direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijventerrein - 2
Plan: Vreelandseweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.13bp00vreelandsew-va02

Artikel 7 Bedrijventerrein - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven behorende tot categorie 2 en 3.1 van de in de bijlage bij deze regels opgenomen "Staat van Bedrijfsactiviteiten", ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
  • b. bedrijven behorende tot categorie 2, 3.1 en 3.2 van de in de bijlage bij deze regels opgenomen "Staat van Bedrijfsactiviteiten", ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
  • c. groen- en watervoorzieningen;
  • d. parkeerplaatsen;
  • e. interne ontsluitingswegen;
  • f. water;
  • g. ondergeschikte detailhandel;

en tevens voor:

  • h. een onderneming in de creatieve industrie;
  • i. een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van LPG, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  • j. een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met LPG, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
  • k. onderwijs, fysiotherapie, sport en kantoor ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - gemengd';
  • l. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • m. handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - autohandel';

met de daarbij behorende voorzieningen;

met dien verstande dat:

  • n. de volgende bedrijfsactiviteiten zijn uitgesloten:
    • 1. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
    • 2. risicovolle inrichtingen;
    • 3. detailhandel;
    • 4. horecabedrijven;
    • 5. zelfstandige kantoren;
7.2 Bouwregels

Op de in artikel 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande dat:

7.2.1 ten aanzien van gebouwen:
  • a. deze uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwperceel volledig mag worden bebouwd, tenzij met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' anders is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan is aangegeven met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)';
  • d. de inhoud van een bedrijfswoning niet meer mag bedragen dan 600 m3.
7.2.2 ten aanzien van bouwwerken, geen gebouw zijnde:
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 2,00 meter bedraagt;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3,00 meter bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van luifels ten behoeve van verkooppunten voor motorbrandstoffen niet meer dan 7,00 meter bedraagt.
7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder artikel 7.2.2 teneinde bouwwerken, geen bouwwerken zijnde toe te staan tot een maximale bouwhoogte van 12,00 meter, indien en voor zover dit niet leidt tot onevenredige beperking van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

7.4 Afwijken van de gebruiksregels
7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid I

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.1 onder a. en b. ten behoeve van bedrijven behorende tot categorie 2, 3.1 en 3.2 die niet zijn genoemd in de in de bijlage bij deze regels opgenomen "Staat van Bedrijfsactiviteiten" en die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de respectievelijk in artikel 7.1 onder a. en b. bedoelde bedrijven.

7.4.2 Afwijkingsbevoegdheid II

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.1 onder a. en b. ten behoeve van bedrijven uit respectievelijk maximaal categorie 3.2 en 4.1 die naar de aard en de invloed op de omgeving, gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in respectievelijk de categorieën 3.1 en 3.2 van de bij deze regels behorende "Staat van Bedrijfsactiviteiten", mits het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen betreft.

7.4.3 Afwijkingsbevoegdheid III

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.1 onder m. ten behoeve van detailhandel in goederen waarvan de verkoop in winkelcentra niet past in verband met de verstoring van het aldaar gewenste milieu, zoals de verkoop van brand- en explosiegevaarlijke of andere milieubelastende stoffen en goederen.

7.4.4 Afwijkingsbevoegdheid IV

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.1 onder m. ten behoeve van detailhandel in auto's, motoren, boten, caravans en tenten, mits:

  • a. een ruimtelijke inpassing in een winkelcentrum c.q. de woonbebouwing niet mogelijk is;
  • b. de vestiging geen structurele verstoring van het bestaande voorzieningenpatroon met zich meebrengt.