direct naar inhoud van 6.5 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Bestemmingsplan Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.06bp00noord-oh01

6.5 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.5.1 Inspraak

Over het voorontwerpbestemmingsplan is overeenkomstig de gemeentelijke inspraakverordening gelegenheid tot inspraak geboden. Op 10 oktober 2007 heeft een inspraak/informatie middag/avond plaatsgevonden in het Vierkerkenhuis te Hilversum. Ook is uitvoerig in de huis-aan-huis blad over het voorontwerp geïnformeerd en is een uitgebreide weergave van het voorontwerpbestemmingsplan Noord op de gemeentelijke website geplaatst.

Het voorontwerpbestemmingsplan Noord heeft daarnaast vanaf 21 september 2007 gedurende zes weken ter inzage gelegen met de gelegenheid tot indiening van reacties. Daarvan is door een aantal personen (c.q. rechtspersonen) gebruik gemaakt. De reacties en de gemeentelijke beantwoording daarop zijn in Bijlage 5 Inspraakreacties bij deze toelichting opgenomen. Voor zover er wijzigingen uit de reacties voortvloeien, zijn deze in het bestemmingsplan verwerkt.

6.5.2 Overleg

Het gemeentebestuur overlegt bij de voorbereiding van een bestemmingsplan met betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Ook andere instanties kunnen bij het vooroverleg worden betrokken.

Het voorontwerpbestemmingsplan Noord is aan diverse instanties toegezonden. Het betrof:

  • 1. Gewest Gooi en Vechtstreek
  • 2. Gemeente Bussum
  • 3. VROM inspectie regio Noord-West
  • 4. Rijkswaterstaat
  • 5. Ministerie LNV
  • 6. Ministerie van Economische Zaken
  • 7. Provincie Noord-Holland
  • 8. Rijksdienst voor de Monumentenzorg
  • 9. Connexxion
  • 10. GAD
  • 11. GNR
  • 12. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Gooiland
  • 13. KPN Telecom Rayon Midden
  • 14. KPN Telecom
  • 15. LNO-UTN, afdeling Straalpaden
  • 16. Nederlandse Gasunie
  • 17. NUON Regio Noord-Holland
  • 18. Hydron Midden Nederland N.V.
  • 19. Provinciaal Waterleiding Bedrijf
  • 20. Waternet t.a.v. M. Claassen
  • 21. Stichting Gooisch Natuurreservaat
  • 22. STRO
  • 23. Regionale brandweer

De ingekomen reacties zijn in Bijlage 6 Overlegreacties bij deze toelichting opgenomen. De gemeentelijke reactie volgt hieronder.

Ad 1. Gewest Gooi en Vechtstreek

Geen reactie.

Ad 2. Gemeente Bussum

Geen opmerkingen ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan Noord.

Reactie gemeente

Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.

Ad 3. VROM inspectie regio Noord-West

  • Verzoek om bijlage 2 van het luchtkwaliteitsonderzoek in de bijlage van het bestemmingsplan op te nemen.

Reactie gemeente

Alle bijlagen behorende bij het luchtonderzoek worden opgenomen in de bijlage van het bestemmingsplan. Daarnaast is het luchtkwaliteitsonderzoek geactualiseerd en daarbij wordt aangesloten bij de laatste regelgeving.

  • Onduidelijk is in de waterparagraaf of de waterbeheerder in het kader van de watertoets bij de ontwikkeling van het plan betrokken is geweest. De inhoud van de waterparagraaf geeft geen volledig beeld van de waterhuishouding in het plangebied. In de paragraaf moet een beschrijving komen van het waterhuishoudkundig systeem in en rond het plangebied, het functioneren van dit systeem, de gevolgen van de planontwikkeling voor de waterhuishouding, de robuustheid van het systeem i.v.m. toename van de neerslag als gevolg van de klimaatverandering, de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater, de behandeling van hemel- en afvalwater

Reactie gemeente

Er is inmiddels een watertoets gedaan door de waterbeheerder (waternet). Het advies zal als Bijlage 2 Watertoets worden opgenomen in het bestemmingsplan. Daarnaast is de waterparagraaf waar nodig aangepast.

  • De in paragraaf 10.3.2. genoemde voorkeursgrenswaarde is sinds de wijziging van de Wet geluidhinder (1 januari 2007) 48 dB(A).

