direct naar inhoud van Artikel 4 Gemengd - 1
Plan: Nieuw-Vennep Wilhelminahoeve
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0394.BPGnwvWhmv0000-E001

Artikel 4 Gemengd - 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daarbij behorend(e):

  • e. verhardingen, in- en uitritten;
  • f. fiets- en voetpaden;
  • g. groen;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. parkeervoorzieningen;

met dien verstande dat:

  • k. geluidzoneringsplichtige inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • l. risicovolle inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Vuurwerkbesluit zijn niet toegestaan.

4.2 Bouwregels
4.2.1

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is ten hoogste de aangegeven maximale goot- en bouwhoogte toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan en het aangegeven maximum bebouwingspercentage toegestaan;
  • d. de hoogte van aan- en uitbouwen mag niet meer zijn dan 5 m;

4.2.2

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel mag niet meer zijn dan 1 m;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen elders mag niet meer zijn dan 2 m;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer zijn dan 10 m;
  • d. per bouwperceel is ten hoogste één vlaggenmast toegestaan.

4.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Ondersteunende horeca ten behoeve van hetgeen bepaald in lid 4.1 sub b t/m d is toegestaan, onder de voorwaarden dat:
    • 1. activiteiten ter functionele ondersteuning dienen van de hoofdactiviteit op een perceel;
    • 2. de ondersteunende activiteit ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit en niet meer mag omvatten dan 10% van de brutovloeroppervlakte van die hoofdactiviteit met een maximum van 150 m²;
    • 3. de openingstijden van de ondersteunende activiteit vallen binnen de openingstijden van de hoofdactiviteit;
    • 4. toegang tot de ondersteunende activiteit uitsluitend mogelijk is via het erf of de toegang van de hoofdactiviteit.
  • b. Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wabo wordt in ieder geval gerekend:
    • 1. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van andere bedrijven dan de bedrijven die zijn aangeduid als toelaatbaar op grond van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, die als bijlage bij deze regels is opgenomen;
    • 2. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfswoningen;
    • 3. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting dan wel prostitutie.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Afwijking van de Staat van Horeca-activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 sub a teneinde:

  • a. horeca-activiteiten toe te laten die voorkomen in één subcategorie dan wel categorie hoger dan toelaatbaar, indien en voor zover de betreffende horeca-inrichting naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de categorie, zoals in lid 4.1 sub a genoemd;
  • b. horeca-activiteiten toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien en voor zover de betrokken horeca-inrichting naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën , zoals in lid 4.1 sub a genoemd;
  • c. het geen inrichtingen betreft die ingevolge de Specifieke gebruiksregels niet zijn toegestaan.

4.4.2 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de milieusituatie, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 sub b voor het vestigen van bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie hoger en voor bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen op de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits:

  • a. deze naar hun aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de categorie zoals bedoeld in lid 4.1 sub b;
  • b. het geen inrichtingen betreffen die ingevolge de Specifieke gebruiksregels niet zijn toegestaan.