Plan: | Nieuw-Vennep Wilhelminahoeve |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0394.BPGnwvWhmv0000-E001 |
Streekplan Noord-Holland Zuid (2003)
Vertrekpunt voor het provinciale beleid is de huidige ruimtelijke situatie. De ambitie is om de economische ontwikkeling (de 'motor' van het gebied) te versterken, maar gelijktijdig ook te zorgen voor leefbaarheid, waterhuishouding en bereikbaarheid. Daarom wil de provincie in de periode tot 2020:
In het streekplan Noord-Holland Zuid wordt het plangebied gerekend tot het gebied vallend binnen de rode contour, dus binnen de begrenzing van het stedelijk gebied. De provincie heeft dit gebied reeds aangeduid als bedrijventerrein.
Partiële herziening actualisering Streekplan Noord-Holland Zuid
Eind 2007 is door Provinciale Staten de Partiële herziening actualisering streekplan Noord-Holland Zuid vastgesteld. Deze herziening betreft twaalf onderwerpen. Van belang voor het plangebied zijn de aangepaste beleidslijnen voor het provinciaal locatiebeleid, de 20 Ke-contour van Schiphol en het schrappen van de rode contour als essentiële beleidslijn (een verschuiving van de rode contour en de daarmee samenhangende functiewijziging is nu, op een daartoe aan de provincie gericht verzoek, bij uitzondering mogelijk).
Structuurvisie Noord-Holland 2040
In de structuurvisie Noord-Holland beschrijft de provincie hoe ze de veelzijdigheid van Noord-Holland wenst te bewaken en op welke manier ze met ontwikkelingen als globalisering, klimaatverandering en vergrijzing omgaat. De structuurvisie schetst hoe de provincie er in 2040 moet komen uit te zien. Door de ruimtelijke ordening aan te passen waar nodig, kan met de veranderingen worden omgegaan. Daarnaast kan dit door de bestaande kwaliteiten verder te ontwikkelen. De aspecten waarop de structuurvisie zich daarom richt zijn de volgende:
De provincie kiest voor een beperkte uitleg van bedrijventerreinen om op die manier het landelijk gebied open en dichtbij te houden. Daarentegen wil de provincie dat er voldoende kwantitatieve en kwalitatieve ruimte beschikbaar is voor ontwikkelingen ten behoeve van de Noord-Hollandse economie. Deze uitgangspunten leiden tot optimalisatie van bestaande bedrijventerreinen, maar ook naar het zoeken naar ruimte voor nieuwe locaties.
Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie 2010
De Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie van de provincie Noord-Holland geeft een beschrijving waaraan bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen moeten voldoen. Met het inwerking treden van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is het streekplan als beleidsdocument en de goedkeuringsvereiste voor gemeentelijke bestemmingsplannen komen te vervallen. Voor het streekplan is de structuurvisie in de plaats gekomen, echter deze is uitsluitend zelfbindend voor de provincie. Voor de doorwerking van het in de structuurvisie vastgelegde beleid naar gemeenten toe, heeft de provincie de beschikking gekregen over de zogenaamde provinciale verordening.
Deze verordening is het aangewezen instrument als het gaat om algemene regels omtrent de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen of projectbesluiten. Wel zal hierin duidelijk het provinciaal belang hiertoe naar voren moeten komen. Het uitgangspunt daarbij is dat de bevoegdheden ter doorwerking van het ruimtelijk beleid zoveel mogelijk proactief worden ingezet en het provinciale beleid daarbij zoveel mogelijk eenduidig wordt geregeld.
Waar in het streekplanbeleid ruimte bestaat voor nadere afwegingen of beleidsruimte voor maatwerk aanwezig is, is in deze verordening gebruikgemaakt van het instrument ontheffing door GS of – in een enkel geval – nadere regels door GS. Hierdoor wordt de verordening flexibeler ten behoeve van maatwerk situaties. De verordening richt zich op de inhoud van het bestemmingsplan. Het gaat daarbij niet alleen om de inhoud in strikt juridische zin, maar ook om eisen aan de toelichting. In de verordening is geen gebruikgemaakt van de mogelijkheid tot het opnemen van een Voorbereidingsbescherming conform artikel 4.1 derde lid van de Wro. Het streekplanbeleid is van 2003/2004 en veel bestemmingsplannen zijn met inachtneming van dit beleid goedgekeurd. Verder heeft een verordening een relatief korte werkingsduur. Alle bestemmingsplannen zullen overeenkomstig de verordening aangepast moeten worden.
Dit geldt ook voor onderhavig bestemmingsplan. Voor onderhavig bestemmingsplan zijn de volgende in de verordening opgenomen aspecten bindend geworden en uit het streekplan overgenomen1:
Provinciaal milieubeleidsplan
Op 31 maart 2009 is het ontwerp Provinciaal Milieubeleidsplan voor de periode 2009-2013 vastgesteld door GS en vrijgegeven voor inspraak. Het nieuwe Milieubeleidsplan moet eind 2013 leiden tot het bereiken van de Europese en nationale milieunormen. Het plan heeft twee overkoepelende doelen:
De provincie stelt tweejarige uitvoeringsprogramma's op (2010-2011 en 2012-2013), waarin de uitvoering van dit nieuwe Milieubeleidsplan meer in detail wordt vastgelegd.