direct naar inhoud van 4.2 Provincie en regio
Plan: Melkfabriek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.07bp01melkfabriek-oh01

4.2 Provincie en regio

Structuurvisie Noord-Holland 2040

De structuurvisie is 21 juni 2010 vastgesteld door Provinciale Staten. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 is elke overheidslaag verplicht een structuurvisie op te stellen en haar ruimtelijke belangen te benoemen. Op basis van deze belangen kan elke overheid bepalen welke rol zij voor zichzelf ziet weggelegd en welke instrumenten zij toe wil passen om dit ruimtelijke belang te waarborgen of te bereiken.

Het ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord (oktober 2004) is door de Provincie Noord-Holland opgesteld vooruitlopend op de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening met het bijbehorende motto van die wet “lokaal wat kan, centraal wat moet”. De sturingsfilosofie uit het streekplan Noord-Holland Noord van vrijheid-kwaliteit-samenwerking en de belangrijkste ruimtelijke uitgangspunten en inzichten zijn opgenomen in de voorliggende structuurvisie.

De Metropool regio Amsterdam heeft in 2007 het “Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040” vastgesteld, dat het vertrekpunt is voor alle structuurvisies van de in de Metropool regio Amsterdam verenigde overheden.

Door Provinciale Staten is op 17 maart 2008 de kaderstellende notitie 'Provinciaal belang en sturingsfilosofie' vastgesteld. Hierin staan de criteria voor het benoemen van provinciale belangen. Vervolgens zijn de belangen uitgewerkt in het document Provinciale belangen (GS oktober 2008). De Provincie Noord-Holland maakt in de structuurvisie keuzes waarbij in bepaalde gebieden het ene belang prioriteit zal krijgen boven het andere belang.

In de structuurvisie staat beschreven dat de komende decennia een drietal thema's leidend zijn. Het gaat hierbij om:

  • Globalisering;
  • Klimaatverandering;
  • Demografische verandering.

Omgevingsverordening

In het kader van een goede ruimtelijke ordening in de provincie is het noodzakelijk algemene regels vast te stellen betreffende de inhoud van en de toelichting op bestemmingsplannen. Hierin komen onderwerpen aan de orde over zowel het landelijke als stedelijke gebied van Noord-Holland waar een provinciaal belang mee gemoeid is, zoals:

  • een samenhangend stelsel van waardevolle gebieden te behouden en versterken;
  • belangrijke cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten bij nieuwe ontwikkelingen te behouden en versterken van deze vast te leggen in een beeldkwaliteitsplan;
  • sturing te hebben op het woonbeleid;
  • stedelijke ontwikkelingen te reguleren;
  • een vitaal platteland te hebben;
  • over een goede infrastructuur te beschikken, waardoor de mobiliteit en bereikbaarheid van wonen, werken en voorzieningen is gewaarborgd;
  • windenergie op landschappelijk aanvaardbare wijze mogelijk te maken;
  • de winning van delfstoffen uitsluitend op de daarvoor geschikte plaatsen toe te staan;

Onderhavig plan is in overeenstemming met ruimtelijk beleid van de provincie.

Kwaliteitshandvest Wonen Gooi- en Vechtstreek

In de regio is een voldoende verscheidenheid aan woonmilieus van voldoende kwaliteit aanwezig. Het is belangrijk deze kwaliteit te behouden door hier in te investeren. Wel is er een overaanbod van stedelijke buitencentrum milieus en een vraag naar de zowel meer stedelijke als meer groene milieus. De demografische ontwikkeling in het Gooi geeft aan dat de vergrijzing al begonnen is, maar er zijn wel verschillen binnen de regio te zien. Inspelen op de woonwensen van ouderen kan zeker de doorstroming binnen de regio op gang brengen. Een ander aandachtspunt is de migratie, starters uit het Gooi en de Vechtstreek die graag zouden blijven, vertrekken naar Almere. In het algemeen is de beschikbaarheid van woningen voor de klassieke doelgroepen in de volkshuisvesting een aandachtspunt.

De bestaande woningvoorraad en de uitbreiding zullen meer moeten inspelen op de behoefte van mensen met lagere en middeninkomens. Voor de korte en middellange termijn wordt een transformatie van de bestaande voorraad verwacht, niet alleen in de huursector. Voor dezelfde termijn wordt vooral ingezet op de nieuwbouw in de Bloemendalerpolder en op het KNSF-terrein. Het kernprobleem is de bereikbaarheid van deze kwaliteit voor mensen met lagere en midden inkomens.

Regionale woonvisie van de 9 gemeenten uit het Gewest Gooi en Vechtstreek 2007-2020

In de visie worden afspraken gemaakt om te gaan samenwerken in de regio en staat het regionale woonbeleid verwoord. Dit beleid is gericht op een economisch en sociaal vitale regio die recht doet aan de lokale en subregionale diversiteit. Dit betekent vitale steden, dorpen en buurten waar ook mensen met een dunnere portemonnee kunnen wonen en werken. Het lokale beleid zal worden aangepast aan dit regionale woonbeleid. Gestreefd wordt naar een gevarieerd palet van woonzorgvormen en zorgaanbod.

Hilversum heeft een herstructureringsopgave. Nadruk bij herstructurering ligt op het creëren van betaalbaar aanbod voor ouderen (levensloopbestendige/ nultreden woningen) en jongeren en jonge gezinnen (sociale huur en betaalbare koop). De Hilversumse gemeenteraad heeft de Regionale Woonvisie op 23 april 2008 vastgesteld.

