Plan: | Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0384.BVzuid-VG01 |
Een geconstateerde discrepantie kan betrekking hebben op gebruik of bebouwing of een combinatie van beide.
Gebruik
Discrepantie gebruik betekent dat het bestaand gebruik afwijkt van het vigerend planologisch regime. Uit de vergelijking tussen de functiekaart en het vigerende planologisch regime zijn een aantal verschillen in gebruik naar voren gekomen. Het gaat in alle gevallen om gemeentegrond die door bewoners in gebruik is genomen zonder dat hiervoor op enige manier privaatrechtelijk toestemming is gegeven. In veel van deze situaties gaat het om openbaar groen dat niet in aanmerking komt voor verkoop ten behoeve van tuinuitbreiding. Niet alleen in de vigerende bestemmingsplannen, maar ook in de beheersverordening zijn deze gronden aangewezen als openbaar groen. Het gebruik is en blijft dus illegaal. Aan deze illegale situaties zal middels een handhavingstraject een eind gemaakt moeten worden. In een beperkt aantal gevallen gaat het om gemeentegrond die wel is aangewezen voor tuinuitgifte. Omdat de grond (nog) niet is aangekocht, maar wel in gebruik is genomen is sprake van een illegale situatie. Deze grond krijgt in de beheersverordening wel een erfbestemming (dit voorkomt de noodzaak van een langdurige ruimtelijke procedure bij aankoop). Dat het gebruik als tuin daardoor publiekrechtelijk niet meer strafbaar is, neemt niet weg dat privaatrechtelijk nog steeds sprake is van illegale ingebruikname. Tenzij de betreffende bewoner alsnog tot aankoop overgaat, zal privaatrechtelijk tegen de illegale situatie worden opgetreden.
Tenslotte is gebleken dat in Bomenrijk op enkele plaatsen de feitelijke scheiding tussen tuin en openbaar gebied niet geheel overeenkomt met de situatie zoals die in het bestemmingsplan Diemen Zuid was opgenomen. Het gaat hierbij overigens om zeer kleine snippers grond van circa 1 m². Hoe lang deze situatie al bestaat is niet te achterhalen, maar het vermoeden bestaat dat dit al zo lang is dat sprake zou kunnen zijn van 'verjaring'. Nu aan de feitelijke inrichting stedenbouwkundig geen bezwaren kleven en deze qua zelfs voordelen biedt, is er voor gekozen om hier de planologische regeling aan te passen aan het feitelijk gebruik als tuin of erf.
Bouwen
Waar de bestaande bebouwing afwijkt van de mogelijkheden van het vigerend planologisch regime is sprake van discrepantie in het bouwen. Dit betreft bijvoorbeeld bebouwing in de voortuin (o.a. erfscheidingen van meer dan 1 meter hoog, overkappingen) of erfbebouwing die niet voldoet aan de regels die daarvoor destijds in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Ook zijn er in de illegale tuinuitbreidingen en soms bergingen aangetroffen. Verder blijkt dat de oorspronkelijke bebouwing een enkele keer niet juist in het vigerende plan is weergegeven. Tenslotte blijkt er bij het sportcentrum al jaren een bijgebouw te staan waarvoor (nog) geen planologische regeling blijkt te zijn getroffen
Bouwwerken - anders dan vergunningvrije - in de voortuinen zijn en blijven in beginsel ongewenst.
Ook in de beheersverordening worden deze niet toegestaan. Een uitzondering wordt alleen gemaakt voor een privacyscherm van zeer beperkte afmetingen aan de voorgevel. Bij alle overige afwijkende bouwwerken in voortuinen blijft sprake van strijdige bebouwing, waartegen handhavend kan worden opgetreden. Soms is in een illegale tuinuitbreiding ook bebouwing aangetroffen. Als de grond niet voor tuinuitgifte in aanmerking komt, is dit in de beheersverordening uiteraard niet gelegaliseerd. Hier publiekrechtelijk tegen optreden blijft daarom onverkort mogelijk. Voor alle andere situaties is in de beheersverordening een regeling getroffen waarmee de strijdigheid wordt/kan worden opgeheven.