direct naar inhoud van Artikel 20 Bedrijfsdoeleinden
Plan: Grote Waal 2005
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0405.0000BPGroteWaal200-0001

Artikel 20 Bedrijfsdoeleinden

 

Bestemmingsomschrijving

 

A.    De op de kaart voor bedrijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1.    bedrijfsgebouwen ten behoeve van:

a.     bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;

b.     dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;

alsmede voor:

c.     een gemeentelijke brandweerpost, indien de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding “gemeentelijke brandweerpost toegestaan”;

met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;

met de daarbijbehorende:

2.    tuinen, erven en terreinen;

3.    paden;

4.    parkeervoorzieningen;

5.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

Bebouwingsbepalingen

 

B.    1.   Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

a.     als gebouw mogen uitsluitend bedrijfsgebouwen worden gebouwd;

b.     de gebouwen zullen binnen het bouwvlak worden gebouwd;

c.     het bebouwingspercentage van het bouwvlak zal ten hoogste het op de kaart aangegeven percentage bedragen;

d.     de hoogte van een gebouw zal ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen.

 

2.    Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

a.     de hoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

b.     de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

 

Nadere eisen

 

C.    Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

1.    de woonsituatie;

2.    de verkeersveiligheid;

3.    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

 

Gebruiksvoorschriften

 

D.   1.   Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming.

 

2.    Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in sublid 1, wordt in ieder geval gerekend:

a.     het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de woonfunctie;

b.     het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige kantoren;

c.     het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;

d.     het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;

e.     het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;

f.      het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.

 

3.    Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

a.     het bepaalde in lid A sub 1 juncto sublid 1 en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, mits:

1.    het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen betreft;

2.    het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 2, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting kunnen hebben;

b.     het bepaalde in sublid 2 onder c juncto sublid 1 en toestaan dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, niet zijnde detailhandel in voedings- en genotmiddelen.

 

4.    Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in sublid 1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

 

Strafbepaling

 

E.    Overtreding van het bepaalde in lid D sub 1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.