Plan: | PARK21 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0394.BPGlgbPARK21000000-C001 |
het bestemmingsplan PARK21 met identificatienummer NL.IMRO.0394.BPGlgbPARK21000000-C001 van de gemeente Haarlemmermeer;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een niet-publieke voorziening niet in beheer van de netbeheerder waar elektrische wisselstroom kan worden omgezet van 150 kilovolt naar een ander voltage
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een krachtens artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening aangewezen bouwplan;
het in of aan huis uitoefenen van (vrije) beroepen en/of het in of aan huis ontplooien van bedrijfsmatige activiteiten door de bewoner(s) van dat huis en maximaal één werknemer, die door de beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met overwegend behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
een bijbehorend bouwwerk bij een woning op één bouwperceel, waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest;
een bedrijf gericht op het voortbrengen van producten door het telen van gewassen of het houden van dieren, daaronder begrepen houtteelt, zaadveredeling en de teelt van watergebonden organismen als planten, algen, weekdieren, schelpdieren en vissen, waarbij opslag van de door het bedrijf ter plaatse voortgebrachte producten en het vergisten van bedrijfseigen mest en co-substraten is toegestaan;
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf voor het houden van vee en pluimvee, waarbij dit houden van vee en pluimvee geheel of nagenoeg plaatsvindt in gebouwen. Het houden van melkrundvee, schapen of paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij;
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op de toelevering ten behoeve van agrarische bedrijven, dan wel een bedrijf dat fungeert als tussenhandel van agrarische producten;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
een leisurevoorziening waar ter ontspanning en vermaak verscheidene attractie- en speeltoestellen zijn opgesteld;
een bouwwerk dat bestemd is voor vermaak en ontspanning waarbij mensen kunnen worden voortbewogen en waarbij van de zwaartekracht, motorisch vermogen en/of de fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt;
één of meerdere gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd;
een aan de woonfunctie ondergeschikte verblijfsvoorziening, bestaande uit het tegen betaling aanbieden van toeristisch en kortdurend verblijf in de woning en/of bijbehorende gebouwen. Een bed & breakfast wordt gerund door de hoofdbewoner(s) van de woning. De kamers ten behoeve van een bed & breakfast functioneren niet als zelfstandige wooneenheid;
een onderneming die goederen vervaardigt, bewerkt, installeert, inzamelt en/of verhandelt, evenals diverse vormen van opslag en logistiek, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;
een gebouw dat blijkens aard en indeling bruikbaar en noodzakelijk is voor de uitoefening van een bedrijf, met uitzondering van (bedrijfs)woningen;
een woning die gezien ligging en functie bedoeld is voor bewoning door één huishouden waarvan de aanwezigheid gelet op de bestemming van een gebouw of terrein noodzakelijk is;
het op de dag van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan legaal bestaand bouwwerk, evenals een bouwwerk dat wordt of mag worden gebouwd krachtens een voorafgaand aan deze dag verleende of krachtens een voor deze dag aangevraagde, maar nog te verlenen omgevingsvergunning;
het gebruik, zoals aanwezig op de dag van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan, conform de geldende gebruiksregels of een omgevingsvergunning;
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in de logiesverblijven daadwerkelijk recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen dan wel het Besluit externe veiligheid buisleidingen een grenswaarde of richtwaarde voor het plaatsgebonden risico is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
een op zich zelf staand, niet voor bewoning bestemd al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een agrarisch bedrijf dat hoofdzakelijk middels opengrondse tuinbouwactiviteiten gericht is op de teelt van bloembollen, bolbloemen en knolgewassen;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bouwwerk, bestaande uit een lichte constructie en lichte materialen, niet zijnde een kampeermiddel of stacaravan, dat naar aard en inrichting bedoeld is voor recreatief dag- en/of nachtverblijf;
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;
voorzieningen ten behoeve van cultuur en ontspanning, waaronder: podiumkunsten/(openlucht)theater, toeristische attracties, creativiteitscentra;
de fysieke overblijfselen van de historie, zowel bovengronds (gebouwde monumenten) en ondergronds (archeologie) als het cultuurlandschap met zijn historische landschapselementen als verbinding daartussen;
verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting elders mee gepaard gaat;
een bedrijf dat zich in hoofdzaak richt op het digitaal opslaan en verwerken van informatie op computers (servers);
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
Het verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van economische en/of maatschappelijke diensten aan derden, met uitzondering van garagebedrijven en seksinrichtingen. Deze zijn onder te verdelen in:
een commerciële voorziening, waar persoonlijke verzorging van consumenten plaatsvindt, waaronder kapperszaken, schoonheidsinstituten en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
een commerciële voorziening waar diensten worden verleend en/of contacten worden gelegd of commerciële handelingen worden uitgevoerd, waarbij het publiek rechtstreeks te woord wordt gestaan, uitgezonderd detailhandel. Voorbeelden van zakelijke dienstverlening zijn: reisbureaus, notariskantoren, advocatenkantoren en financiële instellingen;
een voorziening waar diensten op het gebied van (medische) gezondheidszorg, kunst, (sociaal-)cultureel, welzijn, woonzorg (waarbinnen woonzorgcentrum), kinderopvang, onderwijs en educatie, sport, uitgezonderd fitness, religie, overheid en vergelijkbare gebieden worden verleend, waaronder mede ondergeschikte nevenfuncties ten behoeve van de diensten worden begrepen;
een evenwichtige balans tussen de drie algemeen gebruikte domeinen van duurzaamheid: economie, natuur & milieu en sociaal-cultureel;
energie, opgewekt in productie-installaties die uitsluitend gebruikmaken van hernieuwbare energiebronnen;
een georganiseerde gebeurtenis, (openlucht)manifestatie, themadag of -week gericht op het bereiken van publiek voor commerciële, informerende, educatieve, culturele, sportieve, levensbeschouwelijke of daarmee gelijk te stellen doeleinden. Evenementen worden onderverdeeld in meldingsplichtige- en vergunningsplichtige A-, B-, en C-evenementen, waarbij een C-evenement de zwaarste categorie is met het hoogste risicoprofiel.
een evenement waarbij sprake is van versterkt geluid, hetzij door live muziek hetzij door gebruik van een microfoon e.d.;
een evenement waar alleen sprake is van onversterkt geluid;
gebied als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder a van de Wet ruimtelijke ordening juncto artikel 7c, elfde lid, onder c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet;
een vorm van recreatief medegebruik die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen gegeven doeleinden zoals wandelen, fietsen en dergelijke, al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen substantieel beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen, speel- en zonneweides en strandjes;
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor onderhoud en reparatie van motorvoertuigen al dan niet met verkoop van auto's;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt;
gebouwen en/of gronden die geheel of gedeeltelijk zijn ingericht om daarin respectievelijk daarop gelegenheid te geven tot recreatief nachtverblijf in groepen, waarbij gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
een agrarisch bedrijf waarbij de teelt van gewassen in een kas plaatsvindt onder gecontroleerde omstandigheden;
één of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
de plaats waar een persoon zijn vaste woon- of verblijfplaats heeft;
stads- en streekvervoer, zowel bus of rail, dat voldoet aan hoge eisen op het gebied van de doorstroming (hoge gemiddelde rijsnelheid);
een bedrijfsfunctie die is gericht op het verstrekken van logies en/of ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie. De horeca-categorieën worden onderscheiden in Bijlage 9 Staat van Horeca-activiteiten.
de verhuur van kamers in een woning waar de eigenaar zelf zijn hoofdverblijf heeft;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies met als nevenactiviteiten het verstrekken van ter plaatse te nuttigen maaltijden en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie;
een alleenstaande dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren;
opvallend landschapselement in het park dat symbool staat voor PARK21 en in de basisstructuur is gelegen. De icoonprojecten veroorzaken dynamiek (trekken bezoekers naar het park) die, naast een mooie groene omgeving, nodig is om de interesse van de nieuwe ondernemers te wekken voor het organisch doorontwikkelen van PARK21. Icoonprojecten geven uitdrukking aan karakter en sfeer van het gebied.
een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
een (deel van een) gebouw waarin directie en/of administratie van een (dienstverlenend) bedrijf zijn gevestigd;
kleinschalig recreatief nachtverblijf op gronden met een andere hoofdfunctie, met gebruikmaking kampeermiddelen tot een in de regels aangegeven maximum aantal kampeermiddelen;
de kosten als bedoeld in artikel 6.13, eerste lis, onder c, sub1 en 2 Wet ruimtelijke ordening, die worden verhaald binnen het exploitatiegebied;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat strekt tot het tot uitdrukking brengen van een kunstzinnig idee, door het op creatieve wijze vormgeven aan materiaal of materialen;
een civiel bouwwerk, waaronder zijn begrepen aquaducten, bruggen, sluizen, tunnels en viaducten, alsook daarmee gelijk te stellen bouwwerken;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen dan wel het Besluit externe veiligheid buisleidingen een grenswaarde of richtwaarde voor het plaatsgebonden risico is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
een bedrijf dat voorziet in het onderhoud en beheer van een landgoed, waaronder in ieder geval wordt begrepen een werkplaats, opslag, kantoor en kantine;
het landschapshotel bestaat uit een hoofdgebouw met logies functie in stijlvolle appartementen die opgaan in het landgoed en gelijktijdig onderscheidend zijn in aard en vorm. In het hoofdgebouw zijn ondersteunende functies samengebracht als receptie, restaurant en dergelijke. Het restaurant verbind stad en platteland en werkt in de regionale keuken met regionale producten. Het landschapshotel biedt ruimte aan kunst en cultuur uit en voor de regio in en rond het hotel;
een winkel met verkoop van overwegend in het plangebied en de omgeving daarvan van vervaardigde agrarische en aanverwante producten;
een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingslawaai wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport; de jachtsport wordt hier niet onder begrepen;
een publieksgerichte (commerciële) voorziening ten behoeve van cultuur en ontspanning, vrijetijdsbesteding, recreatie en sport;
plaats waar een boot geankerd of afgemeerd is of kan worden;
alle vormen van logies / verhuur voor kortdurend recreatief verblijf aan derden met commerciële doeleinden. Die personen hebben elders hun hoofdverblijf;
de bovenkant van het oorspronkelijke dan wel (verhoogd of verlaagd) aangelegd terrein waar een gebouw zal worden opgericht;
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen, jeugd- en kinderopvangvoorzieningen, zorgvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
een bedrijf gericht op het geven, dan wel faciliteren van paardensportinstructie, alsmede het geven van gelegenheid tot het (recreatief) houden en/of berijden van paarden, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca-activiteiten en/of andere (hippische) evenementen;
de langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt aangeboden aan een aantoonbare hulpbehoevende (zoals op fysiek en/of psychisch en/of psycho-sociaal vlak) door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtsreeks voortvloeit uit de sociale relatie;
het maximale vermogen dat een elektriciteitsaansluiting van een functie aan kan;
een eenheid die wordt gebruikt om het schijnbaar vermogen van een elektrisch wisselspanningcircuit aan te duiden;
een activiteit die in ruimtelijke en/of functionele zin ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
het reguliere gebruik, dat gelet op de (agrarische) bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goede agrarische bedrijfsvoering en het agrarische gebruik van de gronden waarbij grondbewerkingen mogen worden uitgevoerd tot een maximale diepte van 1,5 meter. Voorbeelden van normaal agrarisch gebruik zijn: maaien, beweiden en bemesten van grasland, verbeteren van het grasland door het scheuren van de grasmat en het direct opnieuw inzaaien, (diep)ploegen en cultiveren van bouwland, verbouwen van akkerbouwgewassen, zoals mais in wisselteelt, maaien en schonen van sloot en slootkant, vervangen van en onderhoud aan drainage, het aanleggen van wegen ter directe ontsluiting van een agrarisch bouwperceel;
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, zoals gas-, water-, elektriciteits- en communicatievoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de inzameling van afval;
activiteiten dienende ter functionele ondersteuning van de hoofdactiviteit op een perceel;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een overnachtingseenheid is bestemd, ingericht en in gebruik voor het overnachten en het verblijf van gasten (toeristen) al dan niet in kampeermiddelen. Het kan bestaan uit een kampeerplaats, bed & breakfastkamer, vakantiehuisje of hotelkamer en wordt als eenheid gehuurd en gebruikt.
een parkkamer bestaat uit:
die begrensd wordt door openbaar gebied bestaande uit parklaag;
een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorende tot een landbouwinrichting, die bewoond mag worden door derden, wiens huisvesting daar gelet op de bedrijfsvoering niet noodzakelijk moet worden geacht;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met anderen tegen vergoeding;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
een permanent aanwezig gebouw, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden uitsluitend voor recreatieve doeleinden;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie;
de ruimte tussen de capaciteit en de intensiteit, welke kan worden opgevuld door extra verkeer zonder dat dit tot verkeersafwikkelingsproblemen leidt;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte of locatie waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichtingen wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een permanent aanwezig appartement, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar gebruikt te worden uitsluitend voor recreatieve doeleinden;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken; hieronder begrepen 'cafetaria';
een caravan of soortgelijk onderkomen, dat mede gelet op de afmetingen, niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen;
een beloopbare constructie, aangebracht tussen palen die in (het water) langs de oever staan;
klim-, klauter- of balanceertoestellen;
de stikstofemissie afkomstig van motorvoertuigbewegingen die samenhangen met het bezoeken en bevoorraden van een functie, voor zover die motorvoertuigbewegingen plaatsvinden buiten het bouwperceel waar de functie wordt verricht.
de stikstofemissie afkomstig van motorvoertuigbewegingen die samenhangen met het bezoeken en bevoorraden van een functie, voor zover die motorvoertuigbewegingen plaatsvinden buiten het bouwperceel waar de functie wordt verricht;
de stikstofemissie afkomstig van gronden en bouwwerken die onderdeel zijn van een functie, daaronder begrepen de stikstofemissie afkomstig van motorvoertuigen voor zover die stikstofemissie van motorvoertuigen plaatsvindt binnen het bouwperceel waar de functie wordt verricht;
het stikstofsaldo dat op grond van het Stikstofemissiemonitoring PARK21 beschikbaar is voor de stikfstofemissie vanwege nieuwe functies, zoals bepaald aan de hand van de Methodiek Stikstofemissiemonitoring PARK21.
het voor langere tijd uitsluitend bewaren van goederen, zonder dat die opslag gepaard gaat met bedrijvigheid ter plaatse;
(agrarische) producten voor zover deze op het eigen bedrijf of andere bedrijven in de streek zijn voortgebracht en/of hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf zijn verwerkt of bewerkt;
een leisurevoorziening waar ter ontspanning en vermaak verscheidene attractie- en speeltoestellen zijn opgesteld met aankleding in de stijl van een bepaald thema. Een themapark heeft (in hoofdzaak) een educatief karakter en doel;
permanent uit gebruik nemen van agrarische gronden en functiewijziging van deze gronden naar openbaar park al dan niet met leisurefuncties;
alle drijvende objecten, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, evenals woonschepen, glijboten en ponten;
een park met vakantiehuizen (recreatiewoningen, chalets en/of groepsaccommodaties) die verhuurd worden aan vakantiegangers en toeristen;
het verhuren van een (zelfstandige) woning of gedeelte daarvan voor toeristische doeleinden, waarbij geen van de bewoners aanwezig is;
een systeem voor het waterbeheer dat zich kenmerkt door een flexibel peil met een bandbreedte tussen het peil van de polderboezem en het oorspronkelijke zomerpeil van de vakbemaling:
Het Verbeterd Droogmakerij Systeem bestaat uit een samenstel van ringsloten en randsloten.
het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste een nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen. Verbijfsrecreatie kan meerdere logiesvormen kennen. Verblijfsrecreatie is toegestaan in de vorm van een hotel, vakantiepark, bed & breakfast, kampeerterrein, camperplaatsen en groepsaccommodaties. Al deze logiesvormen kennen overnachtingseenheden.
een agrarisch bedrijf dat tenminste aan één volledige arbeidskracht een inkomen verschaft;
het aanbieden van diensten en behandelingen met het oogmerk het persoonlijke welbevinden van de klant te bevorderen; dit gebeurt middels behandelingen en activiteiten gericht op ontspanning, lichamelijke gesteldheid/ fitheid of uiterlijke verfraaiing (tijdelijk of permanent); uitgesloten zijn seksuele dienstverlening en behandelingen met een medische kwalificatie;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
elk vaar- of drijftuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot hoofdbewoning geldend dag- en/of nachtverblijf;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat direct met de grond is verbonden (vrijstaand) of indirect met de grond is verbonden (niet-vrijstaand), gericht op het gebruik voor (mobiele) telecommunicatie;
dienstverlening die plaats vindt op commerciële basis en niet kan worden aangemerkt als maatschappelijke dienstverlening en niet of niet alle kenmerken heeft van beroep aan huis. Mantelzorg valt niet onder zorggerelateerde voorziening.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling, alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinste is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; de goothoogte van dakkapellen, topgevels, trappenhuizen, liftkokers, schoorstenen en andere gelijksoortige ondergeschikte bouwdelen worden buiten beschouwing gelaten;
vanaf de bovenzijde van het beloopbaar gedeelte tot aan het peil;
de hoogte gemeten tussend e onderkant van de voet en het hoogste punt van de antenne-installatie (bliksemafleiders e.d. niet meegerekend);
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidsmuren);
het grondoppervlak van de bij de hoofdfunctie in gebruik zijnde gronden binnen een parkkamer, exclusief ruimte voor parkeren, de daarbij behorende infrastructuur en de landschappelijke inpassing;
de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer tot het laagste punt van het gebouw, dan wel wanneer geen sprake is van een bovenliggende begane grondvloer, gemeten van het peil tot het laagste punt van het gebouw;
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, dakterrasafscheidingen aan de achterzijde van dijkwoningen en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen c.q. bestemmingsgrenzen (dus niet goot- en bouwhoogten) niet meer dan 1 meter bedraagt.
PARK 21 bestaat uit drie 'lagen':
De lagen in PARK21: polder, park en leisure, hebben ieder een beeldkwaliteitsplan waarin landschappelijke uitgangspunten voor de inrichting zijn vastgelegd. Voor de polderlaag is dit vastgelegd in het BKP Polderlaag (zie bijlage 1) Voor de parklaag is dit vastgelegd in het BKP Openbare Ruimte PARK21 (zie bijlage 2) en voor de leisurelaag is dit vastgelegd in het BKP Leisurelaag (zie bijlage 3).
De regels uit het beeldkwaliteitsplan vormen samen met de regels uit het bestemmingsplan het formele kader waaraan ruimtelijke initiatieven getoetst zullen worden. De BKP's zijn beleidsregels bij dit bestemmingsplan en zijn opgenomen als een aanvulling op de welstandsnota van de gemeente Haarlemmermeer.
PARK 21 is daarnaast verdeeld in 6 zones. De begrenzing is opgenomen in het BKP Leisurelaag (zie bijlage 3).
Zone 1 | Zone 2 | Zone 3 | Zone 4 | Zone 5 | Zone 6 | |
Polderlaag (minimaal) | 25% | 20% | 50% | 50% | 10% | 75% |
Parklaag (minimaal) | 50% | 70% | 40% | 35% | 60% | 20% |
Leisurelaag (maximaal) | 25% | 10% | 10% | 15% | 30% | 5% |
Naast de BKP's is een leidraad voor de groene inrichtingselementen vastgelegd. Het groen draagt in belangrijke mate bij aan de herkenbaarheid van en samenhang tussen alle deelgebieden en ontwikkelingen in PARK21 en is bepalend voor de identiteit, zowel van de deelgebieden als van het park als geheel. Het groen is ook dé drager van de ecologische functie en van veel van de recreatieve mogelijkheden in PARK21. Om deze reden is het van groot belang dat alle onderdelen van de groene ruimte zorgvuldig worden ingepast, ontworpen, aangelegd én beheerd. De PARK21 Leidraad groene bouwstenen borgt de samenhang en herkenbaarheid van het groen in PARK21. Met kaders, regels, aanbevelingen en voorbeelden wordt richting gegeven aan ontwerp, aanleg en beheer van groene elementen die samen de groene ruimte van PARK21 zullen vormen. De leidraad vormt daarmee een uitwerking van het Masterplan en de beeldkwaliteitsplannen voor de openbare ruimte, voor de polderlaag en voor de leisurelaag van PARK21 en is als beleidsregel opgenomen in bijlage 4.
De parklaag is een openbaar toegankelijke recreatieve groen/blauwestructuur die zorgt voor samenhang en verbinding in PARK21. Hier ligt een recreatief netwerk van wandel-, fiets-, skate- en ruiterpaden en er is ruimte voor sport, spel en voorzieningen. De parklaag heeft mede tot doel om de biodiversiteit te versterken passend binnen de biotoopkenmerken van de regio. De parklaag wordt klimaatadaptief ingericht, waarbij minimaal het Verbeterde Droogmakerij Systeem voor het watermanagement wordt ingericht om minimaal een toekomstbestendig watersysteem te realiseren.
Belangrijk onderdeel van de parklaag is de basisstructuur. De basisstructuur is de minimaal 175 hectare groen/blauwe ruggengraat in PARK21. Het is de grote drager, aanjager en verbindende schakel tussen gebieden, maar ook tussen functies in PARK21. Bij de ontwikkeling van PARK21 wordt voorrang gegeven aan de ontwikkeling van deze basisstructuur. Met de basisstructuur wordt invulling gegeven aan de doelstellingen achter PARK21. De basisstructuur vormt een aaneengesloten gebied met voldoende kwaliteit, voorzieningen en gebruikers.
De basisstructuur is de minimaal 175 hectare groen/blauwe ruggengraat in PARK21. Het is de grote drager, aanjager en verbindende schakel tussen gebieden, maar ook tussen functies in PARK21. Bij de ontwikkeling van PARK21 wordt voorrang gegeven aan de ontwikkeling van deze basisstructuur.
De basisstructuur huisvest ook icoonprojecten, dit zijn voorzieningen die we minimaal wensen te realiseren binnen PARK21 en die drager en aanjager zijn voor het gebruik van PARK21. Icoonprojecten bestaan uit een recreatieplas van minimaal 25 hectare in zone 2, een retentiebekken (polderuiterwaarde) van minimaal 6 hectare in zone 3 en het evenemententerrein in zone 5. Daarnaast biedt de basisstructuur ook ruimte voor andere leisurevoorzieningen binnen daarvoor te realiseren parkkamers.
De ruimtelijke invulling van de parklaag bestaat uit groenvoorzieningen en watervoorzieningen in een parkstructuur met ontsluitingswegen voor gemotoriseerd verkeer (parkweg) en langzaamverkeer (voet-, fiets- en ruiterpaden).
De functionele invulling van de parkstructuur bestaat uit groen- en watervoorzieningen samen met recreatieve voorzieningen als medegebruik zoals voet- en fietspaden. In de parklaag bevindt zich ook een ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer.
De leisurelaag bestaat uit (commerciële) duurzame educatieve en/of recreatieve voorzieningen die zich vestigen in verschillende parkkamers. Deze voorzieningen worden landschappelijk ingepast in de groene omgeving en leveren een bijdrage aan het versterken, verbreden en vergroten van de parklaag. De parkkamers die ruimte bieden aan voorzieningen behorende bij de zogenaamde icoonprojecten als het parkhart, de recreatieplas en het evenemententerrein, zijn eveneens onderdeel van de basisstructuur van de parklaag.
De ruimtelijke invulling bestaat uit verschillende parkkamers met leisurefuncties en maatschappelijke voorzieningen die aansluiten op en versterking, verbreding en vergroting vormen van de parklaag.
De functionele invulling van de leisurelaag is divers. Er wordt ruimte geboden aan functies als (verblijfs)recreatie, cultuur en ontspanning, horeca, sport, evenemententerrein en maatschappelijke voorzieningen, niet zijnde sociaal-medische, levensbeschouwelijke, jeugd- en kinderopvangvoorzieningen, zorgvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening.
De functionele invulling van de leisurelaag versterkt ook de identiteit en de thematisering per zone door PARK21. Functies sluiten aan bij deze identiteit en thematisering en vormen een logisch onderdeel van de voorziening. Hiermee dragen functies bij aan herkenbaarheid en duidelijkheid van de zones in PARK21.
De polderlaag houdt het bestaande open polderlandschap met zijn linten zichtbaar en herkenbaar en bestaat uit de bestaande, voornamelijk agrarische, functies. Doel is om de bestaande agrarische functies te ondersteunen bij de vrijwillige transformatie naar toekomstbestendige vormen van landbouw, passend binnen de nieuwe context. Hierbij kan worden gedacht aan een transformatie naar kringlooplandbouw / verbrede (stads)landbouw dan wel een verbreding met functies die bijdragen aan de doelen van PARK21 zoals beschreven in 3.1.
De ruimtelijke invulling van de polderlaag bestaat uit de bestaande ruimtelijke structuren.
De functionele invulling van de polderlaag bestaat uit de feitelijk bestaande en met name agrarische functies. Het bestemmingsplan biedt mogelijkheden voor transformatie van deze bestaande functies binnen bepaalde kaders en als dat een bijdrage levert aan de doelen van Park21 zoals beschreven in dit hoofdstuk.
De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing binnen de aanduiding 'wetgevingzone - parklaag'.
Binnen de aanduiding 'wetgevingzone - parklaag' zijn de volgende functies toegestaan:
Sport- en spelvoorzieningen zijn alleen toegestaan in de vorm van kleinschalige en openbare (niet commerciële) voorzieningen.
Cultuur en ontspanning is alleen toegestaan in de vorm van voorstellingen in de open lucht.
Voor de inrichting moet worden voldaan aan de beleidsregel BKP Openbare ruimte zoals opgenomen in Bijlage 2 van deze regels en de beleidsregel PARK21 Leidraad groene bouwstenen zoals opgenomen in Bijlage 4 van deze regels, met dien verstande dat indien voornoemde beleidsregel wordt gewijzigd, rekening wordt gehouden met de beleidsregel na de wijziging.
Voor de functies genoemd in 8.1 met uitzondering van sub a, b en j bedraagt de afstand tot gevoelige functies minimaal 50 meter.
In de parklaag zijn alleen bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de in 8.1 genoemde functies.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing binnen de aanduidingen 'wetgevingzone - transformatielaag a tot en met categorie 2' , 'wetgevingzone - transformatielaag a tot en met categorie 3.2', 'wetgevingzone - transformatielaag b tot en met categorie 2' en 'wetgevingzone - transformatielaag b tot en met categorie 3.2'.
Na verlening van de vergunning als bedoeld in 11.4 zijn de volgende functies toegestaan:
met daarbij behorend(e):
Activiteiten die ondergeschikt zijn aan de in 11.1.1 genoemde functies, zoals ondersteunende teelten, horeca, evenementen, productieactiviteiten, dienstverlening, detailhandel, educatie, kantoren, het opwekken van duurzame energie en waterzuivering zijn ook toegestaan.
De leisurelaag is onderverdeeld in deelgebieden, de deelgebieden zijn aangeduid, hierbij geldt het volgende:
* De parkrand wordt gerekend vanaf de kavelgrens en bestaat uit de bosrand, de natuurvriendelijke oever en de watergang aan de openbare zijde (of gelijkwaardige landschappelijke invulling), zie doorsnedes blz. 28, 29 en 30 en eis P.3 van het BKP Leisurelaag (Bijlage 3).
Voor Cultuur en ontspanning geldt het volgende:
Zelfstandige Ddetailhandel is uitsluitend toegestaan in de vorm van een landwinkel waarin streekgebonden en aanverwante producten worden verkocht tot een maximum brutovloeroppervlak van 350 m² en maximaal één landwinkel binnen het plangebied.
Zelfstandige horeca, exclusief verblijfsrecreatie, gericht op de recreant die het park bezoekt, is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wetgevingszone – basisstructuur' en dient te voldoen aanonder de volgende voorwaarden:
Maatschappelijke voorzieningen zijn toegestaan in de vorm van educatieve, sociaal-culturele, sport- en recreatieve voorzieningen;
Het grondoppervlak ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone – transformatielaag a tot en met categorie 2' dat in gebruik is voor de functies genoemd in artikel 11.2.3 tot en met 11.2.7 en artikel 11.2.9 bedraagt niet meer dan 19 hectare.
Ondergeschikte activiteiten gericht op horeca, detailhandel of commerciële dienstverlening dienende ter functionele ondersteuning van de hoofdactiviteit op een perceel zijn toegestaan, met dien verstande dat:
11.3 Gebruik
Met een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de geldende bestemming(en) en één of meer leisurefuncties mogelijk maken.
De omgevingsvergunning wordt verleend indien in de aanvraag naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate wordt aangetoond dat met de activiteit:
Aan de omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden, gericht op het bereiken en borgen van de in 11.4.2 genoemde beoordelingsregels.
