direct naar inhoud van 5.2 Milieueffectrapportage
Plan: HWC Verbindingsweg 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.BPHWC2013-va01

5.2 Milieueffectrapportage

5.2.1 Wettelijk kader

Op grond van hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.) is het noodzakelijk om ten behoeve van een bestemmingsplan dat kaderstellend is voor of een besluit neemt over activiteiten die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben een milieueffectrapport (MER) op te stellen en de bijbehorende procedure (m.e.r.) te doorlopen. In het Besluit m.e.r. wordt onderscheid gemaakt tussen m.e.r.-plichtige plannen en besluiten en m.e.r.-beoordelingsplichtige besluiten. Bij een bestemmingsplan is er sprake van een m.e.r.-plicht indien het bestemmingsplan voorziet in activiteiten die staan benoemd in de kolommen 1 en 2 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. (m.e.r. staat voor milieueffectrapportage; de procedure, MER staat voor Milieueffectrapport; het daadwerkelijke rapport. ).

Vormvrije m.e.r.-beoordeling
Op 1 april 2011 is het Besluit milieueffectrapportage 1994 gewijzigd. De wijziging betreft onder andere het indicatief maken van de drempelwaarden in onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994. Hiermee wordt aan het bevoegd gezag een handvat geboden, namelijk de indicatie dat indien de omvang van de activiteit beneden de drempelwaarde ligt, er waarschijnlijk geen sprake zal zijn van aanzienlijke milieugevolgen. Het bevoegd gezag zal zich er echter nog van moeten vergewissen of de activiteit daadwerkelijk geen aanzienlijke milieugevolgen kan hebben. Het komt er op neer dat voor elk besluit of plan dat betrekking heeft op activiteit(en) die voorkomen op de D-lijst die beneden de drempelwaarden vallen een toets moet worden uitgevoerd of belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen worden uitgesloten. Voor deze toets, die dus een nieuw element is in de m.e.r.-regelgeving, wordt de term vormvrije m.e.r.-beoordeling gehanteerd. Deze vormvrije m.e.r.-beoordeling kan tot twee conclusies leiden:

  • Het is uitgesloten dat er belangrijke gevolgen voor het milieu zijn; dit moet dan in het besluit worden gemotiveerd.
  • Belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn niet uitgesloten; in dat geval is ten minste een m.e.r.-beoordeling nodig (bij besluiten) of een plan-m.e.r. noodzakelijk (bij een plan).
5.2.2 Analyse

De oprichting van de HWC Verbindingsweg valt niet onder categorie D22.1 (de oprichting, wijziging of uitbreiding van een industriƫle installatie bestemd voor de productie van elektriciteit, stoom en warm water) van het Besluit milieueffectrapportage 1994, omdat er wordt gesproken over een elektriciteitscentrale van 200 Megawatt thermisch vermogen of meer. De te realiseren hulpwarmtecentrale heeft slechts een maximale capaciteit van 30 - 35 MWth en blijft derhalve ruim onder de drempelwaarde van categorie D22.1.


In verband met het indicatief maken van de drempelwaarden in onderdeel D (m.e.r-beoordelingsplicht) van de bijlage bij het Besluit m.e.r. heeft SVP voor onderhavige ontwikkeling een vormvrije m.e.r.-beoordeling laten opstellen, zodat SVP en de gemeente Purmerend tot een goede afweging kunnen komen. Deze is uitgevoerd door DHV: 'Vormvrije m.e.r.-beoordeling Hulpwarmtecentrale Verbindingsweg' (DHV, november 2012, Bijlage 1.1).

Op basis van onderzoeksresultaten en expert judgement zijn de lokale milieueffecten van de op te richten hulpwarmtecentrale ingeschat. Hierbij is ook aangegeven of mitigerende of compenserende maatregelen mogelijk zijn waarmee eventuele negatieve effecten verminderd of voorkomen kunnen worden. In de effectbeoordeling is ervan uitgegaan dat maatregelen worden genomen zoals geluidsreducerende maatregelen en de aanleg van een waterdoorlatend parkeerterrein. Uitgangspunt is dat de best beschikbare technieken (BBT) worden toegepast.


Uit de vormvrije m.e.r.-beoordeling blijkt dat geen sprake is van bijzondere omstandigheden ten aanzien van de kenmerken en locatie van het project die zouden kunnen leiden tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu ter plaatse. Ook is geen sprake van negatieve cumulatieve effecten met andere projecten. Voor de meeste milieuaspecten geldt dat er geen effect optreedt of slechts een licht negatief effect in het geval van tijdelijke effecten tijdens de aanleg van de HWC Verbindingsweg.

5.2.3 Conclusie

Uit de resultaten van de vormvrije m.e.r.-beoordeling wordt geconcludeerd dat belangrijke nadelige milieugevolgen zijn uitgesloten. Een formele m.e.r.-beoordeling of het volgen van een (volledige) m.e.r. procedure is daarom niet nodig.