direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf - Manege
Plan: Blokker, Zwaag en Nieuwe Steen-Oost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0405.BPBlokkerZwaageo-OH01

Artikel 6 Bedrijf - Manege

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • 1. gebouwen ten behoeve van:
    • a. manege-activiteiten al dan niet in combinatie met horeca categorie 3;
    • b. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

met de daarbijbehorende:

  • 2. tuinen, erven en terreinen;
  • 3. parkeervoorzieningen;
  • 4. groenvoorzieningen;
  • 5. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. een bedrijfswoning mag uitsluitend gebouwd worden ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. het aantal bedrijfswoningen mag per per bedrijf ten hoogste één bedragen;
  • d. de goot- en bouwhoogte en het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag ten hoogste:
    • 1. de in de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)', aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen;
    • 2. het in de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)', aangegeven percentage bedragen.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
6.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bouwwerken ten behoeve van het wonen, met uitzondering van de gronden ter plaatse aangeduid als 'bedrijfswoning';
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van intensieve veehouderijbedrijven;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel.