direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd Lint (uit te werken)
Plan: Bangert en Oosterpolder
Status: goedgekeurd
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.04050000BPBangertOoster-

Artikel 6 Gemengd Lint (uit te werken)

 

Lid 1      Doeleindenomschrijving

De op de plankaart voor ' Gemengd Lint (uit te werken)' (GLU) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a      woningen;

b      bedrijfs- en kantoorfuncties;

c      maatschappelijke voorzieningen;

d      particuliere dienstverlening;

e      verkeer- en verblijfsdoeleinden, inclusief parkeervoorzieningen;

f       water, waterhuishoudkundige voorzieningen en groen;

g      bijbehorende voorzieningen.

 

waarbij mede de volgende bepalingen van toepassing zijn:

 

1      Als woning zijn toegestaan eengezinswoningen met de daarbij behorende erven en tuinen. Daarnaast zijn op enkele kwadranten van de aansluitingen van de Strip op de linten meergezinswoningen toegestaan.

 

2      De niet-woonfuncties mogen uitsluitend in combinatie met – en ondergeschikt aan – het wonen worden uitgeoefend.

 

3      Uitsluitend kunnen worden toegestaan bedrijfsactiviteiten die voorkomen in de Staat van bedrijfstypen, zoals opgenomen in bijlage 1 van deze voorschriften, behoren tot milieucategorie 1, uitgezonderd bestaande en te handhaven bedrijven, die zijn genoemd in bijlage 3 van deze voorschriften.

 

4      Ter plaatse van de aanduiding 'Rijksmonument' zijn de gronden bestemd voor het rijksmonument "de Barmhartige Samaritaan".

 

5      Bij de inrichting van het gebied dient voorts rekening te worden gehouden met de

dubbelbestemmingen 'Veiligheidszone aardgastransportleiding' en 'Archeologisch waardevol gebied', alsmede het bepaalde in artikel 19;

 

6      Ter plaatse van de aanduiding 'gebiedsontsluiting langzaam verkeer' zijn de gronden tevens bestemd voor hoofdroutes voor het langzaam verkeer. Parkeren dient op eigen erf te geschieden.

 

7      Ter plaatse van de aanduidingen 'doorgang gebiedsontsluitingsweg' zijn de gronden bestemd voor de gebiedsontsluitingsweg.

 

Lid 2      Beschrijving in hoofdlijnen

Het aanwezige ruimtelijke karakter van de linten en aanliggende bebouwing dient te worden behouden, en waar mogelijk te worden versterkt, conform het beeldkwaliteitsplan De Linten. Het wonen wordt, als hoofdfunctie van de linten, gehandhaafd. Dit wonen vindt hoofdzakelijk plaats in vrijstaande woningen langs de linten. Op enkele kwadranten van de aansluitingen Strip – Dorpsstraat en Strip – Bangert zijn ook meergezinswoningen, in de vorm van markante lintbebouwing toegestaan.

 

Het economisch functioneren van de linten dient eveneens te worden gehandhaafd en zo mogelijk versterkt te worden. Het wegvallen van agrarische grondgebonden functies dient te worden gecompenseerd door middel van het toelaten van nieuwe economische functies. Hierbij wordt de voorwaarde gesteld dat nieuwe functies geen afbreuk doen aan het nagestreefde woonmilieu, maar hieraan een positieve bijdrage leveren. Dit betekent onder meer dat de nieuwe functies in ruimtelijk en milieuhygiënisch opzicht moeten passen in de woonomgeving.

 

Voor het overige worden, behalve de woonfunctie, geen zelfstandige functies voorzien. Daartoe worden toelaatbare economische functies altijd gecombineerd met de woonfunctie.

Een belangrijk trefwoord is kleinschaligheid. Omvangrijke bedrijven of kantoren passen niet in het voorgestane woonmilieu. Praktijkruimten en particuliere dienstverlening daarentegen wel. Bestaande economische functies die afwijken van het hiervoor beschreven profiel kunnen in de huidige vorm worden gehandhaafd, maar in uitbreiding wordt niet voorzien.

Het plan voorziet in een zorgvuldige inpassing van het rijksmonument 'De Barmhartige Samaritaan'.

 

Lid 3      Uitwerkingsregels

a      Burgemeester en wethouders werken de bestemming 'Gemengd Lint (uit te werken)' uit met inachtneming van de navolgende leden. Daarbij dienen tevens in acht te worden genomen:

1     de plankaart;

2     het bepaalde in paragraaf I en artikel 19;

3     het bepaalde in lid 1 en lid 2;

Tevens is het bepaalde in artikel 3 (Algemene beschrijving in hoofdlijnen) van toepas-

sing.

 

b      binnen de bestemming zijn toegestaan:

1     gebouwen ten dienste van de in lid 1 genoemde doeleinden;

2     bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van die doeleinden;

3     andere werken, ten dienste van die doeleinden;

c      bedrijfs- en kantoorfuncties, alsmede particuliere dienstverlening kunnen worden toegelaten voor zover zij planologisch inpasbaar zijn in, alsmede een positieve bijdrage leveren aan de hoofdfunctie van de linten, zijnde het wonen;

d      de hoogte van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 11 m respectievelijk 7 m;

e      indien het bouwperceel minder dan 500 m² bedraagt, mag de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing niet meer dan 40% van het bouwperceel bedragen;

f       indien het bouwperceel 500 m² of meer bedraagt, mag de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing niet meer dan 30% van het bouwperceel bedragen, met dien verstande dat ten minste 200 m² is toegestaan met een maximum van 500 m²;

g      ter plaatse van de aanduidingen 'markante lintbebouwing' is een meergezinswoning toegestaan, met dien verstande dat:

1     deze moet zijn voorzien van een kap met minimaal twee hellingen, waarvan de dakhelling minimaal 40° en maximaal 50° mag bedragen;

2     de oppervlakte maximaal 400 m² mag bedragen;

3     de goot- en nokhoogte maximaal 3,5 m respectievelijk 13,5 m mag bedragen;

 

Lid 4      Bouwverbod

Op gronden als bedoeld in lid 1 mag niet worden gebouwd dan nadat het plan voor de betreffende gronden is uitgewerkt in de zin van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en alsdan uitsluitend overeenkomstig een vigerend uitwerkingsplan.

 

Lid 5      Anticipatie

In afwijking van het bepaalde in lid 4 mag op deze gronden worden gebouwd, indien:

a      het bouwplan in overeenstemming is met een (voor)ontwerp uitwerkingsplan, dat de instemming heeft van het college van burgemeester en wethouders, en

b      ten aanzien van het bouwplan een overeenkomstige procedure is gevolgd als vermeld in lid 7.

 

Lid 6      Partiële uitwerking

Uitgangspunt bij partiële uitwerking dient te zijn dat de integraliteit van de totale bestemming wordt gewaarborgd.

Lid 7      Procedurebepaling

Alvorens toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 3 wordt de procedure gevolgd, die is vervat in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.