Plan: | Veegplan gemeente Medemblik |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0420.MBLIKVeegplan-VA01 |
Dit veegbestemmingsplan (hierna: veegplan) heeft betrekking op het gehele grondgebied van de gemeente Medemblik en heeft verschillende doelen. Een eerste doel is het herstellen van de in de geldende bestemmingsplannen aanwezige ommissies. Daarnaast worden de vastgestelde 'beleidsregels huisvesting buitenlandse werknemers gemeente Medemblik' en het 'Beleid verruiming bijgebouwen in beschermd dorpsgezicht Twisk' verwerkt in de geldende bestemmingsplannen. Tot slot heeft Rechtbank Noord-Holland Noord uitspraak gedaan over een bollenbroeierij. De gevolgen van deze uitspraak hebben consequenties voor de juridische regeling van de bestemming 'Agrarisch'.
Met het nieuwe veegplan ontstaat een nieuw actueel en correct bestemmingsplan dat de functies een kader geeft waaraan (toekomstige) aanvragen omgevingsvergunning kunnen worden getoetst. Het veegplan sluit aan bij de actuele juridische en planologische situatie en voldoet aan de vormvereisten van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012). Daarnaast is het bestemmingsplan gebruiksvriendelijker voor de burger.
Tevens dient het vaststellen van het veegplan als voorbereiding op de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het voorliggende veegplan maakt -na inwerkingtreding van de Omgevingswet- onderdeel uit van het gemeentelijk Omgevingsplan van rechtswege. Voor een goede overgang is het noodzakelijk dat de basis op orde is: een eenduidige en actuele regeling voor het grondgebied van de gemeente Medemblik.
Het plangebied waarop dit veegplan van toepassing is betreft het grondgebied van de gemeente Medemblik. Het plangebied is weergegeven in onderstaande figuur.
Figuur 1.1: Plangebied veegplan gemeente Medemblik.
Dit bestemmingsplan voorziet, naast een algemene regeling die op gehele grondgebied van toepassing is, specifiek voor een aantal locaties in een plaatsgebonden regeling. In paragraaf 2.2 wordt hier op ingegaan. In bijlage 1 is een overzicht gegeven van de betreffende aanpassingen.
Het plangebied betreft het grondgebied van de gemeente Medemblik. Hiervoor gelden verschillende bestemmingsplannen. In onderstaand overzicht is aangegeven op welke bestemmingsplannen dit veegplan van toepassing is.
Naam bestemmingsplan | identificatienummer | vastgesteld |
Buitengebied | NL.IMRO.0420.14410105-VA01 | 22-02-2018 |
Dorpskern I | NL.IMRO.0420.BPHDorpskernenI-VA01 | 29-09-2016 |
Dorpskernen II Herziening 2014 | NL.IMRO.0420.BPHDorpskernenII-VA01 | 29-06-2016 |
Dorpskernen III | NL.IMRO.0420.BPHDorpskernenIII-VA02 | 26-04-2018 |
Dorpskernen IV | NL.IMRO.0420.BPHDorpskernenIV-VA01 | 29-09-2016 |
Bedrijventerreinen | NL.IMRO.0420.BPKBEDRIJVEN-VA01 | 04-07-2013 |
Medemblik Woongebieden | NL.IMRO.0420.BPKMEDWOONGEBIEDEN-VA01 | 04-07-2013 |
Medemblik - Binnenstad | NL.IMRO.04200000MEDBINNENSTAD- | 08-12-2008 |
Benningbroek - Ganker 4b | NL.IMRO.0420.BPBENGanker4b-VA01 | 16-12-2021 |
Tevens is het veegplan ook van toepassing op geldende wijzigingsplannen en herzieningen die deel uitmaken van bovengenoemde bestemmingsplannen.
Met dit veegplan worden regelingen in de genoemde bestemmingsplannen in de regels en/of op de verbeelding geheel of gedeeltelijk herzien.
Opzet veegplan
De geldende bestemmingsplannen vormen de basis voor het veegplan. De aanpassingen worden toegevoegd aan de regels en verwerkt op de verbeelding. Alleen de aanpassingen worden in het veegplan meegenomen. De geldende bestemmingsplannen blijven van toepassing op de gronden die niet gewijzigd worden.
Het veegplan gaat vergezeld van een beknopte toelichting. Hierbij wordt de nadruk gelegd op de motivatie van de juridische regeling en de aanpassingen in de regels en op de verbeelding. In de toelichting wordt per onderdeel op hoofdlijnen in gegaan op de aanpassingen die in het veegplan zijn opgenomen. Daarmee is helder in beeld op welke onderdelen het veegplan specifiek betrekking heeft.
Na raadsvaststelling van het veegplan en de publicatie op www.ruimtelijkeplannen.nl beschikt de gemeente Medemblik over een actueel plan voor het gemeentelijk grondgebied dat een goede basis vormt voor het toekomstige 'tijdelijke' omgevingsplan en kan worden doorgezet naar het digitaal stelsel Omgevingswet (DSO).
In een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd is met een aantal milieuaspecten, zoals bodem en water. Voorliggend bestemmingsplan betreft een veegbestemmingsplan. Dit betekent dat de vastgestelde bestemmingsplannen slechts op enkele aspecten wordt aangepast.
Omdat het plan niet voorziet in het toestaan van nieuwe ontwikkelingen en de huidige bestaande functies in het gebied zijn getoetst aan de milieuaspecten, hetzij in de bestemmingsplannen hetzij in een besluit/vergunning, is opnieuw toetsen aan de milieuaspecten niet noodzakelijk. Ook het opstellen van een m.e.r.-beoordelingsnotitie is niet aan de orde. Voor toetsing aan de milieuaspecten wordt verwezen naar de toelichting van geldende bestemmingsplannen gemeente Medemblik.
In deze toelichting worden, na dit inleidende hoofdstuk, in hoofdstuk 2 de aanpassingen beschreven, waarbij de inhoud en juridische vertaling per locatie uiteen wordt gezet. Hoofdstuk 3 bevat het beleidskader en in hoofdstuk 4 worden de milieu- en omgevingsaspecten bij het plan toegelicht. In hoofdstuk 5 wordt de juridische systematiek van het plan uitgelegd en tot slot is in hoofdstuk 6 de uitvoerbaarheid van het plan uitgewerkt.
Ter voorbereiding op de inwerkingtreding van de Omgevingswet wil de gemeente Medemblik de geldende bestemmingsplannen binnen het gemeentelijke grondgebied op onderdelen herzien. Het veegplan bevat geen nieuwe ontwikkelingen waarvoor het opstellen van een planmer noodzakelijk is. Het veegplan levert een bijdrage aan het zo goed mogelijk up to date zijn van het 'tijdelijke' Omgevingsplan.
Het veegplan bestaat uit de volgende onderdelen, te weten:
Na vaststelling van de bestemmingsplannen heeft de gemeente Medemblik in de planregels en op de verbeelding omissies geconstateerd die de gemeente in het veegplan wil gaan herstellen. Het gaat hierbij om aanpassingen op de verbeelding (toevoegen en/of verwijderen van een bestemming of een aanduiding) en ondergeschikte aanpassingen in de regels.
Op de volgende locaties zijn wijzigingen doorgevoerd:
Adres |
Midwouder Dorpsstraat 16, Midwoud (kerk) |
Midwouder Dorpsstraat 16A, Midwoud (toren) |
Dorpsweg 121, Twisk (Kerk) |
Zwaagdijk 160 - 162, Zwaagdijk-Oost |
Zwaagdijk 58, Zwaagdijk-Oost |
Dorpsstraat 204a, Wervershoof |
Almereweg 40, Medemblik |
Hornpad 8, Andijk |
Dorpsweg 159 en 159a, Twisk |
Zwaagdijk 406, Zwaagdijk-West |
Tripkouw 40-42, Midwoud |
Nieuwstraat 24-30, Wervershoof |
Onderdijk 213, Wervershoof |
Nieuweweg 45, Opperdoes |
Nieuweweg 7, Opperdoes |
Kleingouw 179A en 180A, Andijk |
Zwaagdijk 360, Zwaagdijk-West |
Dorpsstraat 5, Abbekerk |
Zwaagdijk 310, Zwaagdijk-Oost |
Nes 142 Wervershoof |
Raiffeisenlaan 2/Dorpsstraat 9 Wervershoof |
Tuinstraat 27a Benningbroek |
Kanaalstaat 58c - 58e Medemblik |
Hoek Vlietsingel en IJsselmeerdijk Medemblik |
Dijkgraafstraat - Koggenlaan Medemblik |
Oosterstraat 82 Benningbroek |
Camping Rovers, Zuideinde 65 te Abbekerk |
Nieuwe Dijk 15 Andijk |
Het Eiland 47-65, Wervershoof |
Kleingouw 1 Andijk |
Molenweg 4 Wervershoof |
Dorpsweg 141 Twisk |
Tuinstraat 33 Hauwert |
Onderdijk 175 Wervershoof |
Heemraad Witweg 3 Oostwoud |
Zwaagdijk 265, Zwaagdijk-Oost |
In bijlage 1 zijn de doorgevoerde omissies/verleende omgevingsvergunningen opgesomd.
