Plan: | Nieuw Anna's Hoeve, herziening benzinestation A. Fokkerweg |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.10bp01benzineafok-oh01 |
In de Nota Ruimte staan de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland. Deze nota gaat in op vraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarin 'ontwikkelingsplanologie', de ruimtelijke hoofdstructuur (RHS), een 'basiskwaliteit' en de lagenbenadering een belangrijke rol spelen. Als onderdeel van de ruimtelijke hoofdstructuur onderscheidt de nota economie, infrastructuur, verstedelijking als belangrijke beleidthema's. Economische kerngebieden en nationale stedelijke netwerken zijn hier onderdeel van. Hilversum valt onder de kerngebieden Noordvleugel met onder andere Amsterdam en het kerngebied regio Utrecht. Het rijk streeft naar economische versterking van deze gebieden.
Een ander onderdeel van de nota geeft een visie op het gebied van water, natuur en landschap. De ecologische hoofdstructuur (EHS). In de EHS zijn ecologische gebieden en verbindingszones opgenomen. De bossen rondom Hilversum maken hier onderdeel van uit. De grens van de ecologische hoofdstructuur is tot vlak ten oosten van het plangebied. Nieuwe projecten die significante gevolgen kunnen hebben voor de te behouden waarden en kenmerken, zijn niet toegestaan tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang.
De in de nota genoemde doelstellingen zijn inmiddels vertaald in beleid op provinciaal, regionaal en lokaal niveau. Deze hebben gedeeltelijk een vertaling gekregen in dit bestemmingsplan.
De Nota Mobiliteit is het nationale verkeers- en vervoersplan tot 2020. De nota werkt het ruimtelijke beleid van de Nota Ruimte verder uit, toegespitst op het verkeers- en vervoersbeleid. De Nota Mobiliteit kijkt op een zakelijke manier naar de mobiliteitsproblematiek: “Mobiliteit is een verworvenheid, die mensen de kans biedt zich te ontplooien en te ontspannen. Bestrijden van mobiliteit zou dan ook betekenen: bestrijden van maatschappelijke behoeften“ (p. 16 van de nota). Het beleid is erop gericht om de mobiliteitsvraag in goede banen te leiden, rekening houdend met de belangen van (verkeers)veiligheid, de volksgezondheid, het milieu en de kwaliteit van de leefomgeving. De uitgangspunten uit de Nota Mobiliteit zijn inmiddels verwerkt in provinciale en regionale beleidsstukken.
Op gebiedsniveau benoemen de provincies, WGR-plusregio's en gemeenten, daar waar zij bevoegd zijn, relatief veilige voorkeursroutes voor het transport van gevaarlijke stoffen en voeren een hierop gericht samenhangend verkeersmanagement. Risico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen dienen vanaf het begin van de ruimtelijke planvorming meegenomen te worden. Aangezien het verkooppunt geen LPG pomp zal bevatten is een route voor dit pompstation niet nodig. Benzine valt niet onder gevaarlijke stoffen en heeft geen speciale routing nodig.
Het Rijksbeleid ten aanzien van water is neergelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding (1998). Hierin is aangegeven dat het waterbeheer in Nederland gericht moet zijn op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde, duurzame watersystemen. Om dit te bereiken moet zoveel mogelijk worden uitgegaan van een watersysteembenadering en integraal waterbeheer. In de nota is onder andere aangegeven dat stedelijk water meer aandacht moet krijgen. Volgens de nota Waterbeheer 21e eeuw (WB21) moet aan het watersysteem meer aandacht worden gegeven om de natuurlijke veerkracht te benutten. Voorkomen van afwenteling door het hanteren van de drietrapsstrategie "vasthouden - bergen - afvoeren" staat hierbij centraal.
Sinds 1 november 2003 is de watertoets wettelijk verplicht voor plannen in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Eén van de oorzaken van wateroverlast is de wijze waarop plannen en besluiten kunnen leiden tot wateroverlast, een achteruitgaande waterkwaliteit, verdroging van natuurgebieden etc.. De watertoets heeft als doel deze negatieve effecten te voorkomen en mogelijke kansen voor watersystemen te benutten. Bij de watertoets gaat het om het van meet af aan meenemen van water bij (herziene-) ruimtelijke plannen en besluiten.
Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in hoofdstuk 6.8. In deze paragraaf is opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op welke manier daarmee wordt om gegaan.