In de regionale woonvisie is opgenomen dat ontwikkelingen op het gebied van woningbouw bij voorkeur een component zorg dienen te hebben. Bovendien moeten woningen betaalbaar zijn zodat de beoogde ontwikkeling bijdraagt aan een economisch en sociaal vitale regio.

Ontwerp Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2013

De komende vier jaar moeten er in ieder geval toe leiden dat eind 2013 over in Noord-Holland de zogeheten basiskwaliteit is bereikt. De basiskwaliteit is vastgelegd in Europese en nationale milieunormen en regels en hangt samen met de functie van een gebied: wonen, werken of recreëren. Daarbij zijn twee overkoepelende doelen gesteld:

  • 1. het voorkomen van schade aan de menselijke gezondheid;
  • 2. het stimuleren van duurzame ontwikkeling in Noord-Holland voor nu en in de toekomst, zonder afwenteling van de milieubelasting naar elders.

In het plangebied moet de basiskwaliteit gewaarborgd worden.

Omgevingsverordening

In het kader van een goede ruimtelijke ordening in de provincie is het noodzakelijk algemene regels vast te stellen betreffende de inhoud van en de toelichting op bestemmingsplannen. Hierin komen onderwerpen aan de orde over zowel het landelijke als stedelijke gebied van Noord-Holland waar een provinciaal belang mee gemoeid is, zoals:

  • een samenhangend stelsel van waardevolle gebieden te behouden en versterken;
  • belangrijke cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten bij nieuwe ontwikkelingen te
  • behouden en versterken van deze vast te leggen in een beeldkwaliteitsplan;
  • sturing te hebben op het woonbeleid;
  • stedelijke ontwikkelingen te reguleren;
  • een vitaal platteland te hebben;
  • over een goede infrastructuur te beschikken, waardoor de mobiliteit en bereikbaarheid van wonen, werken en voorzieningen is gewaarborgd;
  • windenergie op landschappelijk aanvaardbare wijze mogelijk te maken;
  • de winning van delfstoffen uitsluitend op de daarvoor geschikte plaatsen toe te staan;

Onderhavig plan is in overeenstemming met ruimtelijk beleid van de provincie.

Economische Agenda 2008-2011

Het economische beleid voor de komende jaren is verwoord in de Economische Agenda 2008-2010. Belangrijk uitgangspunt van deze agenda is het benutten van kansen en het bundelen van krachten. Want hoewel de economische resultaten binnen de provincie zeer verdienstelijk zijn, moeten de sterke punten niet als vanzelfsprekend worden beschouwd. Daarnaast geldt als uitgangspunt voor deze Economische Agenda 'krachten bundelen door samenwerking'. Bij de uitvoering van de Economische Agenda zoekt de provincie nadrukkelijk de samenwerking met partners in de regio. Voor Noord-Holland Zuid is het versterken van de internationale concurrentiepositie de economische opgave.
Om de doelstellingen voor Noord-Holland Zuid te bereiken richt de provincie zich op de volgende thema's:

  • regionale samenwerking;
  • werklocaties;
  • innovatie en ondernemerschap.

Conform de Economische Agenda moet in het plangebied ruimte geboden worden voor de functie werken.

Een goede plek voor ieder bedrijf, naar een nieuw locatiebeleid in Noord-Holland

De beleidsnota "Een goede plek voor ieder Bedrijf" geeft voor de provincie Noord-Holland vorm aan het locatiebeleid. De kern van het (nieuwe) locatiebeleid is samen te vatten als “het bieden van een geschikte vestigingsplaats voor iedere activiteit met economische gevolgen, te weten bedrijvigheid (in ruime zin) en grootschalige voorzieningen”. Daarbij gaat het niet meer louter om mobiliteitsaspecten die degelijke activiteiten oproepen, maar wordt het (oude; tot de vaststelling van deze beleidsnota gevoerde) locatiebeleid verbreed tot:

  • Economische ontwikkelingsmogelijkheden (en daarmee de versterking van de regionale economie) in de vorm van het bieden van voldoende geschikte vestigingsplaatsen voor de activiteiten waarop het locatiebeleid van toepassing is;
  • Bereikbaarheidsaspecten in de vorm van een doelmatig gebruik van alle (op regionaal niveau en voor de regio) voor personen en goederen over weg, spoor en water beschikbare vervoersmogelijkheden;
  • Het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit in zijn algemeenheid in de vorm van efficiënt ruimtegebruik, van kwaliteit en variatie in vestigingsmilieus (op de vraag afgestemd) met voldoende aandacht voor functiemenging, van kwaliteit van de leefomgeving en het voorzien in op de locatie afgestemde parkeerfaciliteiten;
  • Bedrijven en voorzieningen, die uit een oogpunt van veiligheid, hinder en verkeersaantrekkende werking niet inpasbaar zijn, ruimte te bieden op daarvoor te bestemmen (bedrijven)terreinen;
  • Het bieden van ruimte aan bedrijven en voorzieningen, die omvangrijke goederenstromen oproepen en/of een sterke verkeersaantrekkende werking hebben, op locaties met een goede aansluiting op (verschillende) verkeers- en vervoersverbindingen.

Het voordeel van het locatiebeleid is dat bedrijven en voorzieningen in het voor geschikte vestigingsmilieu zowel economisch als vanuit het oogpunt van bereikbaarheid optimaal kunnen functioneren. Daardoor draagt he beleid bij aan de ruimtelijke kwaliteit van Noord-Holland als geheel en brengt het de beginselen van een goede ruimtelijke ordening in de praktijk. Het locatiebeleid is op 26 april 2005 vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.

Bij ruimtelijke ingrepen moet aandacht worden besteedt aan het bieden van bedrijfsruimte voor ondernemers.