In 2019 is gemeente Medemblik gestart met het evalueren van het gemeentelijk beleid rondom de huisvesting van buitenlandse werknemers. Deze evaluatie heeft bouwstenen opgeleverd voor het nieuwe gemeentelijk beleid. Met het nieuwe beleid en het intrekken van de verschillende oude beleidsregels ontstaat één helder beleidskader op basis waarvan de gemeente initiatieven tot huisvesting werknemers kan toetsen.
Na evaluatie van het geldende beleid is de gemeente overgegaan tot herziening van het beleid. Het beleid heeft betrekking op tijdelijke huisvesting van werknemers in de vorm van short- en mid-stay, waarbij short-stay sprake is tijdelijke huisvesting van werknemers voor een periode korter dan vier maanden en bij mid-stay sprake is van huisvesting voor een periode vanaf vier maanden tot drie jaar.
Doelstelling van het beleid is om meer kwalitatief goede huisvesting te realiseren in de gemeente Medemblik, zodat werknemers van een gedegen huisvesting worden voorzien. Belangrijkste uitgangspunt hierbij is dat er sprake moet zijn van een goede en veilige woon- en leefomgeving voor de werknemers. Daarnaast is een goede ruimtelijke inpassing in de omgeving van belang.
De ruimtelijke aspecten die een rol spelen zijn in dit beleid per huisvestingscategorie toegelicht. Hierbij wordt ook ingegaan op het maximaal te realiseren aantal huisvestingsplekken.
Figuur 2.3: Beleidsmatrix huisvesting werknemers (bron: Beleidsregels huisvesting buitenlandse werknemers gemeente Medemblik)
De juridische regeling in de geldende bestemmingsplannen is aangepast c.q. aangevuld op basis van bovenstaande beleidsuitgangspunten.
De belangrijkste wijzigingen van het beleid zijn:
Na vaststelling van het beleid huisvesting buitenlandse werknemers gemeente Medemblik is de Omgevingsverordening provincie Noord-Holland gewijzigd waarbij de huisvesting van buitenlandse werknemers op bedrijventerreinen alleen met een tijdelijke omgevingsvergunning mogelijk kan worden gemaakt. Het vastgestelde beleid van gemeente Medemblik is in strijd met de provinciale omgevingsverordening. Het veegplan wordt op dit punt aangepast en de regeling voor huisvesting buitenlandse werknemers gemeente Medemblik op bedrijventerrreinen is hiermee geschrapt.
Het college van Burgemeester en wethouders heeft op 30 november 2021 beleid vastgesteld tot het opnemen van een verruiming voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken binnen het beschermd dorpsgezicht van het dorp Twisk. Bij het opstellen van het beleid voor de verruiming van bijbehorende bouwwerken is de provincie Noord-Holland betrokken geweest.
Binnen het aangewezen beschermd dorpsgezicht in Twist geldt nu nog een aanvullende regeling voor het bouwen van hoofdgebouwen en andere bouwwerken. Voor de bouw van bijbehorende bouwwerken (bijgebouwen ed.) is binnen de dubbelbestemming Beschermd dorpsgezicht geen aanvullende regeling opgenomen.
Door een aanvullende regeling op te nemen voor bijbehorende bouwwerken binnen het beschermd dorpsgezicht wil de gemeente mogelijkheden bieden om onder voorwaarden bijbehorende bouwwerken te bouwen. Hiervoor is een omgevingsvergunning nodig. Er geldt per perceeloppervlakte een maximum oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken.
