direct naar inhoud van 5.2 Wonen, werken en voorzieningen
Plan: Over ´t Spoor
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.07bp00overtspoor-oh01

5.2 Wonen, werken en voorzieningen

5.2.1 Wonen

Bij ingrepen in de wijk dient het karakter van historische dynamiek en menging van woon.- en werkfuncties als bijzondere kwaliteiten goed benut te worden. Om de wijk een meer centrum stedelijk karakter te geven is het noodzakelijk om op de woningbouwlocaties meer woningdifferentiatie aan de wijk toe te voegen voor jonge starters en hogere inkomens. Woningdifferentiatie in is mogelijk langs de Larenseweg en het REGEV-terrein. Hier wordt gestreefd naar een meer centrum stedelijk woonmilieu met woningen voor starters en duurdere woningen. In de overige gebieden wordt vasthouden aan de bestaande woningtypen en woonmilieu. De nieuwe woningen moeten levensloopbestendig zijn.

Om het centrum stedelijke woonmilieu te versterken zal er aandacht besteed worden aan functiemenging om deze aantrekkelijk te maken voor (toekomstige) bewoners. De menging van wonen en werken (milieucategorie 1 en 2 en aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten) dient behouden te blijven en waar mogelijk versterken.

5.2.2 Werken
5.2.2.1 Bedrijvigheid

In de afgelopen jaren groeit het inzicht dat bedrijven en het accomoderen van startende ondernemers in de wijk een bijdrage leveren aan de levendigheid en leefbaarheid van de stad. De gedachte groeit dat de aanwezigheid van bedrijven in de wijk een functie heeft bij het doorbreken van de functionele en sociale monotonie in de wijk en een bijdrage levert aan de sociale controle en sociale veiligheid en het welvaartsniveau in de wijk.

Door de aanwezigheid van bedrijven neemt de multifunctionaliteit toe. In principe hoeft de bedrijvenfunctie ook niet te leiden tot een belangenconflict met de woonfunctie want ondernemers hebben alle belang bij een veilige en goede woon- en werkomgeving.

De stedelijke omgeving is een prima vestigingsplaats voor uiteenlopende soorten kleine bedrijven. Het gaat dan zowel om traditionele bedrijvigheid, zoals grafische bedrijven als om nieuwe bedrijvigheid, zoals IT bedrijven, koeriersdiensten en schoonmaakbedrijven. Bedrijvigheid in binnenstedelijk gebied kan een bijdrage leveren aan behoud, versterking en diversificatie van de productiestructuur in de stad. Daarnaast draagt het bij aan behoud van het aantal arbeidsplaatsen in de stad en vormt het een broedplaatsfunctie in de stad voor startende bedrijven. Tot slot kunnen investeringen van bedrijven in de omgeving een impuls geven aan private investeringen.

De wijk Over ´t Spoor is aangewezen als creatieve wijk en bevordert daar kleinschalige creatieve bedrijvigheid. De gemeente wil in samenwerking met investeerders (publiek en privaat) ruimte vinden voor creatieve bedrijvigheid met de nadruk op creatieve werk- en broedplaatsen.

De bedrijvigheid maakt onlosmakelijk deel uit van de identiteit van Over ´t Spoor. Handhaving van in de wijk qua aard en schaal passende bedrijvigheid is gewenst. De aanwezige grote bedrijven zijn langzamerhand verdwenen. Dit wordt deels ingegeven door marktontwikkelingen of de beperkingen van de huidige locatie (gebrek aan uitbreidingsruimte, milieubeperkingen, gebrekkige bereikbaarheid). Zo zijn bedrijven met een milieucategorie 3 en 4 - veelal de grotere bedrijven - niet meer toegestaan in grondwaterbeschermingsgebieden omdat ze te milieubelastend zijn.

De kleinschaliger, meer ambachtelijke werkgelegenheid zal zeker een plek in de wijk moeten behouden, deels op plekken waar zij nu al zit of in een bedrijfsverzamelgebouw.

In de gebieden waar de hoofdfunctie wonen (zie figuur 6) is, krijgen de bestaande bedrijven een directe bestemming met een wijzigingsbevoegdheid naar wonen. Echter op binnenterreinen is dit niet altijd gewenst (overlast omwonenden) en daarom zal er hiervoor een beperking worden opgenomen (voorgevelrooilijn moet aan de openbare weg grenzen). In de gebieden waar veel gemengde functies voorkomen, wordt gestreefd naar versterking van de bedrijfsfunctie. Bedrijven met milieucategorie 1 en 2 worden toegestaan. Bestaande bedrijven met een hogere categorie worden via de Toegelaten bedrijvenlijst bestemd.

Ten aanzien van de gronden Larenseweg 1 (busremise Connexxion) en Swammerdamstraat wordt voorzien dat deze gronden op termijn kunnen worden herontwikkeld. Het langgerekte en ontoegankelijke terrein Larenseweg 1 (busremise) heeft met name aan de Swammerdamstraat een trieste aanblik met hoge gesloten muren en achter- en zijkanten van loodsen en een parkeerterrein. Bij eventuele planontwikkeling in de (verre) toekomst zou de lange lijn van het voormalige stoomtramtracé leidend moeten zijn voor de planuitwerking. Aanhelen van de straatwand (Swammerdamstraat) met woningen en/of creatieve bedrijvigheid met meer groen en parkeren is hier het gewenste beeld. Het karakteristieke industriële pand van de busremise zou moeten worden gehandhaafd. Het parkeerterrein naast dit pand mag worden bebouwd, op een zodanige wijze dat er één architectonisch en industrieel ogend complex ontstaat van bestaand en nieuw. Bestaande parkeerplaatsen dienen onder de bebouwing te worden gecompenseerd. In het straatprofiel dient ruimte te blijven voor bomen. Een doorsteek voor voetgangers en fietsers in combinatie met een zicht op het monumentale pand `De Geus` is hier wenselijk.

Het beleid is erop gericht om in woongebieden de vestiging van aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten mogelijk te maken. Om ervoor te zorgen dat Over ´t Spoor een broedplaats voor creatieve kleinschalige bedrijven wordt, is de aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit opgenomen en mogelijk gemaakt.

Bedrijventerreinen

De huidige bedrijventerreinen in de wijk bieden weinig ontwikkelingsmogelijkheden. De terreinen zijn volledig uitgegeven en de mogelijkheden voor intensivering zijn beperkt doordat de terreinen van beperkte omvang zijn en thans reeds intensief worden gebruikt. De enige ontwikkelingspotenties doen zich voor als een groot bedrijf weggaat waardoor er mogelijkheden onstaan voor herverkaveling ten behoeve van kleine bedrijven. De bedrijventerreinen Korte Noorderweg en Liebergerweg blijven behouden en zijn ook als zodanig bestemd. Het bedrijventerrein Larenseweg is opgeheven nadat het bedrijf Campina is vertrokken.

Voor de bedrijventerreinen is een verruiming toegestaan door de milieucategorie 1 (naast categorie 2 en 3 ) toe te staan. Uitzondering hierop zijn kantoren, die specifiek worden benoemd zoals op het perceel Liebergerweg 72-98. Perifere detailhandelsvestigingen worden toegestaan op het bedrijventerrein Korte Noorderweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.07bp00overtspoor-oh01_0009.jpg"

Figuur 6; Indeling naar functies

Detailhandel

Concentratie van detailhandel en horeca is een belangrijk element in de structuur van Hilversum. Bestaande winkelgebieden worden als uitgangspunt genomen. Voor Seinhorst staat behoud van de positie als wijkwinkelgebied voorop. Het gebied aan de kop van de Larenseweg en omgeving is nog niet uitontwikkeld. Geprofiteerd zal worden van ontwikkelingen rondom het station en elders in de wijk. Buiten de winkelconcentraties worden - met uitzondering van de kop van de Larenseweg/Kleine Drift - in in het plangebied geen nieuwe detailhandelsvestigingen toegestaan.

5.2.3 Voorzieningen

In de wijkschets is aangegeven dat de voorzieningenstructuur gehandhaafd dient te blijven in de wijk. Zowel wijkgerichte als stedelijke voorzieningen kunnen een plek in deze wijk krijgen of behouden. De wijkschets geeft aan dat door de toename van ongeveer 600 woningen er op termijn ruimte nodig is voor kinder- en onderwijsvoorzieningen. Een aantal voorzieningen in deze wijk zal de komende jaren vernieuwd worden of naar elders verhuizen. Het college van B&W heeft besloten de twee gesloten buurthuizen in de wijk af te stoten en daarvoor in de plaats één nieuw wijkcentrum aan de Larenseweg te realiseren.

5.2.3.1 Visie voorzieningen Larenseweg

Uit een onderzoek naar de maatschappelijke voorzieningen Larenseweg blijkt dat er binnen de wijk vraag is naar aanvullende maatschappelijke voorzieningen, waaronder basisonderwijs, kinderopvang, sociaal cultureel werk, stedelijke recreatie en bibliotheekwerk. Dudok Wonen en de Alliantie zijn bereid om hun gronden en/of opstallen beschikbaar te stellen voor deze voorzieningen.

Vestiging van maatschappelijke voorzieningen is mogelijk en ook noodzakelijk langs de Larenseweg. Te denken valt aan de realisatie van een wijkcentrum, bibliotheeksteunpunt, speel-o-theek, sport- en speelvoorziening, een basisschool, leerwegondersteunend onderwijs en een sportzaal.

In deze visie wordt onderscheid gemaakt in 4 clusters:

  • 1. Cluster Educatie, bestaande uit een basisschool, kinderopvang en peuterspeelzaal in de voormalige melkfabriek;
  • 2. Cluster Vrije tijd, bestaande uit een wijkcentrum, bibliotheek, speel-o-theek en speel-sportvoorziening op het Lucentterrein;
  • 3. Cluster LWOO, bestaande uit een LWOO-school op het Lemetterrein;
  • 4. Cluster Sportzaal, bestaande uit een sportzaal op het Lemetterrein.

De bovenstaande clusters bevatten voorzieningen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De samengebrachte voorzieningen per cluster versterken elkaar, de functies zijn complementair. Tussen de verschillende clusters onderling zit echter ook een verband. Bijvoorbeeld: de leerlingen en ouders van cluster 1 zullen regelmatig te vinden zijn in cluster 2, voor bijvoorbeeld een kinderactiviteit of het lenen van een boek.

Cluster 1

Basisschool ´t Kruispunt komt door realisatie van het cluster Educatie vrij. De basisschool maakt onderdeel uit van het projectgebied Melkfabriek. Het gebouw krijgt een andere bestemming waar wonen, werken en maatschappelijke voorzieningen zijn toegestaan.

Voor de locatie Jan Blankenlaan 8 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Voor de locatie Lieven de Key is reeds de planvorming gestart. Op deze locatie zal de school Jan Blankenlaan 8 een plek krijgen. Na het vertrek van de scholen kan de locatie een andere functie krijgen, dit wordt mogelijk gemaakt middels de wijzigingsbevoegdheid.

Cluster 3 en 4

Het College de OpMaat is voorzien in de clusters 3 en 4 . De twee schoolbesturen voor voortgezet onderwijs hebben inmiddels goedgekeurde plannen met betrekking tot fusie van het onderwijstype Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) ingediend. Het algemeen bijzondere schoolbestuur van de Gooische Scholenfederatie en het protestant-christelijke schoolbestuur van het Christelijk Voortgezet Onderwijs hebben besloten om LWOO onder te brengen bij het laatst genoemde schoolbestuur. De naam voor de school voor LWOO is College de OpMaat. Momenteel heeft de school een dislocatie in Hilversum en een hoofdlocatie in Bussum.

Centralisatie van dit onderwijstype levert logistiek, bedrijfseconomisch en onderwijsinhoudelijk voordelen op. De beoogde leerwegen/profielen die gecentraliseerd worden zijn Zorg & Welzijn, Economie en Theoretische leerweg. De leerweg Techniek zal om bedrijfseconomische en ruimtelijke redenen gehuisvest worden op de Lieve de Keylaan; realisatie van benodigde praktijkruimten voor techniek zijn zowel ruimtelijk als financieel kostbaarder dan overige praktijkruimten.

Leerlingen van het LWOO worden aangeduid als zorgleerlingen. Het zijn leerlingen die bij het volgen van regulier voortgezet onderwijs extra aandacht nodig hebben om de aangeboden leerstof te kunnen opnemen. De groepsgrootte voor leerlingen is geringer dan bij het reguliere voortgezet onderwijs. Leerlingen zullen na het positief doorstaan van het eindexamen een volwaardig diploma ontvangen. De school voor LWOO zal een regionale functie vervullen. Goede bereikbaarheid voor alle leerlingen is een vereiste. Aanwezigheid van een doorgaande radiaal en nabijheid van volwaardig openbaar vervoer aan de Larenseweg zorgt hiervoor. De school zal ongeveer 225 leerlingen huisvesten.

Naast College de OpMaat zal tevens een sportzaal verrijzen.Voor de basisschool en voor het LWOO moeten in totaal twee gymzalen worden gerealiseerd. Combinatie van deze twee gymzalen levert een sportzaal op. Dit betreft een ruimte die veel meer gebruiksmogelijkheden heeft dan twee afzonderlijke gymzalen. Naast de leerlingen van de beide scholen kunnen ook activiteiten vanuit het toekomstige wijkcentrum gerealiseerd worden in de sportzaal. Door samenvoeging krijgt de sportzaal dus meer dan voorheen een functie voor de wijk.

Buurtcentra

Sociaal-cultureel werk, in de vorm van een nieuw wijkcentrum krijgt een plaats aan de Larenseweg. Realisatie van een nieuw wijkcentrum zorgt ervoor dat deze voorziening voor de hele wijk Over´t Spoor goed bereikbaar is. Tevens draagt realisatie van zo´n voorziening bij aan de verlevendiging van dit gebied.

De locaties Edisonstraat (voormalig Boboemba) en Zwaluwplein (voormalig Ons Huis) kunnen een andere invulling krijgen. De Geus aan de Geuzenweg zal open blijven voor de buurt. Alledrie de locaties hebben de bestemming Maatschappelijke doeleinden. In de wijk Over ´t Spoor is een tekort aan panden met de bestemming Maatschappelijk. De locaties behouden de huidige bestemming.

De locatie Edisonstraat is gelegen op een binnenterrein achter de Edisonstraat. Woningbouw op dit terrein is daardoor niet mogelijk, ook omdat parkeerruimte ontbreekt. Deze locatie behoudt de bestemming Maatschappelijk.

De locatie Zwaluwplein is meegenomen in het cultuurhistorisch onderzoek van Dudok Wonen naar het 9e woningbouwcomplex aan het Edisonplein/Zwaluwplein. De woningen worden inpandig gerenoveerd en het maatschappelijk karakter wordt behouden en waar mogelijk versterkt. Ter plaatse van het voormalige Ons Huis wordt gestapelde woningbouw mogelijk gemaakt.

Horeca

Het plangebied Over ´t Spoor valt niet binnen de zone van het horecaconcentratiegebied of de restaurantzone. De horeca die nu in het plangebied zit, mag er blijven zitten en wordt ook alszodanig bestemd.

Met uitzondering van het Oosterspoorplein komen er geen nieuwe horecavestigingen in het plangebied bij. Op het nieuwe Oosterspoorplein kan (dag)horeca een belangrijke aanvullende en ondersteunende rol vervullen. Realisatie van horeca op dergelijke locaties past dan ook prima in de visie. Om het functioneren van de verdere ontwikkeling van met name het Groestkwartier niet onder druk te zetten is het echter niet gewenst deze locaties als horecaconcentratiegebied (met bijbehorende regelgeving) aan te wijzen.