is deze bestemd als plattelandswoning, gelden de normale milieunormen en eisen vanuit de milieuwetgeving. Voor de omliggende bedrijven verandert er door het toekennen van de status plattelandswoning dus niets. In de directe omgeving van het plangebied zijn daarnaast alleen een agrarisch loonbedrijf en tuinbouwbedrijf gelegen. De toekomstig plattelandswoning belemmerd geen omliggende bedrijven.

Ter plaatse van de plattelandswoning moet een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kunnen worden gegarandeerd. De woning wordt afgesplitst van een grondgebonden agrarisch bedrijf. Hieruit valt te concluderen dat ter plaatse alleen dieren worden gehouden zonder geuremissiefactor (rundvee/paarden). Ter plaatse staan kleine stallen. Gezien de kleinschaligheid en aard (rundvee/paarden) van het bedrijf is geen of zeer geringe geurhinder te verwachten. Hetzelfde geldt voor de luchtkwaliteit en het akoestisch klimaat ter plaatse van de plattelandswoning. Gezien de kleinschaligheid en aard van het agrarische bedrijf is ter plaatse van de plattelandswoning een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Aetsveldseweg 4a
Aan de zijde waar het agrarisch bouwvlak wordt 'uitgebreid' is slechts op grote afstand een manege met bedrijfswoning gelegen (circa 120 meter) en op nog grotere afstand een burgerwoning (circa 370 meter). Gezien de grote afstand blijft ter plaatse van omliggende woningen sprake een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Onderbouwing op de overige milieuaspecten

Naast de bovenstaande onderbouwing van het woon- en leefklimaat per locatie volstaat voor de overige milieuaspecten de onderstaande, uniforme onderbouwing.

Verkeer & parkeren
De ontwikkelingen brengen geen wijzigingen ten aanzien van verkeer en parkeren met zich mee. Op de locaties waar de bedrijfsactiviteiten worden gestaakt verminderd het verkeer en de parkeerdruk.

Bodemkwaliteit
Bij de ontwikkelingen is geen sprake van nieuwbouw van woningen en er vinden geen bodemroerende werkzaamheden plaats. Er is uitsluitend sprake een planologische wijziging. Onderzoek naar de bodemkwaliteit is in het kader van het bestemmingsplan niet nodig.

Archeologie
Bij deze initiatieven is geen sprake van nieuwbouw van woningen en er vinden dus geen bodemroerende werkzaamheden plaats. Archeologische waarden worden niet geschaad.

Externe veiligheid
Er worden geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk gemaakt. Tevens is er geen toename van het aantal personen waardoor het groepsrisico stijgt.

Kabels & leidingen
Er bevinden zich geen planologisch relevante kabels en leidingen in of nabij de plangebieden. Daarnaast vinden geen bodemroerende werkzaamheden plaats waardoor kabels of leidingen niet kunnen beschadigen.

Water
De ontwikkelingen hebben geen toename in verharding tot gevolg waardoor er geen effecten op de waterhuishouding zijn. Op de locaties waar de bedrijfsactiviteiten worden gestaakt verminderd het verhard oppervlak wat positief is voor de waterhuishouding in het gebied.

Binnen het plangebied komen waterlopen en dijken voor. Binnen de beschermingszones van water en dijken zijn niet alle activiteiten toegestaan. De exacte ligging van een waterkering met bijbehorende beschermingszones is in veel gevallen inzichtelijk via de online Legger van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). De online legger treft u aan op de website van AGV: (www.agv.nl/onze-taken/legger/).

Bij het uitvoeren van werken en werkzaamheden op het water of in de buurt van een dijk, of het organiseren van een evenement aan het water, dient een vergunning te worden aangevraagd bij het waterschap.

Ecologie - soortenbescherming
In de huidige situatie zijn de plangebieden al in gebruik als woonlocatie. Er is slechts sprake van wijziging naar woonbestemming. Omdat er geen sprake is van nieuwbouw is onderzoek naar beschermde soorten niet noodzakelijk. Bij de locatie Aetsveldseweg 4a waar vormverandering van het bouwvlak plaatsvindt, is in het 'nieuwe' deel van het bouwvlak reeds erfverharding of een moestuin aanwezig. Hierdoor is de aanwezigheid van beschermde soorten uitgesloten.

Ecologie - gebiedsbescherming
Door uitvoering van de beoogde ontwikkelingen is er een afname van stikstofdepositie op omliggende Natura 2000 gebieden. Op een aantal locaties worden immers de agrarische bedrijfsactiviteiten gestaakt wat een daling van de stikstofdepositie op omliggende Natura 2000 gebieden tot gevolg heeft. Rondom het plangebied Kreugerlaan 8 is Natura 2000 gebied Naardermeer gelegen. Ter plaatse vindt echter alleen een planologische wijziging naar woonbestemming plaats waardoor er geen negatieve effecten zijn op het Natura-2000 gebied. De locatie Aetsveldseweg 4a is gelegen in weidevogel gebied. De voorgenomen ontwikkeling heeft geen negatief effect op weidevogels omdat ter plaatse reeds erfverharding en een moestuin is gerealiseerd. De wijziging is daardoor slecht planologisch van aard. De plangebieden zijn daarnaast niet gelegen in NNN-gebied.

Conclusie
Uit de quickscan blijkt dat de beoogde ontwikkelingen uitvoerbaar zijn binnen de geldende kaders. Er zal geen sprake zijn van relevante gevolgen voor het woon- en leefklimaat en/of de aanwezige waarden.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Vooroverleg

Het bestemmingsplan 'Herziening landelijk gebied Weesp' is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening aan diverse personen en instanties toegezonden op 15 juni 2018. Van een viertal overlegpartners zijn reacties ontvangen. Hieronder zijn ze kort samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien. Waar ze hebben geleid tot wijziging van de regels of verbeelding, is dit verwerkt conform de in paragraaf 1.3 beschreven werkwijze.

Reactie van Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV), reactie op 22 juni 2018.

Samenvatting   Zij adviseren in art 35 lid j onder 6 een extra toetscriterium op te nemen dat ook de milieuhygiënische waarden niet worden aangetast.
Zij adviseren in art 36 lid b en lid e onder 4 de toetscriteria te verwijderen (moet toch voldoen aan goede ruimtelijke ordening )  
Gemeentelijke reactie   De adviezen worden overgenomen en verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan.  

Reactie van Brandweer Gooi en Vechtstreek, reactie op 11 juli 2018.

Samenvatting   Brandweer gaat akkoord met gezonden concept ontwerpbestemmingsplan en stemt expliciet in met het laten vervallen van art 1.60 (kwetsbaar object).  
Gemeentelijke reactie   Geen verdere actie nodig.  

Reactie van Waterschap Amstel Gooi en Vecht (AGV), ontvangen op 12 juli 2018.

Samenvatting   Zij kunnen instemmen, mede door het versoepelen van de regels voor steigers in de nieuwe Keur (2017), met afwijkingsbevoegdheid voor nieuwe steigers (art 18.3.2), mits voldaan wordt aan de regels uit de Keur. Zij verzoeken om overleg over manier van opnemen in het ontwerpbestemmingsplan.
Zij adviseren de volgende extra voorwaarde (in art 30 lid 2) op te nemen: het bouwen van bouwwerken mag alleen voor zover deze ten dienste staat aan de functie waterstaat-waterkering en vooraf schriftelijke goedkeuring is verkregen van de waterbeheerder. In het verlengde hiervan vragen ze de volgend tekst op te nemen in de toelichting:

'Binnen het plangebied komen waterlopen en dijken voor. Binnen de beschermingszones van water en dijken zijn niet alle activiteiten toegestaan.
De exacte ligging van een waterkering met bijbehorende beschermingszone's is in veel gevallen inzichtelijk via de online Legger van waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). De online legger treft u aan op de website van AGV: (www.agv.nl/onze-taken/legger/).
Gaat u werken op het water of in de buurt van een dijk? Of organiseert u bijvoorbeeld een evenement aan het water? Vraag dan een vergunning aan bij het waterschap Amstel, Gooi en Vecht.'

Aandachtspunt is dat naast de regels in het bestemmingsplan, ook de Keur van AGV en het Verkeersbesluit AGV-1 gelden.
Aandachtspunt is dat het restauratieplan Vecht aangeeft dat het aantal woonschepen in de Vecht niet mag toenemen.  
Gemeentelijke reactie   De reactie wordt meegenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Het gevraagde overleg met AGV heeft plaatsgevonden op dinsdag 24 juli 2018.
Concreet betekent dat dat er een extra voorwaarde in art 18.3.2. wordt opgenomen dat toestemming van AGV (lees: voldaan wordt aan Keur) vereist is. Verder wordt art 30.2 (conform bovenstaande) aangepast en het stuk tekst aan de toelichting toegevoegd.
Het veegplan staat geen extra ligplaatsen voor woonschepen toe (zie art 18.4), dus zal er altijd met een afwijking van het bestemmingsplan (en dus vooraf overleg (goedkeuring) met de waterbeheerder) gewerkt moeten worden.  

Reactie van Gasunie, reactie op 12 juli 2018.

Ingetrokken op 5 augustus 2018.  

Zienswijzenfase

In het kader van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (zienswijzenprocedure) heeft het ontwerpbestemmingsplan eveneens gedurende 6 weken ter inzage gelegen in de periode van 12 september 2018 tot en met 24 oktober 2018. Tijdens deze periode zijn er vier zienswijzen ingediend. Alle ingekomen zienswijzen zijn tijdig ingediend. De nota zienswijzen is toegevoegd aan het Vaststellingsbesluit. Hieronder zijn ze de punten uit zienswijzen kort samengevat die geleid hebben tot aanpassing van het plan.

Reclamant 1, Basisweg 2

Samenvatting   De inmiddels onherroepelijke omgevingsvergunning voor de golfbaan staat horeca categorie 4 toe. Dat is in het bestemmingsplan (nog) niet verwerkt.  
Aanpassing   Aanduiding 'horecacategorie 4' is opnemen op verbeelding en toegevoegd aan de regels.  

Reclamant 2, Dammerweg 3

Samenvatting   1. In artikel 3.1 sub k staat dat 4 recreatie-eenheden met maximaal 8 bedden zijn toegestaan. Dat strookt niet met de vergunning die is afgegeven voor het perceel en tevens niet met de toelichting behorend bij het ontwerpbestemmingsplan. Daarin staat dat maximaal 6 recreatie-eenheden met maximaal 12 gasten is toegestaan. Verzoek om dit aan te passen.
2. In de planregels van het ontwerpbestemmingsplan wordt zowel over aantal gasten als over aantal bedden gesproken. Dat levert onduidelijkheid op. Verzoek om overal het begrip gasten te gebruiken.
3. Het perceel Dammerweg 3 heeft twee bedrijfswoningen. Eén daarvan is niet op de verbeelding opgenomen. Verzoek om dat alsnog te doen.
4. Abusievelijk is het perceel Dammerweg 3 abusievelijk opgenomen als rijksmonument i.p.v. gemeentelijk monument. Verzoek om dit aan te passen.  
Aanpassing   Artikel 3.1 letter k en artikel 19.6.2 letter i zijn aangepast. In de toelichting is het perceel aangemerkt als gemeentelijk monument. Tevens is de aanduiding 'maximaal aantal bedrijfswoningen' met het aantal 2 toegevoegd.  

Reclamant 3, 's-Gravelandseweg 3

Samenvatting   Reclamant gaat niet akkoord met omzetting van de bestemming Recreatie-volkstuin naar de bestemming Agrarisch. Reclamant is eigenaar en heeft de insteek om binnen 10 jaar het perceel in gebruik te nemen als volkstuin. Verzocht wordt de aanpassing terug te draaien. Anders zal aanspraak gemaakt worden op een planschadevergoeding.  
Aanpassing   Bestemmingswijziging is teruggedraaid.  

4.2 Economische uitvoerbaarheid

4.2 Economische uitvoerbaarheid

In het kader van de Grondexploitatiewet is de gemeente verplicht kosten die ten behoeve van het bestemmingsplan worden gemaakt, te verhalen. In de vorige paragraaf is beschreven dat de gemeente geen kosten maakt voor plannen die op grond van dit bestemmingsplan worden uitgevoerd. De initiatiefnemers zijn hiervoor verantwoordelijk. Wel maakt de gemeente plankosten, namelijk de kosten die zijn gemoeid bij het opstellen van het bestemmingsplan. Deze kosten zijn niet toe te schrijven aan een specifieke groep gebruikers. De gemeente neemt deze plankosten daarom voor haar rekening. Indien er aanvullende plankosten gemaakt worden voor het uitvoeren van het bestemmingsplan, bijvoorbeeld voor kleinschalige particuliere ontwikkelingen, worden dergelijke plankosten verhaald op de initiatiefnemer. Gezien bovenstaande redenering, is het opstellen van een exploitatieplan voor dit bestemmingsplan niet aan de orde.