Reactie gemeente

Het akoestisch onderzoek is geactualiseerd op basis van de Wet geluidhinder.

  • In het belang van een goede waterhuishouding zou aan voorschrift artikel 15 (Water (WA)) een verbod tot het verkleinen van de doorstroomprofielen van wateroppervlakken moeten worden toegevoegd. Aan dit verbod kan een vrijstellingsbevoegdheid voor B&W kunnen worden gekoppeld met als voorwaarde dat er advies gevraagd wordt aan de waterbeheerder. Bij een negatief advies zou de vrijstelling moeten worden geweigerd.

Reactie gemeente

In feite betreft het hier retentiebassin voor regenwater en maakt als zodanig deel uit van het regenwaterrioleringsstelsel. Volgens de Keur van het Hoogheemraadschap heeft de bedoelde vijver de kwalificatie “primaire watergang”. Waarschijnlijk zal zijn bedoeld: “primair water”, omdat de vijver een belangrijke rol speelt in de hemelwateraanvoer, -afvoer en -berging. De doorstroomprofielen zijn derhalve gekoppeld aan het gebruik als rioleringstechnisch werk. De regeling hiervan valt buiten de scope van het bestemmingsplan.

Ad 4. Rijkswaterstaat

Geen reactie.

Ad 5. Ministerie LNV

Geen reactie.

Ad 6. Ministerie van Economische Zaken

Geen reactie.

Ad 7. Provincie Noord-Holland

  • 1. In de toelichting (bladzijde 37) wordt gesteld dat volgens de huidige plannen de netto toename van het aantal woningen ongeveer 150 woningen is. In het rapport externe veiligheid, bladzijde 6, wordt uitgegaan van een toename van netto 250 woningen. Verzoek om duidelijk aan te geven met hoeveel woningen het woningbestand toeneemt.

Reactie gemeente

Het woningbestand neemt met netto 150 woningen toe. In de oorspronkelijke plannen was er sprake van een toename van 250 woningen, nadien zijn een aantal plannen aangepast in die zin dat er minder woningen gebouwd zullen gaan worden. Bij het onderzoek naar de externe veiligheid is nog gerekend met het `oude` aantal van 250 woningen. Minder woningen toevoegen in het plangebied levert in ieder geval geen slechter beeld op in het kader van exterene veiligheid.

  • 2. Verzoek om de toelichting voor wat betreft luchtkwaliteit te actualiseren. De provincie verwijst hierbij naar de handreiking luchtkwaliteitstoets voor ruimtelijke plannen.

Reactie gemeente

Het verzoek zal worden gehonoreerd. De actualisatie van de paragraaf luchtkwaliteit in het bestemmingsplan Hilversum-Noord is uitgevoerd. Vanwege de inwerkingtreding van de Wet luchtkwaliteit is de beoordelingswijze gewijzigd. Omdat het ontwerpbestemmingsplan nog niet is vastgesteld, valt het bestemmingsplan onder het regime van de Wet luchtkwaliteit. Onderzoek naar de luchtkwaliteit is geactualiseerd.

  • 3. Om een overzichtelijker beeld van de diverse deelgebieden in het plangebied te verkrijgen verzoekt de provincie een overzicht van de ligging van de diverse deelgebieden in de legenda van de kaart op te nemen.

Reactie gemeente

Een overzicht van de ligging van de diverse deelgebieden is opgenomen in de legenda van de plankaart.

Ad 8. Rijksdienst voor de Monumentenzorg

Geen reactie.

Ad 9. Connexxion

Op bladzijde 65 wordt in paragraaf 11.2 een beschrijving van het openbaar vervoer in de wijk Noord gegeven. Deze is echter onjuist. Het plangebied wordt alleen aangedaan door stadsbuslijn 2 die een lus rijdt in de wijk.

Reactie gemeente

De toelichting is aangepast.

Ad 10. GAD

Geen reactie.

Ad 11. GNR

Geen reactie.

Ad 12. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Gooiland

Geen reactie.

Ad 13. KPN Telecom Rayon Midden

Geen reactie.

Ad 14. KPN Telecom

KPN geeft aan dat er wel straalpaden lopen over het bestemmingsplangebied maar dat de maximale bouwhoogte in het bestemmingsplan 20 meter bedraagt en voor het gebied een maximale bouwhoogte van 80 meter geldt voor de straalpaden.

Reactie gemeente

Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.

