Plan: | Nieuw Anna's Hoeve, herziening benzinestation A. Fokkerweg |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.10bp01benzineafok-oh01 |
Een belangrijke wettelijke verankering van de relatie tussen het bestemmingsplan en de waterhuishouding vond plaats in 2003, toen de zogenoemde watertoets in het BRO werd opgenomen. De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. In het kader van de totstandkoming van een bestemmingsplan houdt de verplichting tot het opstellen van een watertoets in dat in een vroegtijdig stadium van de planvorming overleg plaatsvindt met de waterbeheerder. In een dergelijk overleg wordt stilgestaan bij de consequenties van het nieuwe ruimtelijke plan ten aanzien van de waterhuishouding en de te nemen waterhuishoudkundige maatregelen. De watertoets wordt in de toelichting bij het bestemmingsplan opgenomen in de vorm van een waterparagraaf.
De waterbeheerder van het plangebied is Waterschap Amstel, Gooi en Vecht.
De locatie ligt binnen een gescheiden gerioleerd gebied. Hierbij worden de afvalwaterstroom en de regenwaterstroom, los van elkaar, via verschillende rioolstelsels afgevoerd. De afvalwaterstroom wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Hilversum Oost bij Anna's Hoeve.
Afvalwater
De gemeente draagt zorg voor de inzameling van afvalwater. Een aansluiting op het gemeentelijk rioolstelsel dient altijd in overleg met en/of uitgevoerd door de gemeente plaats te vinden.
Regenwater
De landelijke wet- en regelgeving hanteert bij nieuwe ontwikkelingen het uitgangspunt dat de perceelseigenaar het hemelwater zoveel mogelijk op eigen terrein zelf moet verwerken (bergen/infiltreren). Als het regenwater niet (geheel) zelf kan worden verwerkt, treedt de gemeentelijke zorgplicht in werking. De gemeente kan hiervan afwijken en geeft dan aan hoe het overtollige hemelwater afgevoerd zal worden. Hierbij wordt bij het beoordelen van een situatie bekeken wat de te verwachten kwaliteit van het afstromende regenwater is. In sommige gevallen, zoals bij intensief gebruikte wegen, kan het regenwater alvorens het infiltreert dermate vervuild zijn geraakt dat afvoeren via het gemengde rioolstelsel toch de voorkeur geniet boven ter plekke infiltreren. Afvoer van regenwater via het afvalwaterriool is niet toegestaan.
Eis is dat het afkomend regenwater niet verontreinigd is of verontreinigd kan raken zodat bodemverontreiniging bij de infiltratiepunten wordt voorkomen. Hiervoor is het belangrijk om geen onbehandeld koper, zink, lood en andere uitlogende (bouw)materialen toe te passen op oppervlakken/straatmeubilair die in aanraking komen met regen- en/of grondwater. Daarnaast dient er geen gebruik te worden gemaakt van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. Het water dat op eigen perceel wordt geïnfiltreerd moet voldoen aan de streefwaarden zoals opgenomen in de Wet bodembescherming. Mochten streefwaarden worden overschreden dan is de aanleg van lokale voorzuiveringsvoorzieningen (zoals wadi's, helofyten, bezinkvoorzieningen, e.d.) noodzakelijk. Eventuele overschrijdingen van streefwaarden moeten aantoonbaar door de voorzuiveringsvoorziening worden teruggebracht tot of onder de streefwaarden. Geadviseerd wordt om afstromend regenwater, in afwachting van infiltratie, tijdelijk te bergen in een bergingsvoorziening (bijvoorbeeld een vijver, een zakput, een bergende en infiltrerende verharding van klinkers, e.d.). Het onderhoud en de aanleg van de berging- en infiltratievoorzieningen is een taak voor de gebouw- of perceelseigenaar.
Ten aanzien van het aanbrengen van verhardingen in nieuw in te richten gebieden geldt dat bij een oppervlakte van meer dan 1.000 m2 ontheffing op de Integrale keur van AGV dient te worden aangevraagd. Zonder ontheffing op de Integrale keur van AGV is het aanbrengen van meer dan 1.000 m2verharding zonder compenserende maatregelen verboden.
Grondwater
Het maaiveld heeft een hoogte van ca 4,20 m + NAP. Het eerste watervoerende pakket heeft haar basis op 160 meter minus maaiveld. In de zandige bodem stroomt het grondwater globaal genomen in westelijke richting. De grondwaterstand is maximaal 2 m + NAP. De grondwaterstandsfluctuatie bedraagt enkele meters. De grondwaterstanden kunnen in de toekomst stijgen onder invloed van het klimaat en activiteiten in de regio zoals afname van grondwaterwinningen. Bij ondergrondse bouw moet rekening worden gehouden met de grondwaterstand. Kelders moeten waterdicht worden uitgevoerd, zodat noodzaak tot het lokaal verlagen van de grondwaterstand wordt voorkomen.
Om grondwateroverlast te voorkomen moet bij het bouwrijp maken van grond worden gestreefd naar een ontwatering van minimaal 1,5 m onder maaiveld, zie ook beleid GRP.
De ondergronds aan te leggen opslagtanks reiken mogelijk tot in het grondwater. Vanwege de grofzandige bodem met een grote doorlatendheid, is opstuwing van grondwater als gevolg ondergrondse bouw niet aan de orde. Wel is verontreiniging van bodem en grondwater als gevolg van de opslag van brandstof een belangrijk punt van zorg.
Met de voorgenomen ontwikkeling van de bouw van het benzinestation neemt het totale verharde oppervlak (bebouwing en bestrating) binnen het projectgebied toe met 1.475 m2 . Hiervoor moet ontheffing worden aangevraagd op de Integrale Keur van AGV.
Het afstromend hemelwater, afkomstig van de daken en van de relatief schone delen van de verharding zoals parkeerplaatsen en de toe- en afrit, moet lokaal worden geïnfiltreerd in de bodem. Geadviseerd wordt het water te infiltreren via een vijver of wadi, eventuele vuile deeltjes worden dan afgevangen door het bodemslib in de vijver/wadi. Om verontreiniging van bodem, grond en oppervlaktewater te voorkomen is het gebruik van niet-uitlogende bouwmaterialen zeer belangrijk. Al het water dat afstroomt via de vloeistofdichte vloer van het tankeiland moet separaat worden afgevoerd, zie de voorschriften van de vergunning Wet Milieubeheer.
Op deze locatie is de ontwateringsdiepte meer dan 2 m, grondwateroverlast wordt afgezien van eventuele toekomstige grondwaterstijging, niet verwacht. Afstromend hemelwater kan goed worden geïnfiltreerd in de bodem.