direct naar inhoud van 3.5 Duurzaamheid en leefbaarheid
Plan: Kinderboerderij Melkmeent 9
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.01bp04melkmeent-va01

3.5 Duurzaamheid en leefbaarheid

3.5.1 Duurzaamheid

Duurzaamheid is gericht op drie kwaliteitsaspecten: people, planet en profit/prosperity. De pijler 'people' richt zich op aspecten van sociale kwaliteit en proceskwaliteit: de leefbaarheid van de omgeving, sociale veiligheid en de betrokkenheid van bewoners, bedrijven en overheden (sociale duurzaamheid). De pijler 'planet' is direct gerelateerd aan de milieukwaliteit en thema's als energie, ecologie en water, maar ook aan gezondheid, verkeer en afval, en daarmee aan verschillende grote milieuproblemen zoals verlies aan biodiversiteit, klimaatsverandering, bedreigingen van de gezondheid en aantasting van de leefomgeving (fysieke duurzaamheid). Uitgangspunten zijn een brongerichte benadering, het sluiten van kringlopen en behoud en versterking van de kwaliteit van de leefomgeving. De pijler 'profit/prosperity' richt zich op de aanwezigheid van voorzieningen, voldoende werkgelegenheid en inkomensdifferentiatie en dragen bij aan het functioneren van de leefomgeving (economische duurzaamheid). De essentie van deze zogenaamde Triple P-benadering is een evenwichtige integrale ontwikkeling van de kwaliteitsaspecten.

3.5.2 Leefbaarheid

Geluid

Een (geluids)zone is een aandachtsgebied waarbinnen, indien er geluidsgevoelige bestemmingen zijn of kunnen worden gerealiseerd, moet worden getoetst aan de grenswaarden van de Wgh. Geluidsgevoelige bestemmingen zijn onder andere woningen, scholen en gebouwen voor de gezondheidszorg. De voorkeursgrenswaarde voor geluidsgevoelige bestemmingen ten gevolge van wegverkeerslawaai bedraagt 48 dB.

Daarnaast zijn er voorkeursgrenswaardes vanwege spoorweglawaai, industrielawaai, luchtvaartterrein en andere geluidzones. Vanwege de ligging van het plangebied zijn deze zones niet relevant voor dit plan, omdat het plan buiten de invloedgebieden van deze bronnen ligt.

De regelgeving die betrekking heeft op geluidshinder staat in een aantal wetten. De Wet geluidhinder (Wgh) voorziet in een zonering van o.a. wegen en stelt eisen aan de geluidsbelasting binnen de zone rond en langs die wegen. De geluidshinder die afkomstig is van inrichtingen (met name bedrijven) wordt gereguleerd op basis van de Wet milieubeheer (Wm).

Voor wat betreft zones langs wegen geldt hoofdstuk VI van de Wgh. Wegen waarop een 30 km/h-regime van toepassing is en wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied, hebben op basis van artikel 74 van de Wgh geen geluidszone. Voor overige autowegen gelden de volgende zones:

  • 350 m voor een weg bestaande uit drie of meer rijstroken (stedelijk gebied);
  • 200 m voor een weg bestaande uit één of twee rijstroken (stedelijk gebied);
  • 600 m voor een weg bestaande uit vijf of meer rijstroken (buitenstedelijk gebied);
  • 400 m voor een weg bestaande uit drie of vier rijstroken (buitenstedelijk gebied);
  • 250 m voor een weg bestaande uit één of twee rijstroken (buitenstedelijk gebied).

Ten aanzien van dit bestemmingsplan

De Melkmeent heeft een 60 km/h regime en bestaat uit 1 rijstrook in buitenstedelijk gebied. Aangezien met voorliggend bestemmingsplan geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen worden mogelijk gemaakt, hebben de resultaten geen gevolgen voor het bestemmingsplan.

Geur

Sinds 1 januari 2007 geldt de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv). Deze wet is het toetsingskader voor de beoordeling van geurhinder vanuit dierenverblijven van veehouderijen. Anders dan op grond van de oude regeling, onder meer de Richtlijn veehouderij en stankhinder 1996, geeft de Wgv grenswaarden in 'odour units' per kubieke meter lucht (ou/m) voor de toelaatbare geurbelasting bij woningen. Tevens zijn in de Wgv minimumafstanden vastgelegd tussen stallen en geurgevoelige objecten (alle woningen van derden en recreatiewoningen). De grenswaarden en minimumafstanden zijn echter niet geheel hard: gemeenten kunnen desgewenst binnen in de wet aangegeven marges via een gemeentelijke verordening andere grenswaarden en/of minimumafstanden vaststellen.

Ten aanzien van dit plan is door bureau ARCADIS onderzoek gedaan naar de geuraspecten van het plan. Het onderzoeksrapport is als bijlage 2 onderdeel van deze toelichting. In paragraaf 5.5.2 zijn de conclusies van het onderzoek opgenomen.

Ammoniak

De Wet ammoniak veehouderij (Wav) bevat regels met betrekking tot de ammoniakemissie uit dierverblijven. Dit ter bescherming van de zogeheten zeer kwetsbare natuurgebieden. Ligt een dierenverblijf in kwetsbaar gebied of in een zone van 250 meter er omheen, dan wordt een oprichtingsvergunning geweigerd op grond van art. 5 lid 2 van de Wav.

De op te richten kinderboerderij ligt niet in de zogenaamde Wav-zone.

Lucht

Sinds 15 november 2007 geldt de Wet luchtkwaliteit. Door deze nieuwe wetgeving kunnen kleine bouwprojecten doorgaan. Het gaat om projecten die de hoeveelheid fijn stof en stikstofdioxide in de lucht met maximaal 3% verhogen. Voor dergelijke projecten zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk om de luchtkwaliteit op peil te houden. De wet legt tevens de basis voor een Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Projecten die passen in het programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de Europese normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit.

De kinderboerderij die dit bestemmingsplan mogelijk maakt is dermate klein dat deze 'niet in betekenende mate' is. Het plan past binnen de kaders van het NSL. Nader onderzoek is niet nodig.

Zie ook: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=12331