direct naar inhoud van 5.2 Geluid
Plan: Oudere Dorp-Vaartweg 26
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0381.BP2012B004002-va01

5.2 Geluid

Beleid en normstelling

Vijf woningen zijn voorzien aan de Vaartweg 26 in de gemeente Bussum. Volgens de Wet geluidhinder (Wgh) is wonen een geluidsgevoelige functie. Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) bevinden zich langs alle (spoor)wegen geluidszones, met uitzondering van woonerven en 30 km/h-gebieden.

Gezoneerde wegen

Binnen de geluidszone van een gezoneerde weg dient de geluidsbelasting aan de gevel van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen aan bepaalde wettelijke normen te voldoen. Volgens artikel 74 van de Wet geluidhinder is de breedte van een geluidszone afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van de weg (stedelijk of buitenstedelijk).

De wegen in nabijheid van het ontwikkeling zijn de gezoneerde wegen Brediusweg, Generaal de la Reijlaan en Brinklaan. Deze wegen hebben een maximumsnelheid van 50 km/h. Daarnaast zijn de volgende niet-gezoneerde wegen in de nabijheid van de ontwikkeling: Vaartweg en Roemer Visscherlaan (eenrichtingsweg). Deze niet-gezoneerde wegen zijn gecategoriseerd als erftoegangsweg met een maximumsnelheid van 30 km/h. Hierdoor zou toetsing aan de Wgh achterwege kunnen blijven. Op basis van jurisprudentie dient bij nieuwe ontwikkelingen, in het kader van een goede ruimtelijke ordening, aannemelijk gemaakt moeten worden dat er sprake is van een aanvaardbaar geluidsniveau. Indien dit niet aannemelijk is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevel noodzakelijk, mogelijk en doelmatig zijn. Zodoende dient ook voor nieuwe ontwikkelingen de geluidsbelasting ten gevolge van verkeer op 30 km/h-wegen te worden onderzocht. Dit komt verderop in de paragraaf aan de orde.

Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van woningen binnen de wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde. Voor nieuwe situaties (nieuwe wegen of nieuwe woningen) bedraagt deze 48 dB. De voorkeursgrenswaarde mag in principe niet worden overschreden. Indien uit het akoestisch onderzoek blijkt dat deze voorkeursgrenswaarde wel wordt overschreden, zijn maatregelen noodzakelijk, gericht op het verminderen van de geluidsbelasting aan de gevel. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in maatregelen aan de bron (bijvoorbeeld geluidsreducerend asfalt), maatregelen in het overdrachtsgebied (bijvoorbeeld geluidsschermen), maatregelen aan de geluidsontvanger (bijvoorbeeld geluidsdove gevels) of het vergroten van de afstand tussen de geluidsbron en de ontvanger. Zijn deze maatregelen onvoldoende doeltreffend of ontmoeten deze maatregelen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard, dan kan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bussum een hogere waarde vaststellen. Deze hogere grenswaarde mag, afhankelijk van de situatie, een bepaalde waarde niet te boven gaan (uiterste grenswaarde). De uiterste grenswaarde bedraagt in binnenstedelijk gebied 63 dB.

30 km/h-wegen

Zoals gesteld zijn wegen met een maximumsnelheid van 30 km/h of lager op basis van de Wgh niet-gezoneerd. Akoestisch onderzoek zou achterwege kunnen blijven. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening echter wel inzichtelijk te worden gemaakt of er sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Indien dit niet het geval is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevels noodzakelijk, mogelijk en/of doelmatig zijn.

Ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting wordt bij gebrek aan een wettelijk kader aangesloten bij de benaderingswijze die de Wgh hanteert voor gezoneerde wegen. Vanuit dat oogpunt wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB als richtwaarde gehanteerd en geldt de uiterste grenswaarde van 63 dB als maximaal aanvaardbare waarde.

Spoorweg

Ten westen van de ontwikkelingslocatie Vaartweg 26 bevindt zich de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort. Dit spoortraject (trajectnummer 371) heeft een geluidszone van 300 m aan beide zijden van het spoor. Voor nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen die zone moet nader akoestisch onderzoek worden uitgevoerd. De ontwikkelingslocatie Vaartweg 26 bevindt zich buiten deze 300 m-zone, waardoor de toetsing aan de normen van de Wgh voor wat betreft railverkeerslawaai achterwege kan blijven. In het overige van deze paragraaf wordt hieraan ook geen aandacht besteed.

Aftrek ex artikel 110g Wgh

Krachtens artikel 110g van de Wet geluidhinder mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Voor wegen met een snelheid lager dan 70 km/h geldt een aftrek van 5 dB. Op alle hierna genoemde geluidsbelastingen is deze aftrek toegepast.

Uitgangspunten

Voor de ontwikkeling aan de Vaartweg is akoestisch onderzoek uitgevoerd voor twee varianten. De eerste variant is de toetsingsvariant en gaat uit van de huidige situatie waarin tussen de Vaartweg en de Brinklaan bebouwing aanwezig is die het geluid van de Brinklaan deels afschermt. De tweede variant is gebaseerd op de gebiedsvisie uit de 'Nota van uitgangspunten Brinklaan Noord' van de gemeente Bussum, februari 2012. In deze gebiedsvisie wordt de bestaande bebouwing geamoveerd en nieuwe bebouwing voorzien. Deze bebouwing vervult een minder afschermende werking dan de bestaande bebouwing, waardoor de geluidsbelasting voor de ontwikkeling aan de Vaartweg 26 anders kan zijn. Deze tweede variant geeft zodoende inzicht in de toekomstige situatie, hoewel hieraan wettelijk gezien niet getoetst hoeft te worden. In onderstaande figuur is zowel de huidige toetsingsvariant als de visievariant voor de Vaartweg 26 (blok 1) opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0381.BP2012B004002-va01_0010.png"

Figuur 5.1 Links, huidige situatie (toetsingsvariant) met bebouwing tussen de Brinklaan en de ontwikkeling aan de Vaartweg (blok 1). Rechts de toekomst (visievariant) zonder bebouwing tussen blok 1 en de Brinklaan.

Voor deze twee varianten is akoestisch onderzoek uitgevoerd volgens Standaard Rekenmethode II (SRM II) conform het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. Ten behoeve van dit onderzoek zijn verkeersgegevens noodzakelijk. Hiervoor is het Regionaal Verkeersmodel van Het Gooi, waarin Bussum is opgenomen, gehanteerd. Dit verkeersmodel heeft als prognosejaar het jaar 2020. In dit verkeersmodel zijn voor het prognosejaar diverse nieuwe ontwikkelingen opgenomen, zoals de ontwikkeling Spoorzone-Zuid, Landstraat-Noord en Kolonel Palmkazerne. Hierdoor zijn de verkeerseffecten van deze ontwikkelingen reeds verdisconteerd in de prognosecijfers. Het verkeersmodel toont de werkdagintensiteiten. Voor milieuonderzoek zijn echter weekdagintensiteiten van belang. De verkeersintensiteiten uit het verkeersmodel zijn daarom met een factor 0,92 omgerekend naar weekdagintensiteiten.

Voor het akoestisch onderzoek dienen de verkeersintensiteiten voor het jaar 2023 gehanteerd te worden. Voor de autonome groei is uitgegaan van een jaarlijkse groei van 1,5%. In onderstaande tabel zijn de verkeersintensiteiten voor 2023 opgenomen van de wegvakken die binnen het invloedgebied van de ontwikkeling liggen.

De voertuigverdelingen in deze tabel zijn afkomstig van het Stratenbestand 2008 van de gemeente Bussum. Voor de dag-, avond- en nachtuurpercentages is aangesloten bij informatie van de gemeente Bussum. Indien geen informatie beschikbaar is, is aangesloten bij de aansluitende wegen. Zo is voor de Roemer Visscherlaan dezelfde voertuigverdelingen en dag-, avond- en nachtuurpercentages gehanteerd als de Vaartweg.

Tabel 5.1 Verkeersintensiteiten

Weg   2020 werkdag   2020 weekdag   2023 weekdag   Voertuigverde- ling-% (L/MZ/Z)1   dag/avond/ nacht2  
Gezoneerde wegen binnen het plangebied       
Brinklaan                      
Brediusweg - Hooftlaan   12900   11868   12410   94,7/3,75/1,55   6,7/3,5/0,7  
Eslaan - Brediusweg   13200   12144   12700   94,7/3,75/1,55   6,7/3,5/0,7  
Brediusweg                      
Brinklaan - Vaartweg   12700   11684   12220   94,0/4,7/1,3   6,8/3,4/0,6  
Vaartweg - Constantijn Huijgenslaan   11700   10764   11560   94,0/4,7/1,3   6,8/3,4/0,6  
Constantijn Huijgenslaan - Hooftlaan   10800   9936   10390   94,0/4,7/1,3   6,8/3,4/0,6  
Generaal de la Reijlaan                      
Kromme Englaan - Brinklaan   10500   9660   10100   94,0/4,7/1,4   6,6/3,8/0,7  
Niet-gezoneerde wegen binnen het plangebied       
Vaartweg                      
Brediusweg - Hooftlaan   800   700   730   68,3/19,6/12,1   7,5/2,1/0,2  
Roemer Visscherlaan                      
Brediusweg - Barleaustraat   200   180   210   68,3/19,6/12,1   7,5/2,1/0,2   

1) Lichte voertuigen/middelzware voertuigen/zware voertuigen, uit rapportage stratenbestand 2008 (autobussen gesommeerd met middelzware motorvoertuigen).

2) Percentage van etmaalintensiteit.

Lokale karakteristieken

De maximumsnelheid op de gezoneerde wegen bedraagt 50 km/h. De Brinklaan is uitgevoerd in Redulfalt, de Brediusweg is uitgevoerd in dicht asfaltbeton (DAB) en de Generaal de La Reijlaan is uitgevoerd in SMA 0/6. De niet-gezoneerde wegen hebben een maximumsnelheid van 30 km/h en zijn uitgevoerd in elementenverharding in keperverband. Ook de vaart is meegenomen in de geluidsberekening als reflecterend oppervlak. De bebouwing ligt op 9 m van de Vaartweg, verder heeft de bebouwing bouwhoogtes die variëren van 6,5 tot 10 m. Voor de visie variant zijn de rode bebouwing van figuur 5.1 gemodelleerd met een hoogte van 8 m. De SRM II-berekeningen zijn opgenomen in bijlagen 2 en 3. Hierbij is een onderscheid gemaakt naar de toetsingsvariant (bijlage 2) en de visievariant (bijlage 3).

Resultaten

Toetsingsvariant

Op basis van de SRM II-geluidsberekeningen blijkt dat de geluidsbelasting ter hoogte van de nieuwe geluidgevoelige bestemmingen ten gevolge van het verkeer op de gezoneerde wegen Brediusweg / Gen. de la Reijlaan 38 dB bedraagt op een maatgevende hoogte van 7,5 m. Voor de andere gezoneerde weg de Brinklaan bedraagt de geluidsbelasting ten gevolge van het verkeer 44 dB op eveneens een maatgevende hoogte van 7,5 m. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt niet overschreden.

Op de niet-gezoneerde wegen blijkt dat de geluidsbelasting ter hoogte van de nieuwe geluidgevoelige bestemmingen ten gevolge van het verkeer op de Vaartweg 51 dB bedraagt op een maatgevende hoogte van 4,5 m en op de Roemer Visscherlaan is de geluidsbelasting 28 dB op een maatgevende hoogte van 7,5 m. Doordat de geluidsbelasting de maximaal aanvaardbare waarde niet overschrijdt en er sprake is van een lichte overschrijding van de richtwaarde is er sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.

Visievariant

Voor de visievariant is ook de geluidsberekening opgenomen in de bijlage. Deze visievariant geeft inzicht in de geluidsbelasting in de toekomst wanneer de visie gestalte heeft gekregen en is dus niet het toetsingskader voor de ontwikkeling.

 

Op basis van de SRM II-geluidsberekeningen blijkt dat de geluidsbelasting ter hoogte van de nieuwe geluidgevoelige bestemmingen ten gevolge van het verkeer op de gezoneerde wegen Brediusweg / Gen. de la Reijlaan 38 dB bedraagt op een maatgevende hoogte van 7,5 m. Voor de andere gezoneerde weg de Brinklaan bedraagt de geluidsbelasting ten gevolge van het verkeer 45 dB op een maatgevende hoogte van 4,5 en 7,5 m. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt ook in deze visievariant niet overschreden.

Op de niet-gezoneerde wegen blijkt dat de geluidsbelasting ter hoogte van de nieuwe geluidgevoelige bestemmingen ten gevolge van het verkeer op de Vaartweg 51 dB bedraagt op een maatgevende hoogte van 4,5 m en op de Roemer Visscherlaan is de geluidsbelasting 29 dB op een maatgevende hoogte van 7,5 m. Doordat de geluidsbelasting de maximaal aanvaardbare waarde niet overschrijdt en er sprake is van een lichte overschrijding van de richtwaarde is er sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat bij de visievariant.

Conclusie

Op basis van het uitgevoerde akoestisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat de voorkeursgrenswaarde voor beide varianten niet wordt overschreden. De richtwaarde voor de niet-gezoneerde Vaartweg kent een lichte overschrijding, maar overschrijdt niet de maximaal aanvaardbare waarde. Er zal dus sprake zijn van een aanvaardbaar geluidsniveau vanwege wegverkeer voor de toetsingsvariant en de visievariant. De Wet geluidhinder staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg.