direct naar inhoud van 4.3 Gemeente
Plan: Melkfabriek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.07bp01melkfabriek-oh01

4.3 Gemeente

Wijkschets Over 't Spoor

Op 6 juli 2006 heeft de gemeenteraad van Hilversum de wijkschets Over 't Spoor vastgesteld als uitgangspunt voor toekomstige ontwikkelingen in de wijk. In deze wijkschets staat voor de Larenseweg een stedebouwkundige en functionele visie. De gemeente geeft in deze visie aan dat zij de Larenseweg wil transformeren naar een radiaal met allure waar een menging van functies (wonen-werken-voorzieningen) aanwezig is.

Voor het terrein van de melkfabriek Campina, staat in de wijkschets aangegeven dat behoud van een deel van het complex (bijzonder voor de wederopbouwperiode) gewenst is en het behoud van het monument voorop staat. In de melkfabriek kunnen maatschappelijke voorzieningen, kleine ambachtelijke of nieuwe bedrijvigheid, gespecialiseerde detailhandel (non-food) of woningen komen.

De planvorming van Dudok Wonen heeft geresulteerd in het toevoegen van woningen, een cluster educatie met basisschool, kinderdagverblijf, naschoolse opvang en een bedrijfsverzamelgebouw. De functies worden hoofdzakelijk inpandig gerealiseerd om het monument te behouden.

Toekomstvisie Hilversum 2015

In de toekomstvisie kiest de gemeente voor een stabilisatie van het inwonersaantal rond 80.000 inwoners en een stabilisatie en versterking van de werkgelegenheid. In de nota zijn hoofdlijnen uitgezet ten behoeve van komende beleidsontwikkelingen en zijn binnen die hoofdlijnen speerpunten en sleutelprojecten aangegeven zoals die op dit moment kunnen worden geconcretiseerd. Onevenwichtigheden aanpakken en tegelijk de bestaande kwaliteiten die Hilversum heeft, behouden en versterken is daarbij de leidraad. Doelgericht, maar ook zorgvuldig en behoedzaam toewerken naar een compacte en tegelijk complete stad die duurzaam in evenwicht zal zijn. Waar sprake is en blijft van hoogwaardig wonen en werken in het groen, voor jong en oud en alles daartussenin. In hoofdlijnen:

  • handhaven en versterken van de positie van Hilversum als centrumgemeente;
  • handhaven en versterken van Hilversum als woongemeente;
  • handhaven en versterken van Hilversum als werkgemeente en multimediastad;
  • handhaven en versterken van de bereikbaarheid van Hilversum;
  • handhaven en versterken van de hoogwaardige stedenbouwkundige, architectonische en landschappelijke kwaliteit van Hilversum.
  • Samengevat: streven naar 'stabiliteit met een plus'.

Verder wordt gesteld dat met de voorstellen in de nota een goede mix en balans gevonden is ten aanzien van:

  • stabilisering van het inwoneraantal en versterking van de differentiatie in de bevolkingsopbouw;
  • in de ruimtebehoefte voor wonen voorzien door optimaal benutten van de capaciteit voor woningbouw in het stedelijk gebied, binnen de in het streekplan vastgestelde bebouwingscontour;
  • in de ruimte voor bedrijvigheid voorzien door verder ontwikkelen van de in het streekplan opgenomen nieuwe bedrijvenlocaties, in combinatie met betere benutting van de bestaande bedrijventerreinen;
  • met een selectief vestigingsbeleid en afstemming in regionaal verband;
  • de mobiliteit accommoderen door waar mogelijk knelpunten op het hoofdwegennet aan te pakken, gepaard aan bevordering van alternatieve vervoerswijzen;
  • bij de inrichting van het stedelijke en landelijke gebied nadrukkelijk te streven naar bevordering van hoogwaardige omgevingskwaliteit, omdat deze het imago van Hilversum bepaalt en door eenieder hoog wordt gewaardeerd.

Op dit moment wordt gewerkt aan de Structuurvisie Hilversum 2030.

Ontwikkelingsprogramma Stedelijke Vernieuwing ISV-3 (2010-2014)

De algemene doelstelling voor stedelijke vernieuwing in Hilversum luidt officieel als volgt: "Het creëren en in stand houden van duurzame en evenwichtige wijken, waar het prettig wonen is voor iedereen, ongeacht leeftijd, afkomst of eventuele beperkingen."

Meer specifiek zijn voor ISV-3 vier doelen geformuleerd:

  • 1. Ontwikkelen en invoeren woondienstenzones;
  • 2. Renoveren en vernieuwen woningvoorraad;
  • 3. Verbeteren woonomgeving en openbare ruimte;
  • 4. Uitvoeren milieusaneringen.

De programma's hebben een integraal karakter en kennen daarnaast dwarsverbanden. Het ontwikkelingsprogramma gaat uit van een aantrekkelijke en gevarieerde woonstad. Naast goede woningen in aantrekkelijke woonmilieus speelt ook de kwaliteit van de omgeving een belangrijke rol.

Woonvisie Hilversum 2006-2009

De Woonvisie is op 8 februari 2006 door de raad vastgesteld. De woonvisie Hilversum 2006 – 2009 is een strategische visie op de toekomst van het wonen: ze geeft richting aan de investeringen in het wonen. Bovendien is de woonvisie een actiegericht document, waarin strategische investeringen en projecten worden voorgesteld die een impuls geven aan de woonkwaliteit en -kwantiteit.

Het reeds bestaande volkshuisvestingsbeleid ging uit van stabilisatie van het inwoneraantal en differentiatie van de bevolkingsopbouw. In deze woonvisie is de gewenste stabilisatie van het inwoneraantal los gelaten. Door de geprognosticeerde nieuwbouwprogramma's zal het aantal inwoners naar verwachting met ongeveer ± 4.000 toenemen. De gewenste differentiatie van de bevolkingsopbouw in Toekomstvisie Hilversum 2015 is nog steeds een wens.

In de woonvisie is aandacht besteed aan alle leeftijdsgroepen. Getracht zal worden om alle leeftijdsgroepen in Hilversum te behouden. Binnen deze leeftijdsgroepen zal ook aandacht worden besteed aan de verscheidende inkomensgroepen. In tegenstelling tot de Toekomstvisie Hilversum 2015 wordt niet alleen ingezet op de nieuwbouw en herstructurering van woningen maar ook andere oplossingen om de doelgroepen binnen Hilversum te huisvesten. Andere oplossingen zijn bijvoorbeeld de starterslening, alternatieve koopvormen en wonen boven winkels.

De Woonvisie vraagt om meer ruimte voor nieuwbouwwoningen. Het plangebied dient hierin te voorzien.

Hilversum meer dan groen

Dit plan is een groenstructuurplan voor de bebouwde kom van Hilversum en is een integrale visie op de onbebouwde ruimte op hoofdlijnen. Het plan is in mei 1993 vastgesteld door de raad. Het doel van het plan is het veiligstellen en ontwikkelen van de specifieke kwaliteitskenmerken van de onbebouwde ruimte van Hilversum. Grootste problemen zijn verdichting, meer ruimte voor auto's en het uitblijven van beheermaatregelen. Doordat Hilversum niet kan uitbreiden, moeten bouwwensen binnen de bebouwde kom worden opgelost. De druk op onbebouwde ruimte is groot, hetgeen ten koste kan gaan van de kwaliteit van die onbebouwde ruimte. De aanwezige kwaliteit dreigt verkleind en versnipperd te worden.

Uitgangspunten voor de ruimtelijke structuur zijn:

  • 1. de specifieke ruimtelijke kwaliteiten van de gebieden en lijnen veilig stellen en waar mogelijk versterken;
  • 2. handhaven van het concept van de Dudokwijken in hoofdlijnen;
  • 3. bewaren en versterken van het los verkavelde bosachtige karakter van de villagebieden;
  • 4. herstellen en bewaren van het compacte karakter van bepaalde oude wijken;
  • 5. verdichten van het compacte centrum met zowel behoud van dorpse als ontwikkeling van stedelijke elementen;
  • 6. accentueren en verbeteren van de ruimtelijke structuur van de laatste jongste wijken, waarbij de groenstructuur aansluit op het buitengebied;
  • 7. een continue ruimtelijke inrichting van de hoofdlijnen per lijn (radialen, recreatieve routes, zichtassen);
  • 8. een zo uniform mogelijk continue ruimtelijke inrichting van de ringweg een logische route per wijkkarakteristiek;
  • 9. accentueren van belangrijke knooppunten van een invalsweg met de ring als herkenningspunt;
  • 10. de samenhang tussen onbebouwde en bebouwde ruimte veiligstellen en waar mogelijk versterken;
  • 11. de karakteristieke overgang van stadsranden en de stadsrandzones herstellen en veiligstellen;
  • 12. een geleidelijke overgang in de villagebieden tussen bebouwing en bos;
  • 13. voornamelijk harde overgangen in de Dudokwijken;
  • 14. geen onderlinge negatieve beïnvloeding van stedenbouwkundige kwaliteiten en kwaliteiten van het
  • 15. buitengebied (harmonie);
  • 16. sturen van typische activiteiten in de stadrand.

In het onbebouwde deel van het plangebied moet ruimte gereserveerd worden voor een kwalitatieve groenstructuur.