Hoger Einde-Zuid 22

4.3 Bodem

De kwaliteit van zowel de bodem en het (grond)water, zijn van invloed op de kwaliteit van het woon- en leefklimaat. Wanneer sprake is van verontreiniging, dan kan dit de volksgezondheid negatief beïnvloeden. Om deze reden dient bij functiewijzigingen rekening gehouden te worden met bodemverontreiniging.

In december 2007 is verkennend bodemonderzoek gedaan door BK Ingenieurs B.V. (zie bijlage 4) naar aanleiding van de voorgenomen onroerendgoedtransactie. Voorafgaand aan veldwerkzaamheden is vooronderzoek gedaan op basis van het NVN 5725 protocol voor bodemonderzoeken. Op basis van dit vooronderzoek werd de locatie verondersteld 'onverdacht' te zijn.

Met behulp van handboringen zijn de bodemlagen visueel onderzocht en bemonsterd. De aanwezige peilbuis is bemonsterd voor onderzoek naar de kwaliteit van het grondwater.

De verontreinigingen in de bovengrond komen overeen met wat verwacht mag worden op basis van de Bodemkwaliteitskaart (BKK). De sterke verontreiniging met lood in de ondergrond onder de bebouwing komen niet overeen met de BKK. Op grond van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem bestaat er echter geen bezwaar voor de verbouwingsplannen.

De aangetroffen historische bodemverontreiniging levert formeel beschouwd gebruiksbeperkingen op. Naast de verhardingen kan men in contact komen met de verontreinigde grond en kunnen risico's ontstaan.

De historische verontreiniging is immobiel, waardoor sanerende maatregelen niet nodig zijn. Bij gewijzigd gebruik zou er echter wel sanerende maatregelen genomen moeten worden, zoals ontgraving of verharding. Bij het huidige gebruik zijn er geen risico's.

Bij werkzaamheden in de grond (zoals het graven van een kelder) dient rekening gehouden te worden met te treffen veiligheidsmaatregelen conform publicatie 132 van het CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek).