Plan: | Grote Waal 2005 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0405.0000BPGroteWaal200-0001 |
A. De op de kaart voor sport- en recreatiedoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
1. sport- en speelterreinen en kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
2. gebouwen ten behoeve van:
a. kleedruimtes en sanitaire voorzieningen;
b. voorzieningen, zoals een kantine;
c. onderhoud en beheer;
met de daarbijbehorende:
3. paden;
4. groenvoorzieningen;
5. water;
6. parkeervoorzieningen;
7. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
B. 1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
a. de gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b. het bebouwingspercentage van het bouwvlak zal ten hoogste het op de kaart aangegeven percentage bedragen;
c. de hoogte van een gebouw zal ten hoogste 8,00 m bedragen.
2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
b. de hoogte van lichtmasten zal ten hoogste 15,00 m bedragen;
c. de hoogte van ballenvangers zal ten hoogste 10,00 m bedragen;
d. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
C. Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
1. de woonsituatie;
2. de verkeerssituatie;
3. de milieusituatie;
4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
D. Burgemeester en Wethouders kunnen, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, vrijstelling verlenen van:
- het bepaalde in lid B sub 1 onder a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- de gezamenlijke oppervlakte van de buiten het bouwvlak gelegen gebouwen ten hoogste 40 m² zal bedragen.
Gebruiksvoorschriften
E. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming.
2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in sublid 1, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in sublid 1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
F. Overtreding van het bepaalde in lid E sub 1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.