Burgemeester en wethouders kunnen bij de omgevingsvergunning als bedoeld in 11.4, afwijken van het bepaalde in 11.2 en een functie toestaan die in 11.2 niet is genoemd, mits deze functie bijdraagt aan de doelen zoals opgenomen in Hoofdstuk 2 en het belang van de bescherming van het milieu niet aan de verlening van de vergunning in de weg staan.
Voor een nieuwe functie als bedoeld in 11.1 gelden de volgende randvoorwaarden:
In de aanvraag om een vergunning moet de aanvrager een verantwoording geven dat een zorgvuldige dialoog is gevoerd, gericht op het betrekken van belangen van omwonenden en naburige bedrijven bij de planontwikkeling.
Op het perceel van een nieuwe functie moet (samen met naburige functies) worden voorzien in een Verbeterd Droogmakerij Systeem (VDS). Hierbij gelden de volgende regels:
Bij nieuwe functies is het verboden om afvloeiend hemelwater, afkomstig van de dakvlakken van gebouwen, te lozen op het vuilwaterriool.
Er zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan die ten dienste staan van de in artikel 11.1 genoemde functies.
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
* De parkrand wordt gerekend vanaf de kavelgrens en bestaat uit de bosrand, de natuurvriendelijke oever en de watergang aan de openbare zijde (of gelijkwaardige landschappelijke invulling), zie doorsnedes blz. 28, 29 en 30 en eis P.3 van het BKP Leisurelaag (Bijlage 3).
waarbij geldt dat voldaan moet worden aan de aanvullende eis van een schuine lijn vanuit de kavelrand van 15° zoals toegelicht in de beleidsregel BKP Leisurelaag (Bijlage 3 van deze regels), met uitzondering van de in het BKP Leisurelaag opgenomen gebouwtypologie 'De Kas, Variant 1';
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De als 'Groen - Park' bestemde gronden zijn bestemd voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het maximum aantal bezoekers van:
mits uit de aanvraag blijkt dat de bereikbaarheid, verkeersveiligheid, veiligheid van bezoekers en omgeving is gewaarborgd. Het toegestane geluidsniveau zoals genoemd in artikel 13.4 en 13.5 blijft ongewijzigd.
Burgemeester en wethouders monitort vanaf de inwerkingtreding van het plan de emissie van stikstof als gevolg van het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de ter plaatse toegestane activiteiten binnen het plangebied conform de Methodiek Stikstofemissiemonitoring PARK21 zoals opgenomen in Bijlage 6 van deze regels.
Indien het gebruik van gronden en/of bouwwerken op grond van één of meerdere vergunningen als bedoeld in 11.4.1 of 22.1.1 is gewijzigd ten opzichte van het ten tijde van de vaststelling van het plan aanwezige planologisch legale gebruik van deze gronden en/of bouwwerken, dan is een wijziging van het gebruik ten opzichte van de hiervoor bedoelde vergunning(en) op hetzelfde perceel op grond van de regels van dit hoofdstuk uitsluitend toegestaan indien de stikstofemissie afkomstig van deze gronden en/of bouwwerken niet toeneemt ten opzichte van de stikstofemissie zoals vastgelegd in de Stikstofemissiemonitoring PARK21.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met daarbij behorend(e):
Voor het bouwen van agrarische bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van ondergeschikte functies als bedoeld in artikel 18.1 onder l tot en met p gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.1 onder a voor het bouwen van een gebouw dat de grenzen van het bouwvlak overschrijdt, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.1 onder a voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18.2.1 onder b voor het bouwen van een bedrijfsgebouw op een kortere afstand dan 5 meter achter de voorgevel van de bedrijfswoning.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2.4 sub i, indien plaatsing binnen het bouwvlak is niet mogelijk of niet doelmatig.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.3 voor het nieuw bouwen ten behoeve van ondergeschikte functies, als bedoeld in 18.1 met inachtneming van de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:
het gebruik van de bedrijfswoning voor de uitoefening van een bed & breakfast of logiesfunctie is niet toegestaan;
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.4 onder b en toestaan dat vrijstaande bijbehorende gebouwen en bedrijfsgebouwen tijdelijk worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.4 onder d en toestaan dat tijdelijk of blijvend vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen worden gebruikt ten behoeve van stille opslag, opslag van caravans en andere kampeermiddelen, daaronder begrepen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de vorm van een bouwvlak te wijzigen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit plan te wijzigen voor het vergroten van het bouwvlak tot maximaal 2 ha, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Agrarisch’ te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Paardenfokkerij' of ‘Agrarisch - Paardenhouderij', teneinde een paardenhouderij mogelijk te maken, met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor ‘Agrarisch - Paardenfokkerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met daarbij behorend(e):
Voor het bouwen van agrarische bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een agrarische bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van ondergeschikte functies als bedoeld in artikel 19.1 onder c tot en met g gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2.1 sub a voor het bouwen van een gebouw dat de grenzen van het bouwvlak overschrijdt, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 19.2.1 sub a voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2.1 sub c voor het bouwen van een bedrijfsgebouw op een kortere afstand dan 5 meter achter de bedrijfswoning.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning het afwijken van het bepaalde in 19.2.3 voor het nieuw bouwen ten behoeve van de in dat artikel genoemde ondergeschikte functies met inachtneming van de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.4 sub b en toestaan dat vrijstaande bijbehorende gebouwen en bedrijfsgebouwen tijdelijk worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.4 sub d en toestaan dat tijdelijk of blijvend vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen worden gebruikt ten behoeve van stille opslag, opslag van caravans en andere kampeermiddelen, daaronder begrepen, met dien verstande dat:
De voor ‘Agrarisch - Paardenhouderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met daarbij behorend(e):
Voor het bouwen van agrarische bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een agrarische bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van ondergeschikte functies als bedoeld in artikel 20.1 onder c tot en met g gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2.1 sub a voor het bouwen van een gebouw dat de grenzen van het bouwvlak overschrijdt, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 20.2.1 sub a voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2.1 sub c voor het bouwen van een bedrijfsgebouw op een kortere afstand dan 5 meter achter de bedrijfswoning.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning het afwijken van het bepaalde in 20.2.3 voor het nieuw bouwen ten behoeve van de in dat artikel genoemde ondergeschikte functies met inachtneming van de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.4 sub b en toestaan dat vrijstaande bijbehorende gebouwen en bedrijfsgebouwen tijdelijk worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.4 sub d en toestaan dat tijdelijk of blijvend vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen worden gebruikt ten behoeve van stille opslag, opslag van caravans en andere kampeermiddelen, daaronder begrepen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de vorm van een bouwvlak te wijzigen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit plan te wijzigen voor het vergroten van het bouwvlak tot maximaal 2 ha, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aan de bestemming ‘Agrarisch - Paardenhouderij’ te wijzigen in de bestemming ‘Agrarisch’ of 'Agrarisch - Paardenfokkerij', met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorend(e):
met dien verstande dat:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 21.2.1 sub a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat:
Per bedrijf is het gebruik van bijbehorende kantoren toegestaan tot een oppervlakte van 30% van de bedrijfsvloeroppervlakte, tot een maximum van 500 m².
Activiteiten dienende ter functionele ondersteuning van de hoofdactiviteit op een perceel zijn toegestaan, met dien verstande dat:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de milieusituatie, met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in zowel 21.1 als 21.4.3 sub a voor het vestigen van bedrijfsactiviteiten die één categorie hoger zijn ingeschaald en voor bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen op de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:
Met een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit kunnen burgemeester en wethouders in afwijking van het bepaalde in Artikel 18 Agrarisch, Artikel 19 Agrarisch - Paardenfokkerij en Artikel 20 Agrarisch - Paardenhouderij transformatie van de bestaande agrarische bedrijven mogelijk maken.
De omgevingsvergunning als bedoeld in 22.1.1 wordt verleend indien in de aanvraag naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate wordt aangetoond dat met de activiteit:
De vergunning bedoeld in 22.1.1 kan worden verleend voor:
waarbij geldt dat het aantal overnachtingseenheden in combinatie met het bepaalde in artikel 11.2.5 sub b en artikel 25.1 sub c, niet meer bedragen dan 634;
Voor de transformatie van de bestaande agrarische bedrijven gelden de volgende randvoorwaarden:
De voor 'Cultuur en ontspanning - Evenemententerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorend(e):
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2.1 sub a en sub b en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2.1 sub b en toestaan dat het bouwperceel voor 100% mag worden bebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2.1 sub b en toestaan dat de maximale bouwhoogte met 8 meter wordt verhoogd voor het op stedenbouwkundig aanvaardbare wijze behuizen van de technische installaties, met dien verstande dat maximaal 25% van het dakvlak mag worden bebouwd.
Activiteiten dienende ter functionele ondersteuning van de hoofdactiviteit, zoals horeca, dienstverlening en detailhandel, zijn op een perceel toegestaan, met dien verstande dat:
Voor evenementen geldt het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken voor detailhandel met een incidenteel karakter in de vorm van magazijnverkoop van goederen van elders gevestigde ondernemingen en verkoop van goederen door ondernemingen die geen eigen vestigingsplaats hebben, onder de volgende voorwaarden:
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Landgoedbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor een landgoedbedrijf;
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Voor een kleinschalig evenement gelden de volgende regels:
Zelfstandige horeca, exclusief verblijfsrecreatie, gericht op de recreant die het park bezoekt, dient te voldoen aan de volgende voorwaarden:
Horeca als ondergeschikte functie is toegestaan onder de voorwaarde dat:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 25.1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de aanleg en instandhouding van een goede landschappelijke inpassing conform de beleidsregel BKP Polderlaag zoals opgenomen in Bijlage 1 van deze regels, met dien verstande dat indien voornoemde beleidsregel wordt gewijzigd, rekening wordt gehouden met de beleidsregel na de wijziging.
De voor 'Maatschappelijk - Crematorium' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met (de) daarbij behorende:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2.1 sub a voor het bouwen van extra bebouwing binnen dan wel buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2.1 ten aanzien van de maximale bouwhoogte met 5 m voor het op stedenbouwkundig aanvaardbare wijze behuizen van de technische installaties, met dien verstande dat maximaal 25% van het dakvlak mag worden bebouwd.
Ten aanzien van het gebruik geldt dat:
Het gebruik van gebouwen voor activiteiten zoals horeca en dienstverlening dienende ter functionele ondersteuning van de hoofdactiviteit is toegestaan. Daarbij geldt dat:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het gebruik van erkers ten dienste van een beroep en praktijk aan huis is toegestaan tot niet meer dan 40% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning en erkers, met een maximum van 50 m², zulks met inbegrip van de oppervlakte gebouwd op gronden met de bestemming 'Wonen'.
Tot gebruik, strijdig met deze bestemming, worden in ieder geval gerekend:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met (de) daarbij behorende:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Verkeer - Hoogwaardig openbaar vervoer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorend(e):
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte niet meer mag zijn dan 10 meter.
De voor ‘Verkeer - Railverkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorend(e):
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorend(e)
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer zijn dan 6 meter.
Tot gebruik, strijdig met deze bestemming, worden in ieder geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met (de) daarbij behorende:
Op de gronden binnen deze bestemming zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van woningen en bij de woning behorende andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, die ten dienste staan van deze bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 32.2.2 sub e en j en toestaan dat de maximum bouwhoogte en goothoogte worden vergroot, met dien verstande dat:
Het gebruik van een woning en/of bijbehorende bouwwerken ten dienste van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsuitoefening is toegestaan tot niet meer dan 40% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 50 m2.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
De voor ‘Wonen - Bedrijfswoning’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met (de) daarbij behorende:
Op de gronden binnen deze bestemming zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van woningen en bij de woning behorende andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, die ten dienste staan van deze bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 33.2.2 sub e en f van dit artikel en toestaan dat de maximum bouw- en goothoogte met niet meer dan 1 meter worden vergroot.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
Het gebruik van een woning en/of bijbehorende bouwwerken ten dienste van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsuitoefening is toegestaan tot niet meer dan 40% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken, met een maximum van 50 m², zulks met inbegrip van de oppervlakte gebouwd op gronden met de bestemming 'Tuin'.
De voor ‘Wonen - Voormalig agrarisch bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen als:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het gebruik van een woning en/of bijbehorende bouwwerken ten dienste van aan huis verbonden beroeps- en/of bedrijfsuitoefening is toegestaan tot niet meer dan 40% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 50 m².
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 34.3.1 en toestaan dat vrijstaande bijbehorende gebouwen tijdelijk worden gebruikt als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 34.3.2 en toestaan dat de oorspronkelijke vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen worden gebruikt ten behoeve van stille opslag, opslag van caravans en andere kampeermiddelen, daaronder begrepen, met dien verstande dat:
De als ‘Leiding - Brandstof’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van brandstof leiding, met uitzondering van een klasse 1 (leiding) ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - brandstof', met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
Voor het bouwen geldt dat ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend mag worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ‘Leiding - Brandstof’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de veiligheid van de leiding en van de bijbehorende belemmeringenstrook.
De als ‘Leiding - CO2’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), ter plaatse van de figuur 'hartlijn - leiding CO2' tevens bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van CO2 met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
Voor het bouwen geldt dat ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend mag worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ‘Leiding - CO2’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de veiligheid van de leiding en van de bijbehorende belemmeringenstrook.
Alvorens omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in artikel 36.3 en 36.4 wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
De als ‘Leiding - Gas’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar geldende bestemming(en), primair bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 37.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding en de energiezekerheid niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ‘Leiding - Gas’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de veiligheid van de leiding en van de bijbehorende belemmeringenstrook, en de energieleveringszekerheid niet worden geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant.
De als ’Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), ter plaatse van de figuur 'hartlijn leiding - riool' tevens bestemd voor een ondergrondse leiding voor het riool met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 38.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en nadat de leidingbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen gevoelige bestemmingen worden toegelaten.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ‘Leiding - Riool’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de veiligheid van de leiding en van de bijbehorende belemmeringenstrook.
Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder over de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen inzake de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade. De leidingbeheerder krijgt gedurende drie weken de gelegenheid om schriftelijk advies uit te brengen.
De als ‘Leiding - Water’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), ter plaatse van de figuur 'hartlijn leiding - water' tevens bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van water met de daarbij behorende belemmeringenstrook en toegangswegen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 39.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en nadat de leidingbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen gevoelige bestemmingen worden toegelaten.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ‘Leiding - Water’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de veiligheid van de leiding en van de bijbehorende belemmeringenstrook.
Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder over de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen inzake de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade. De leidingbeheerder krijgt gedurende drie weken de gelegenheid om schriftelijk advies uit te brengen.
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar geldende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in 40.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod van 40.3.1 sub a geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologisch deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad of mogelijk schade kan worden voorkomen door aan de vergunning regels te verbinden gericht op:
Het verbod, als bedoeld in 40.3.1 sub a, is niet van toepassing indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en herstel van de ter plaatse voorkomende cultuurhistorische waarden van het vrijstaande voormalige pomphuis, waaronder het vrije en open zicht.
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat er niet mag worden gebouwd ten behoeve van de voor deze gronden andere aangewezen bestemming, indien als gevolg daarvan onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van de gronden en bouwwerken.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in 41.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 41.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor verblijfsrecreatie gelden de volgende regels:
Voor zover de gronden, met de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone', zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone - LIB art. 2.2.1, gelden de beperkingen met betrekking tot bebouwing en het gebruik daarvan, zoals gesteld in artikel 2.2.1 van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.
Voor zover de gronden, met de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone', zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone - LIB art. 2.2.2, gelden de beperkingen met betrekking tot de hoogte van gebouwen, andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde en objecten, zoals gesteld in artikel 2.2.2 van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.
Voor zover de gronden, met de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone', zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone - LIB art. 2.2.2a, gelden de beperkingen met betrekking tot de hoogte van objecten, zoals gesteld in artikel 2.2.2a van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.
Voor zover de gronden, met de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone' zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone - LIB artikel 2.2.3, gelden beperkingen met betrekking tot de vogelaantrekkende werking, zoals gesteld in artikel 2.2.3 van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' geldt het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen aanduiding 'veiligheidszone – bevi' met bijbehorende regels te:
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde op de verbeelding en in deze regels voor:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen aanduidingen en bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van aanduidingsgrenzen en bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen, functies of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het aanduidingsvlak en/of bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aan de bestemmingen de aanduiding ‘specifieke vorm van detailhandel verkooppunt vuurwerk toe te voegen of te verwijderen indien voor deze activiteiten op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning is verleend, dan wel een eerder verleende vergunning is ingetrokken.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of een wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken geldt, dat op eigen terrein in voldoende mate ruimte moet zijn gereserveerd en ingericht en in stand worden gehouden voor het parkeren, stallen, laden en/of lossen van voertuigen met inachtneming van de parkeernormen zoals deze zijn opgenomen in het geldende parkeerbeleid van Haarlemmermeer.
Het bevoegd gezag past de in 48.1 genoemde regels toe met inachtneming van de beleidsregels zoals die gelden ten tijde van de ontvangst van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
Ruimte voor het parkeren, stallen, laden en/of lossen van voertuigen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimte krachtens deze parkeerregels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 48.1, indien:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig met een omgevingsvergunning afwijken van 50.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 50.1 met maximaal 10 %.
Het bepaalde in 50.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 50.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 50.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in 50.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan PARK21