Er is in de juridische regeling een staffel opgenomen.
perceeloppervlakte | gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
(bouw)perceeloppervlakte tot 500 m² | geen vergroting mogelijk |
perceeloppervlakte tussen 500 en 700 m² | vergroting mogelijk tot 75 m² |
perceeloppervlakte tussen 700 en 900 m2 | vergroting mogelijk tot 90 m² |
perceeloppervlakte van meer dan 900 m2 | vergroting mogelijk tot 100 m² |
Per bouwperceel mag niet meer dan 50% worden bebouwd.
De aangepaste juridische regeling uit het bestemmingsplan 'Dorpskernen II' is opgenomen in artikel 48 van de regels.
Uit Jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) volgt dat bij een 'reizende bollenkraam' (bollenbroeierij) geen sprake is van een agrarische bedrijfsvoering waarbij het gebruik van de gronden (niet altijd) noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, bijvoorbeeld als er bollen worden ingekocht bij derden.
Op basis van deze uitspraak vallen bollenbroeierijen niet onder een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering. In het bestemmingsplan Buitengebied, binnen de bestemming 'Agrarisch', zijn alleen vormen van grondgebonden agrarische bedrijven toegestaan. Niet-grondgebonden agrarische bedrijven zijn in de specifieke gebruiksregels aangemerkt als strijdig gebruik met de bestemming.
In het bestemmingsplan Buitengebied en de Kernen I tot en met IV hebben bollenbroeierijen daarom niet een passende juridische regeling gekregen. Deze omissie is in dit veegplan herstelt.
Binnen de gemeente zijn bollenbroeierijen een belangrijke economische factor. Er is speciaal beleid voor grootschalige agrarische bedrijvigheid dat gebaseerd is op de ontwikkeling van grote bollenbroeierijen.
In de bestemming 'Agrarisch' van de bestemmingsplannen Buitengebied en Kernen I tot en met IV wordt de bestemmingsomschrijving een aanvulling gedaan in sublid b.. In sublid b. wordt de volgende tekst toegevoegd: met inbegrip van bollenbroeierijen. Hiermee zijn bollenbroeierijen binnen de bestemming 'Agrarisch' toegestaan.
In schuurkassen worden de bollen gebroeid en voorgetrokken om de gewassen te kunnen verkopen. Binnen de bestemming 'Agrarisch' zijn schuurkassen niet expliciet toegestaan. Schuurkassen zijn echter noodzakelijk voor de agrarische bedrijfsvoering en komen ook overal binnen de gemeente voor. Schuurkassen onderscheiden zich qua ruimtelijke uitstraling ook niet wezenlijk van 'gewone' bedrijfsruimten die wel bij recht zijn toegestaan. In het veegplan zijn de schuurkassen daarom bij recht toegestaan en opgenomen in de bestemmingsomschrijving. In de bouwregels is de goot- en bouwhoogte opgenomen in het maatvoeringsschema. De goothoogte mag maximaal 8 meter zijn en de bouwhoogte mag maximaal 12 meter hoog zijn.
Voor het perceel Ganker 4b te Benningbroek is in 2021 door middel van de 'ruimte voor ruimte' regeling een bestemmingsplan vastgesteld voor de realisatie van zes bouwkavels. Op verzoek van de kopers van de meest noordelijke kavel wordt het bouwvlak circa 20 meter naar het noorden verplaatst. Hiermee komt de woning centraal op het perceel te liggen en is een kortere toegangsweg nodig voor de ontsluiting van het perceel. Door het verschuiven van het bouwvlak ontstaat er tevens aan beide zijden van de woning een doorkijk naar de achtergelegen agrarische percelen. De noordelijke en zuidelijke woning komen op ongeveer een gelijke afstand van de vier geclusterde woningen. Hierdoor ontstaat een symmetrische opbouw van het bebouwingslint.
Voor meer achtergrond van deze ontwikkeling is het oorspronkelijk bestemmingsplan Benningbroek - Ganker 4B te raadplegen via https://www.ruimtelijkeplannen.nl/?planidn=NL.IMRO.0420.BPBENGanker4b-VA01.
Na vaststelling van het veegplan, vormt het veegplan samen met de geldende bestemmingsplannen binnen het grondgebied van de gemeente Medemblik, het juridisch bindende bestemmingsplan voor de gemeente.
Om te bepalen wat het geldende juridische regiem is, dienen de bestemmingsplannen samen met het veegplan geraadpleegd te worden. De regels uit de oorspronkelijke bestemmingsplannen kunnen geheel of gedeeltelijk zijn vervangen door de regels uit het veegplan. De optelsom van de regels vormt het juridisch bindende regiem.
De digitale verbeelding van het veegplan maakt na vaststelling onderdeel uit van de oorspronkelijke bestemmingsplannen. Digitaal wordt er een relatie gelegd tussen de bestemmingsplannen en het veegplan. Dit betekent dat het veegplan onderdeel is van bestemmingsplannen gemeente Medemblik.
Een bestemmingsplan mag niet in strijd zijn met de beleidskaders op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau. Op nationaal niveau zijn de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) relevant. Op provinciaal niveau zijn dit de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening van de provincie Noord-Holland.
Dit bestemmingsplan maakt globaal het volgende mogelijk:
Voor de genoemde categorieën wordt gesteld dat - gelet op de aard, de inhoud en de schaal van de wijzigingen - het provinciaal en Rijksbeleid geen rol spelen. Bovendien gaat het om het positief bestemmen van al legaal aanwezige functies of bouwwerken. Dit plan is dan ook in overeenstemming met dit beleid.
Vanuit het gemeentelijke beleid worden enkele geldende bestemmingsregelingen aangepast. Dit is het beleid huisvesting buitenlandse werknemers (zie 2.3) en het beleid verruiming bijbehorende bouwwerken beschermd dorpsgezicht Twisk (zie 2.4).
In een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd is met een aantal milieuaspecten, zoals bodem en water. Voorliggend bestemmingsplan betreft een veegbestemmingsplan. Dit betekent dat vastgestelde bestemmingsplannen slechts op enkele aspecten wordt aangepast.
Omdat het plan niet voorziet in het toestaan van nieuwe ontwikkelingen en de huidige functies in het gebied zijn getoetst aan de milieuaspecten, hetzij in bestemmingsplan hetzij in een besluit/vergunning, is opnieuw toetsen niet noodzakelijk. Ook het opstellen van een m.e.r.-beoordelingsnotitie is niet aan de orde. Voor toetsing aan de milieuaspecten wordt verwezen naar de toelichting van de geldende bestemmingsplannen.
In dit hoofdstuk worden de voor de ontwikkeling relevante milieuaspecten beschreven. Dit hoofdstuk bevat de uitkomsten van de benodigde onderzoeken met de daarbij behorende conclusies.
Toetsingskader
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient er in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat als de bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig gesaneerd wordt, dat het kan worden gebruikt voor de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen worden bij voorkeur op schone grond gerealiseerd. Verdachte plekken met betrekking tot de kwaliteit van de bodem dienen in het kader van de Wet bodembescherming bij ruimtelijke plannen en projecten te worden gesignaleerd vanuit een goede ruimtelijke ordening.
Onderzoek en conclusie
Voor de verschuiving van het noordelijke bouwvlak van het bestemmingsplan Benningbroek - Ganker 4b is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd.
Op basis van het uitgevoerde onderzoek kan worden geconcludeerd dat vanuit milieuhygiënisch oogpunt geschikt wordt geacht voor het beoogde gebruik. In het bovengrondmengmonster BM1 zijn geen verhogingen aangetroffen. In het ondergrondmengmonster OM1 zijn eveneens geen verhogingen aangetroffen. Ook in het grondwatermonster Pb wm1 zijn geen verhogingen aangetroffen. Nader bodemonderzoek voor deze locatie wordt niet noodzakelijk geacht.
Het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek is opgenomen in bijlage 2.
Voor toetsing aan de overige milieu- en omgevingsaspecten wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan Benningbroek - Ganker 4b. en de bijlagen bij de toelichting van het bestemmingsplan Benningbroek - Ganker 4b.
Er is gekozen voor de vorm van een herziening die wordt toegevoegd op of aan de bestaande bestemmingsplannen die in paragraaf 1.3 zijn genoemd. In de regels wordt aangegeven welke regels op welk plan van toepassing zijn.
De verbeelding bevat naast de plancontour die het gehele gemeentelijk grondgebied omvat, een aantal bestemmingen en aanduidingen. Deze bestemmingen en aanduidingen geven de veranderingen op de verbeelding weer ten opzichte van de geldende plannen.
Ter plaatse waar een bestemming op de verbeelding is opgenomen, wordt de bestemming uit het geldende bestemmingsplan op de aangegeven locatie in zijn geheel vervangen door een nieuw bestemmingsvlak (inclusief nieuwe aanduidingen waar dat nodig is). De weergegeven bestemming op de verbeelding is gekoppeld aan de juridische regeling in de regels. In de regels is in de naam van de artikelen een verwijzing gemaakt naar het betreffende artikel van het geldende bestemmingsplan. De koppeling naar bijvoorbeeld artikel 8 Maatschappelijk uit het bestemmingsplan Dorpskernen II is in de juridische regeling als volgt opgenomen 'Artikel 21 Maatschappelijk (Artikel 8 Bestemmingsplan
Dorpskernen II Herziening 2014)'
. Hiermee is het voor een ieder duidelijk welke bestemming uit het geldende bestemmingsplan van toepassing is.
De regels van de huidige bestemmingsplannen zijn op een aantal punten aangevuld of geheel of gedeeltelijk herzien, maar blijven voor het overige van kracht. De aanpassingen hebben geen gevolgen voor de opbouw en uitgangspunten van het bestemmingsplan.
In de regels staat op welke wijze de bestemmingsplannen zijn herzien. In een aantal gevallen betreft het een toevoeging op een bestaande regel. Ook dit wordt bij de betreffende aanpassing vermeld.
De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds aangetoond door de financiële haalbaarheid en anderzijds via de grondexploitatieregeling vanuit de wetgeving. In dit bestemmingsplan worden vooreerst geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt waarbij deze aspecten aangetoond moeten worden. Het plan maakt immers, ten opzichte van geldende regelingen en vergunningen, geen nieuwe bouwplannen mogelijk. Daarbij komt dat dit bestemmingsplan ook niet voorziet in de uitvoering van werken door de gemeente. Het aantonen van de financiële haalbaarheid is niet nodig en de grondexploitatieregeling is niet van toepassing. De vaststelling van een exploitatieplan is bij dit bestemmingsplan niet van toepassing
Vooroverleg
In artikel 3.1.1. Bro is bepaald dat bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg wordt gepleegd met de voor het onderwerp betrokken overheden of instanties.
Het voorontwerpbestemmingsplan 'Veegplan gemeente Medenblik' heeft met ingang van 17 maar tot en met 28 april 2023 ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is een ieder in de gelegenheid gesteld om op dit veegplan te reageren. Er zijn zes inspraakreacties en drie overlegreacties ontvangen.
De ontvangen reactie zijn samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie. Tevens is aangegeven of dat heeft geleidt tot aanpassing van het veegplan.
Ook zijn twee ambtshalve aanpassingen voorgesteld.
De Reactienota inspraak- en overleg reacties en ambtshalve toevoegingen op het voorontwerpbestemmingsplan 'Veegplan gemeente Medemblik' is opgenomen in bijlage 3.
Zienswijzen
Nadat de reacties uit vooroverleg zijn beantwoord en eventuele aanpassingen in het plan zijn verwerkt, wordt het ontwerp-bestemmingsplan gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn kan eenieder een zienswijzen indienen.
Het ontwerpbestemmingsplan ‘Veegplan gemeente Medemblik’ heeft vanaf 14 juli 2023 tot 26 augustus 2023 ter inzage. Gedurende deze termijn is een ieder in de gelegenheid gesteld een zienswijze indienen tegen het ontwerp. Ook de overlegpartners hebben de gelegenheid gekregen om te reageren op het ontwerp. Er zijn twee zienswijzen ontvangen op verschillende onderdelen van het veegplan.
De ontvangen zienswijzen zijn samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie. Tenslotte is aangegeven in hoeverre de reactie aanleiding geeft tot het aanpassen van het veegplan. Naast de zienswijzen worden vijf ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. De reactienota zienswijzen is opgenomen in bijlage 4.
Vaststelling
Nadat de ingekomen zienswijzen zijn beantwoord, wordt het bestemmingsplan – al dan niet gewijzigd – ter vaststelling aangeboden aan de raad. Na publicatie start de beroepstermijn van zes weken. Het vaststellingsbesluit staat open voor beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.