direct naar inhoud van Artikel 19 Maatschappelijke doeleinde
Plan: Grote Waal 2005
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0405.0000BPGroteWaal200-0001

Artikel 19 Maatschappelijke doeleinde

 

Bestemmingsomschrijving

 

A.    De op de kaart voor maatschappelijke doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1.    gebouwen ten behoeve van:

a.     sociaal-/culturele doeleinden;

b.     sociaal-/medische doeleinden;

c.     doeleinden van openbare dienstverlening;

d.     religieuze doeleinden;

e.     onderwijsdoeleinden;

f.      doeleinden van sport en recreatie;

g.     dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;

h.     woningen, voorzover het de tweede en hogere bouwlagen betreft, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “wonen toegestaan”;

2.    tuinen, erven en terreinen;

met de daarbijbehorende:

3.    tuinen, erven en terreinen;

4.    parkeervoorzieningen;

5.    groenvoorzieningen;

6.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

Bebouwingsbepalingen

 

B.    1.   Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

a.     de gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.     het bebouwingspercentage van het bouwvlak zal ten hoogste het op de kaart aangegeven percentage bedragen;

c.     de hoogte van een gebouw zal ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen.

 

2.    Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

a.     de hoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

b.     de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

           

Nadere eisen

 

C.    Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

1.    de woonsituatie;

2.    de verkeersveiligheid;

3.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

 

Vrijstelling van de bebouwingsbepalingen

 

D.    Burgemeester en Wethouders kunnen, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld,  de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, vrijstelling verlenen van:

-       het bepaalde in lid B sub 1 onder a en toestaan dat buiten het bouwvlak per bouwperceel één gebouw ten behoeve van berging of stalling, of andere vormen van beheer wordt gebouwd, mits:

a.     de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 50 m² zal bedragen;

b.     de hoogte van een gebouw ten hoogste 3,00 m zal bedragen.

 

Gebruiksvoorschriften

 

E.    1.   Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming.

 

2.    Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in sublid 1, wordt in ieder geval gerekend:

a.     het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige detailhandel;

b.     het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden anders dan dienstverlenende bedrijven of dienstverlenende instellingen;

c.     het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;

d.     het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.

 

3.    Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in sublid 1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

 

Strafbepaling

 

F.    Overtreding van het bepaalde in lid E sub 1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.