direct naar inhoud van 4.1 Rijk
Plan: Melkfabriek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.07bp01melkfabriek-oh01

4.1 Rijk

Nota Ruimte

Hoofddoelen van het nationaal ruimtelijk beleid zijn:

  • om op een duurzame en efficiĆ«nte wijze ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies (wonen, werken, voorzieningen, recreatie, natuur);
  • de leefbaarheid van Nederland te waarborgen en vergroten;
  • de ruimtelijke kwaliteit van stad en platteland te verbeteren, waarbij speciaal aandacht wordt geschonken aan het scheppen van de juiste condities voor het toepassen van ontwikkelingsplanologie.

Deze doelen moeten leiden tot een versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, krachtige steden en een vitaal platteland, behoud en ontwikkeling van belangrijke nationale ruimtelijke waarden en vergroten van de veiligheid.

De gemeente Hilversum ligt binnen het nationaal stedelijk netwerk de Randstad in de economische kerngebieden van Amsterdam en Utrecht. Het hele buitengebied van de gemeente bestaat voor het grootste deel uit natuurgebieden. Het gebied ten westen en zuiden van Hilversum ligt in het Nationaal Landschap Het Groene Hart. Het gebied ten zuiden van Hilversum is tevens aangewezen als Rijksbufferzone waarbij de dagrecreatieve functie moet worden versterkt. Rondom Hilversum liggen verschillende Natuurbeschermingswetgebieden. De nota is in 2006 vastgesteld.

De Nota Ruimte benadrukt dat in het plangebied op een duurzame en efficiƫnte wijze ruimte moet worden geschept voor de beoogde functies. Naast het optimaal benutten van de ruimte moet ook het aspect duurzaamheid worden toegepast (zie hoofdstuk 5).

Mensen Wensen Wonen in de 21e eeuw (2000)

Het Rijk heeft beleid voor wonen neergelegd in de nota 'Mensen Wensen Wonen in de 21e eeuw'. Deze nota heeft een brede discussie in gang gezet over de toekomst van het wonen in ons land, waarbij is ingezet op meer keuzevrijheid en zeggenschap, vitaliteit van de woonwijk en herstructurering van de bestaande woningvoorraad. Speerpunten zijn hierbij het vergroten van zeggenschap over woning en woonomgeving, het scheppen van kansen voor mensen in kwetsbare groepen, het bevorderen van wonen en zorg op maat, en het verbeteren van het stedelijk woonklimaat.

De brede maatschappelijke discussie over de nota 'Mensen Wensen Wonen in de 21e eeuw' heeft geleid tot het Nationaal Akkoord Wonen 2001-2005 met afspraken tussen het ministerie van VROM en ondermeer provincies en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten over:

  • nieuwbouw (meer variatie en kwaliteit in het aanbod van woningen in nieuwbouwwijken en in de bestaande stad);
  • stedelijke vernieuwing (transformatie van met name de vroeg naoorlogse wijken en buurten als grote opgave voor de komende jaren);
  • verkoop huurwoningen (met het oog op een gevarieerde opbouw van wijken en de grote vraag (van huurders) naar koopwoningen, is een forse investering nodig van de verkoop van huurwoningen);
  • wonen en zorg op maat (het tempo bij het ontwikkelen van combinaties van wonen en zorg moet omhoog);
  • energiebesparing (vooral bij bestaande woningen zijn extra maatregelen nodig om de doelstellingen op het gebied van energiebesparing te halen).

Hiermee zijn de uitgangspunten vastgelegd waarmee het Rijk het overleg is ingegaan met de regio's. Het Rijk maakt voor de periode tot 2010 per stadsgewest verstedelijkingsafspraken.

Conform de nota 'Mensen Wensen Wonen in de 21e eeuw' moet in het plangebied ingezet worden op een gevarieerd woningaanbod met aandacht voor duurzaamheid.

Structuurvisie Randstad 2040

In de concept Structuurvisie voor de Randstad geeft het rijk aan hoe hij de problemen van de achteruitgang van leefbaarheid, klimaatverandering, bereikbaarheidsproblemen en de aanhoudend grote ruimtevraag en druk op onze concurrentiepositie wil aanpakken en oplossen. Het rijk heeft hoge ambities en wil dat de Randstad zich ontwikkelt tot een topregio in Europa. De Randstad is in 2040 een veilige, klimaatbestendige groenblauwe delta. Tot 2040 moeten er 500.000 nieuwe woningen in de Randstad bijkomen. Dit o.a. door sterke verdichting, herstructurering van verouderde werk- en woonlocaties en de schaalsprong van Almere. Voor Hilversum wordt een sterke verdichting van de ruimte voorzien. Tevens wordt naar een verbetering gezocht van de openbare vervoersverbinding tussen Almere en Utrecht.

De Structuurvisie Randstad 2040 zet in op verdichting van de ruimte. De (her)ontwikkeling van nieuwe plannen (wonen, werken en voorzieningen) dient binnen de bebouwde kom van Hilversum plaats te vinden.

Waterbeleid

Het kabinet heeft in december 2000 zijn standpunt uitgebracht over het waterbeleid voor de 21e eeuw. Dit is verwoord in de nota 'Anders omgaan met water': de veiligheid moet worden gewaarborgd en de kans op overstromingen mag niet toenemen. Wateroverlast moet worden teruggedrongen. Meer ruimte voor water naast technische maatregelen en taakstellende afspraken tussen verschillende overheden zijn essentieel voor het slagen van dit beleid. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), dat op 2 juli 2003 is ondertekend, zijn tussen de verschillen de bestuursniveaus afspraken gemaakt voor de implementatie van WB21. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 de waterhuishouding in Nederland op orde te brengen en daarna op orde te houden.

Vierde Nota Waterhuishouding (1998)

de Vierde Nota Waterhuishouding is een regeringsbeslissing van december 1998. De beleidsdoelstelling van de nota is erop gericht duurzame en veilige watersystemen in stand te houden of tot stand te brengen. De nota vormt de basis voor de watertoets die het Besluit op de ruimtelijke ordening voor alle ruimtelijke plannen voorschrijft. In de nota wordt het stedelijk watersysteem als belangrijke drager voor stadslandschappen aangemerkt. Hierbij worden aan het stedelijk watersysteem ecologische, landschappelijke en recreatieve waarden toegekend die de basis moeten vormen voor een hoogwaardig woon-, werk- en leefklimaat in de bebouwde kom en de directe leefomgeving. Met betrekking tot de stedelijke watersystemen gaat het om de volgende doelstellingen:

  • verbinden van het netwerk van watersystemen met het groene netwerk ter verkrijging van ecologische verbindingen tussen stad en omliggend gebied;
  • minimaliseren van verontreinigingen zoals overstorten en diffuse verontreinigingen ter verkrijging van een goede kwaliteit van water en waterbodem;
  • het neerslagwater niet meer direct afvoeren, maar vasthouden in het oppervlaktewater, infiltreren in de bodem en/of gebruiken voor specifieke doeleinden;
  • zo veel mogelijk gesloten houden van waterkringlopen.

Tegelijk met de Vierde Nota Waterhuishouding kondigde de regering de instelling van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw aan, met als taak een advies uit te brengen over de organisatie en inrichting van het waterbeheer in de 21e eeuw. Het advies van de commissie (Waterbeheer 21e eeuw) is als beleid overgenomen, met als speerpunten:

  • meer aandacht voor water (bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen moeten gemeenten en waterschappen tijdig in overleg treden: de watertoets);
  • niet afwentelen (een oplossing zoeken van een waterprobleem in het ene gebied mag niet leiden tot problemen elders);
  • de drietrapsstrategie 'vasthouden, bergen en dan pas afvoeren';
  • ruimte voor waterberging.

In de Nota Ruimte, zijn de ruimtelijke consequenties van het waterbeleid, zoals beschreven in de NW4, meegenomen. Water en ruimtelijke ordening worden in deze nota nadrukkelijk aan elkaar gekoppeld. De watertoets vormt een waarborg voor de inbreng van water in de ruimtelijke ordening en wordt sinds 2001 toegepast op plannen die gevolgen voor de waterhuishouding kunnen hebben.

In het kader van ruimtelijke ontwikkelingen moet in het bijzonder aandacht worden besteed aan het aspect water. Daartoe wordt het proces van de watertoets doorlopen. Het resultaat is een waterparagraaf met daarin de gevolgen voor de waterhuishouding (zie bijlage).