Plan: | Het Spiegel-Iepenlaan 6 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0381.BP2010B002002-oh01 |
Waterbeheer en watertoets
De initiatiefnemer dient in dat kader in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van het bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het projectgebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld. De overige nota's hebben een dermate hoog abstractieniveau dat relevantie voor het plangebied ontbreekt.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Waterschapsbeleid
In het Waterbeheerplan 2010-2015 beschrijft het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) haar drie hoofdtaken zorg voor veiligheid achter de dijken, zorg voor voldoende water en zorg voor schoon water. Daarnaast voert AGV in zijn beheersgebied taken uit die de waterschappen aanduiden als maatschappelijke neventaken. Voor AGV zijn dat vaarweg- en nautisch beheer, faciliteren van het recreatief medegebruik van wateren en dijken, zorg voor natuurwaarden en bevordering van cultuurhistorische, landschappelijke, en architectonische waarden. De beleidsvoorbereidende, uitvoerende en administratieve taken heeft AGV opgedragen aan de stichting Waternet. Dit waterbeheerplan gaat over de waterschapstaken van AGV, waarbij AGV wel steeds het oog houdt op de samenhang van deze taken met het geheel van waterketen- en watersysteemtaken, ofwel de watercyclus. Tevens geeft dit waterbeheerplan de opgaven vanuit de KRW en vanuit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW-actueel) aan.
In de Handleiding Watertoets & Vergunningverlening uit 2003 van het Hoogheemraadschap zijn de uitgangspunten aangegeven voor het afstemmen van ruimtelijke plannen op het watersysteem. Het Hoogheemraadschap gaat bij de ontwikkeling van nieuwe stedelijke functies uit van 10% open water of zoveel als uit een nadere berekening nodig blijkt. In hooggelegen infiltratiegebieden geldt geen verplichting tot de aanleg van open water als compensatie voor toename van verhard oppervlak. In plaats daarvan dient de initiatiefnemer voldoende tijdelijk bergend oppervlak te creëren en daarnaast voorzieningen waarmee schoon regenwater in de ondergrond kan infiltreren. Verder is op dit moment het Handboek Hemelwater van toepassing.
Gemeentelijk beleid
De gemeenten Bussum, Naarden en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht hebben een Waterplan Naarden-Bussum 2002-2012 (2002) opgesteld, dat invulling geeft aan de gemeenschappelijke visie voor een integraler en duurzamer stedelijk waterbeheer. Water dient meer als ordenend principe te worden toegepast in ruimtelijke plannen binnen het stedelijk gebied. Het streven is om knelpunten met betrekking tot zowel waterkwaliteit en waterkwantiteit (zoals riooloverstorten, slechte waterkwaliteit, grondwateroverlast en te weinig ecologische waarden) op een duurzame wijze op te lossen. Speerpunten in het stedelijk waterplan zijn:
Huidige situatie
Het plangebied betreft het perceel aan de Iepenlaan 6. Het plangebied ligt ten westen van het centrum van de gemeente Bussum. Momenteel bestaat het plangebied uit bebouwing, verharding en groen.
Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Het plangebied is aangesloten op het gemeentelijke gemengd rioolstelsel.
Toekomstige situatie
Het bestemmingsplan voorziet in de functiewijziging van maatschappelijk naar wonen. Hierdoor wordt het toegestaan het voormalige kerkgebouw te bewonen. Eventuele werkzaamheden zullen voornamelijk inpandig plaatsvinden. Een aanbouw wordt gesloopt. Het totaal verhard oppervlak zal afnemen.
In de nieuwe situatie zal het hemelwater niet meer geloosd worden op het rioleringsstelsel. Het verhard oppervlak wordt afgekoppeld, hemelwater wordt in de bodem geïnfiltreerd. Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het aan te raden geen uitlogende materialen als zink, lood, koper, bitumineuze materialen en geïmpregneerd hout te gebruiken.
Uit het bodemonderzoek, welke is uitgevoerd op perceel aan de Iepenlaan 6, is echter gebleken dat de bodem deels is verontreinigd met polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's). Infiltratie van hemelwater in deze gebieden is gezien deze resultaten niet wenselijk. Bij een verhoogd risico op de aanwezigheid van bodemverontreiniging is afkoppelen namelijk niet verstandig. Dit kan uitspoeling van de verontreiniging naar het grondwater veroorzaken. In de Wet bodembescherming (Wbb) is vastgelegd dat het creëren of vergroten van een (grondwater) verontreiniging niet is toegestaan. Infiltratie van hemelwater in het bestemmingsgebied mag alleen op plaatsen waar de bodem niet is vervuild (binnen streefwaardes). De initiatiefnemer moet hiermee rekening houden bij de plaats voor het aanleggen van het infiltratiesysteem. Gezien de verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Bussum, kan de gemeente de eigenaar van het bouwwerk ontheffing verlenen van de aanleg van een infiltratiesysteem als op het open erf of terrein redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van het hemelwater kan worden gevergd.
De gemeente Bussum laat de initiatiefnemer vrij in de keuze in de manier waarop het hemelwater op het perceel zal worden afgekoppeld. Enkele mogelijke methoden zijn het infiltreren van het hemelwater in de bodem met behulp van een infiltratiebuis, infiltratieveld of grindkoffer. Bij de verdere planuitwerking wordt dit onderdeel meegenomen.
Conclusie
Omdat het verhard oppervlak niet toeneemt heeft de ontwikkeling geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse. Vanwege de beperkte omvang van het plan, is een verbetering van het waterhuishoudkundige systeem niet mogelijk. Indien rekening wordt gehouden met de bodemverontreinigingen op het perceel bij het afkoppelen van het hemelwater, heeft dit geen gevolgen voor het vergroten van (grondwater) verontreiniging.