Plan: | Beheersverordening Buitengebied Zijpe |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0441.BVBGZIJPE-VA01 |
Provinciale Staten hebben op 21 juni 2010 de Provinciale Structuurvisie Noord-Holland 2040 en de bijbehorende Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) vastgesteld. De PRVS is op 1 november 2010 in werking getreden en recentelijk gewijzigd op 22 januari 2013. In deze verordening zijn provinciale belangen geformuleerd. Per belang zijn regels opgenomen waaraan bestemmingsplannen, afwijkingsbesluiten en beheersverordeningen moeten voldoen. Hierdoor heeft de provincie meer invloed op de ruimtelijke ordening in Noord-Holland.
De beheersverordening wijkt op een aantal punten af van de provinciale ruimtelijk beleid:
De beheersverordening heeft een conserverend karakter. De bestaande situatie wordt met de beheersverordening vastgelegd. De regels uit de provinciale verordening zullen worden verwerkt in een passende planologische regeling in bestemmingsplan Buitengebied Zijpe, dat momenteel wordt opgesteld. Dit achten we gerechtvaardigd omdat dit ook al geldt in het kader van de huidige planologische situatie met de vigerende bestemmingsplannen en het feit dat op korte termijn het ontwerpbestemmingsplan voor de gronden die deze beheersverordening omvat ter inzage wordt gelegd.
De Westfriese Omringdijk heeft de status van provinciaal monument. Deze status beschermt alleen het dijklichaam zelf. De provincie Noord-Holland streeft naar ‘behoud door ontwikkeling’, wat inhoudt dat nieuwe ontwikkelingen moeten bijdragen aan het behoud en de versterking van de cultuurhistorische en landschappelijke waarde en het karakter van de Westfriese Omringdijk. Als toetsingskader voor ontwikkelingen die het dijklichaam raken en voor ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving ervan, heeft de provincie het 'Beeldkwaliteitsplan Westfriese Omringrijk' opgesteld. Dit beeldkwaliteitsplan is vastgesteld op 30 juni 2009 door Gedeputeerde Staten van Noord- Holland. De beleving van de landschappelijke waarde wordt bepaald door een aantal ruimtelijke karakteristieken:
In het beeldkwaliteitsplan wordt de dijk ingedeeld in verschillende deelgebieden. Het plangebied is gelegen in deelgebied 'boven het landschap'. Voor deze naam is gekozen, omdat de dijk hier als het ware boven het landschap zweeft. Met zijn bochten en vele wielen wordt dit traject omschreven als het kroonjuweel van de Omringdijk. Zeer karakteristiek is het weidse zicht op en vanaf de Omringdijk. Om de openheid van dit traject van de dijk te behouden, is het van belang de agrarische functie binnen deze zone te behouden en bij nieuwe verdichtende ontwikkelingen een zo groot mogelijke afstand van de dijk te behouden. Om de beleving vanuit het omringende land te vergroten ligt hier een grote kans om parallelle recreatieve routes en ommetjes vanaf de dijk te ontwikkelen. Er zijn hier herkenbare oude dijktracés aanwezig die een uitgelezen kans bieden betrokken te worden bij de recreatieve routes op de dijk.
In de beheersverordening wordt de bestaande situatie vastgelegd en worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De verordening heeft dan ook geen negatief effect op de Westfriese Omringdijk of de directe omgeving van de Westfriese Omringdijk.
Figuur 3.2: Westfriese Omringdijk ter hoogte van Schagen, deelgebied 'boven het landschap'(Bron: Beeldkwaliteitsplan Westfriese Omringdijk).
Het Provinciaal Waterplan beschrijft de kaders voor waterbeheer in Noord-Holland. Binnen deze kaders nemen hoogheemraadschappen, waterleidingbedrijven en gemeenten maatregelen om inwoners te beschermen tegen wateroverlast, de kwaliteit van het water te verbeteren en te zorgen voor voldoende wateraan- en afvoer. Het Waterplan heeft het motto 'Beschermen, benutten, beleven en beheren'. Provinciale Staten hebben het plan 16 november 2009 vastgesteld.
In paragraaf Water is invulling gegeven aan het waterbeleid van de waterbeheerder in het plangebied en de effecten op de beheersverordening.
De Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie geeft informatie over landschapstypen, aardkundige waarden, cultuurhistorische objecten, archeologische verwachtingen en structuurdragers als molens, militaire structuren en historische dijken. De kaart is een geografische uitwerking van de Leidraad landschap en Cultuurhistorie en een herziening van de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW).
Het beleid ten aanzien van landschap en cultuurhistorie is uitgewerkt in het Beleidskader Landschap en Cultuurhistorie. Hierin is een indeling gemaakt in landschapstypen en regio's en zijn de prioritaire aandachtsgebieden van de provincie beschreven. Schagen behoort tot het oude zeekleilandschap in de regio West-Friesland. De Westfriese Omringdijk is een van de prioritaire aandachtsgebieden van de provincie. De informatiekaart en het beleidskader leggen verbanden tussen landschap en cultuurhistorie in Noord-Holland. De provincie heeft voor deze benadering gekozen omdat zij landschap en cultuurhistorie meer wil verankeren in de ruimtelijke ontwikkeling.
Op 27 november 2012 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, tezamen met wijziging van de Structuurvisie Noord-Holland 2040 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (RPVS), het beleidskader Wind op land ter vaststelling aangeboden aan Provinciale Staten. Besluitvorming heeft plaatsgevonden op 17 december 2012. In antwoord op de schaalvergroting en de daarmee toegenomen ruimtelijke impact met betrekking tot windturbines die de laatste decennia heeft plaatsgevonden, komt de provincie tot een restrictief windbeleid. Onder voorwaarde van herstructurering en participatiemogelijkheden voor omwonenden kan binnen strikte ruimtelijke kaders binnen de polder Wieringermeer ruimte worden geboden voor een beperkte groei in opgesteld vermogen. Buiten de polder Wieringermeer is uitbreiding van het aantal windturbines en het nominaal vermogen niet toegestaan. Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen die betrekking hebben op de ruimtelijk relevante aspecten van windturbine, zoals de ruimtelijke kwaliteit, het opgesteld vermogen, herstructurering, de masthoogte en de rotordiameter van windturbines en de leefomgeving rondom windturbines. De provincie respecteert hierbij de bestaande planologische rechten. Solitaire windturbines en lijnopstellingen mogen worden vervangen door windturbines met dezelfde afmetingen en een evenredig vermogen. Zeker op termijn zal het één op één vervangen van windturbines minder rendabel blijken. De verwachting is dat door deze maatregel een deel van de windturbines uit bedrijf zal worden genomen, waardoor beperkt ruimte ontstaat voor opschaling en herstructurering van windturbines in kleine windparken, waarbij een evenredig opgesteld vermogen aan windturbines wordt gesaneerd.
In de vigerende plannen zitten mogelijkheden tot het oprichten van windturbines. Binnen agrarische bouwvlakken zijn solitaire molens toegestaan van 30/40 meter hoogte, en ook strook langs kanaal met bestemming windpark. Deze regels worden met deze beheersverordneing buiten toepassing verklaard in verband met provinciaal beleid. ntwikkeling van nieuwe windturbines is daarmee niet aan de orde.