Ad 15. LNO-UTN, afdeling Straalpaden

Geen reactie.

Ad 16. Nederlandse Gasunie

Gasunie heeft aangegeven dat er in het bestemmingsplangebied geen leidingen of stations aanwezig zijn.

Reactie gemeente

Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.

Ad 17. NUON Regio Noord-Holland

Geen reactie.

Ad 18. Hydron Midden Nederland N.V.

Geen reactie.

Ad 19. Provinciaal Waterleiding Bedrijf

Geen reactie.

Ad 20. Waternet

  • 1. In hoofdstuk 2 ontbreekt het beleid van Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht dat weergegeven is in het Waterbeheersplan Amstel, Gooi en Vecht. Verzoek om dit beleidskader op te nemen. De kern van dit waterbeheersplan is de zorg voor schoonwater op het juiste peil. De gemeente Hilversum ligt op hoger gelegen gronden van het Gooi en wordt aangemerkt als infiltratiegebied. In het Waterbeheersplan is opgenomen dat het wenselijk is regenwater niet af te voeren naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie maar te infiltreren in de bodem. Dit leidt tot herstel van het geohydrologische systeem en voorkomt onnodig transport van schoon water.

Reactie gemeente

Het Waterbeheersplan van AGV kent geen rechtstreekse werking. Deze zou neergelegd moeten zijn in Keur en de daarbij behorende uitvoeringsrichtlijnen (hier: “lozen regen- grond- en leidingwater”). Echter het afkoppelen van regenwater is niet dwingend voorgeschreven. Dat is ook niet het geval in het streekplan Noord-Holland zuid dat op zijn beurt weer verwijst naar het Provinciaal Waterplan.

Er is dus geen reden om in dit bestemmingsplan het streekplan te volgen nu in een aparte uitwerking (het provinciale Waterplan) is voorzien. De nieuwe Waterwet geeft gemeenten wel de mogelijkheid om voor een regeling via het bestemmingsplan te kiezen of dat te doen via het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) zoals dat door de Wet Milieubeheer dwingend is voorgeschreven. Afkoppelen is in het GRP Hilversum als uitgangspunt gekozen.

Nu het beleid al binnen gemeentelijk beleid is vastgelegd (GRP) en er verder geen juridische planologische mogelijkheden bestaan kan niet aan dit verzoek tegemoet worden gekomen. Zie ook het antwoord op vraag 5.

  • 2. Verzoek om de ontwikkelingen in het bestemmingsplan uitgebreider te beschrijven. Verzoek om aan te geven wat de verwachte toename van verhard oppervlak voor iedere ontwikkeling zal zijn.

Reactie gemeente

Wat bekend is over de bouwlocaties is opgenomen in het bestemmingsplan. Voor sommige bouwlocaties zijn al concrete bouwplannen bekend. Daarvoor is een directe bestemming opgenomen. Waar een hoofdgebouw mag komen is via een bouwvlak aangegeven. Daarnaast is aangegeven hoeveel m2 er aan bijgebouwen en aan- of uitbouwen mag komen. Bij de ontwikkelingslocaties waar nog geen directe bestemming kan worden opgenomen omdat de bouwplannen simpelweg nog niet concreet genoeg zijn, is in de uit te werken bestemming een bebouwingspercentage genoemd. Daaruit blijkt hoeveel vierkante meter bebouwing er mag komen.

  • 3. Waternet geeft aan zeer te spreken te zijn over het voornemen om bij de herontwikkeling als uitgangspunt te hanteren dat hemelwater van het gemengde stelsel wordt afgekoppeld. De aanname dat alleen hemelwater van dakoppervlakken voldoende schoon is om te infiltreren kan Waternet niet geheel onderschrijven. Ook hemelwater van andere verharde oppervlakken kan in sommige gevallen geïnfiltreerd worden, bijvoorbeeld schoolpleinen. Er is een voornemen om in samenwerking met waternet (en gemeente) een beheersdocument afvoer hemelwater op te stellen, waarin voor de gehele gemeente Hilversum per locatie/gebied aangegeven wordt op welke wijze het hemelwater zal worden geborgd en/of afgevoerd. Verzoek om de afspraken die daarin worden gemaakt te hanteren bij de realisatie van de genoemde ontwikkelingen.

Reactie gemeente

Het is niet mogelijk toekomstige plannen op voorhand te regelen in het bestemmingsplan. Wel voorziet het bestemmingsplan nu al in infiltratieplekken (zie vraag 5) en een hemelwaterafvoersysteem dat infiltreert in het eerste watervoerende pakket dat onder de bebouwde kom van Hilversum ligt. In de waterparagraaf zal de betreffende zin over “alleen hemelwater van dakoppervlakken” worden genuanceerd. Echter, ook dit aspect wordt geregeld in het GRP.

  • 4. Het plan om het hemelwater van het gescheiden stelsel via de Berlagevijver te infiltreren wordt op dit moment uitgewerkt. Door de genoemde ontwikkelingen en de toename van verharding zullen de uitgangspunten moeten worden bijgesteld. Dit zal in de verdere uitwerking van het plan moeten worden meegenomen.

Reactie gemeente

In het plan zijn locaties aangewezen voor infiltratie van wateroverschot. Derhalve is een regeling in dit bestemmingsplan niet noodzakelijk. In het bestemmingsplan zijn de groenstroken rondom de Berlagevijver reeds mede aangemerkt voor waterinfiltratie en waterberging (zie tevens antwoord op vraag 5).

  • 5. Verzoek om de gronden met de bestemming Tuin mede te bestemmen voor waterberging en infiltratie voor infiltratie vanaf het eigen perceel. Bij het dimensioneren van berging- en infiltratievoorzieningen dient het uitgangspunt te zijn dat door de toename van verharding geen extra water uit het plangebied afgevoerd hoeft te worden. Hierbij zal rekening worden gehouden met het zwaarste klimaatscenario voor de toekomst.

Reactie gemeente

Aan de bestemmingsomschrijving van Tuin is de functie waterberging en waterinfiltratie toegevoegd.

  • 6. Onder het voorkomen van wateroverlast valt tevens het voorkomen van de instroom van hemelwater naar ondergrondse (parkeer) voorzieningen. Advies om bij de uitwerking van de bouwplannen rekening te houden met de sterk wisselende maaiveldhoogtes in Hilversum.

Reactie gemeente

Dit advies wordt meegenomen bij de uitwerking van bouwplannen maar valt niet te regelen in het bestemmingsplan. Het wateradvies van Waternet wordt letterlijk (Waternet, Bestemmingsplan Hilversum noord voorontwerp, 9 november 2007, kenmerk 2007.025587) opgenomen in de bijlagen van het bestemmingsplan.

  • 7. Verzoek om in het bestemmingsplan aan te geven hoe diffuse waterverontreinigingen (door gebruik van uitlogende materialen) worden voorkomen.

Reactie gemeente

Hieraan wordt momenteel gewerkt (Actieplan Diffuse Bronnen, uitvloeisel Wvo-vergunning voor rioolstelsel). Naar alle waarschijnlijkheid wordt dit Actieplan opgenomen in het GRP. Derhalve is een regeling in dit bestemmingsplan niet noodzakelijk.

  • 8. Advies om bij de inrichting van (ondergrondse) bebouwing rekening te houden met de aanwezige grondwaterstanden en – stromingen en tevens te kijken naar de consequenties van infiltratie.

Reactie gemeente

Idem als antwoord op vraag 6.

Ad 21. Stichting Gooisch Natuurreservaat

  • 1. Verzoek om de bosstrook (eigendom GNR) grenzend aan de Erfgooiersstraat, ten oosten van de VAM weg de bestemming Natuur te geven zodat de gehele Westerheide deze bestemming heeft.

Reactie gemeente

Het verzoek wordt gehonoreerd. De gronden van GNR krijgen de bestemming Natuur. Tevens hebben de gronden die betrekking hebben op het aardkunidg monument een extra bescherming meegekregen middels de dubbelbestemming Waarde - Geomorfologie.

  • 2. De bestemmingsvoorschriften van de bestemming natuur zijn zeer beperkt van opzet. Een aanlegvergunningstelsel ontbreekt. Verzoek om een regeling zoals geldt voor het aangrenzende natuurgebied op de Westerheide (bestemmingsplan Buitengebied) op te nemen, ten einde een adequate bescherming van de waarden van natuur, cultuurhistorie en landschap te waarborgen.

Reactie gemeente

Het verzoek wordt gehonoreerd. Het is van belang dat er voor een en het zelfde natuurgebied dezelfde regels gelden. Er zal een aanlegvergunningstelsel worden opgenomen, zoals hieronder is aangegeven.

12.3 Aanlegvergunning

12.3.1. Verboden werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:

  • Het vergraven van gronden
  • Het egaliseren van gronden
  • Het ophogen van gronden en aanleggen van (geluids)wallen
  • Het vellen en rooien van bomen en ander houtgewas
  • Het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden
  • Het veranderen, verleggen en/of aanleggen van wegen en paden, het verharden daarvan en het aanleggen van andere oppervlakte verhardingen
  • Het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen
  • Het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur
  • Het diepploegen, zijnde het extra diep – circa 0,4 meter of meer omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd
  • Andere werken die een wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of ten gevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten.

12.3.2. Toegestane werkzaamheden

Het in het vorige lid vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:

  • Het normale onderhoud betreffen
  • Noodzakelijk zijn in verband met het op de betreffende bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond
  • Reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het inwerkingtreden van dit plan.

Ad 22. STRO

Geen reactie.

Ad 23. Regionale brandweer

  • 1. De brandweer is van mening dat de risico´s omtrent externe veiligheid onvoldoende beschreven zijn en dat het externe veiligheidsrapport een te rooskleurig beeld geeft over het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. De prognoses van Prorail uit 2003 blijken, volgens de brandweer, achterhaald te zijn en kunnen niet meer als uitgangspunt gebruikt worden voor de risicoberekeningen. Ook de aanname van Oranjewoud dat het vervoer van gevaarlijke stoffen aanzienlijk zal afnemen in de toekomst in verband met de Betuweroute is achterhaald. Bovendien worden in het rapport niet alle risicoverhogende factoren meegenomen zoals het station Hilversum Noord. Daarnaast wordt ervan uitgegaan dat brandbare vloeistoffen en gassen gescheiden worden vervoerd. Dit is niet geborgd en daarom geen goed uitgangspunt. De brandweer wil graag een vooroverleg in het kader van onder andere zelfredzaamheid en bluswatervoorzieningen.

Reactie gemeente

Voor het ontwerpbestemmingsplan is door Oranjewoud het onderzoek "Bestemmingsplan 'Hilversum Noord' 2009 Onderzoek Externe veiligheid Update, projectnr. 19706, revisie 02, april 2009" geactualiseerd. In de vernieuwde rapportage van het bureau Oranjewoud is bij de berekeningen uitgegaan van de geprognosticeerde vervoersstromen over het jaar 2007. In de huidige situatie het groepsrisico fors overschreden. Dit ligt ook geheel in de lijn der verwachting. Er is immers sprake van een gegroeide situatie waarbij zowel de vervoersstromen zijn gegroeid evenals de woningbouw na WO II.

Het invoeren van veiligheidsberekeningen op enig moment in de tijd zonder dat hiervoor wettelijke grondslagen en saneringsregelingen bestaan, leidt er toe dat de huidige bebouwing geaccepteerd moet worden. Dit impliceert tevens dat toenamen van de vervoersstromen en de mogelijke uitwerking daarvan niet kan worden afgewenteld op de zittende bevolking. De gemeente is daarvan geen probleemhouder maar het Rijk.

Daarnaast doen zich implicaties voor ten aanzien van het voorkomen en bestrijden van ongevallen met LPG. Ten eerste is dat de zelfredzaamheid niet kan worden vergroot dan wel worden afgedwongen er is immers sprake van een bestaande situatie. Ook de aanrijroutes, en -tijden voor de hulpverleningsdiensten kunnen geen onderdeel vormen van het bestemmingsplan. Het wegbestemmen van de woningbouw is geen optie. Daarnaast geldt nog steeds het gegeven dat er altijd sprake zal zijn van overgangsrecht. Mocht hieruit een knelpunt ontstaan dan zal het Rijk zich hiervan rekenschap dienen geven en oplossingen moeten aandragen. Daarbij zullen bronmaatregelen aan het spoor voor de hand liggend zijn. Wel kan met het transport rekening worden gehouden in het kader van de rampenbestrijding (rampenplan) en het voor alle gemeenten sinds 1-8-2008 verplicht zijnde Integraal Veiligheidsplan (Gemeentewet).

Bij herstructurering (die gevolg is van verouderde bebouwing) kan maatwerksgewijze aandacht worden besteed aan de veiligheid van de vervangende nieuwbouw.