direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd
Plan: Bloemendaal 2012
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0377.BL2012-ow01

Artikel 8 Gemengd

8.1 Bestemmingsomschrijving
8.1.1 Algemeen

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. wonen,

met daarbij behorende:

  • c. wegen en paden;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen,
  • f. tuinen, terreinen en erven;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Hoofdgebouwen

Ten aanzien van de in lid 8.1.1 bedoelde gronden geldt dat:

  • a. de gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. met betrekking tot het (ver- en her)bouwen van bouwwerken, die op de verbeelding zijn aangeduid als 'specifieke bouwaanduiding - monument', geldt dat de op het tijdstip van het in ontwerp ter visie leggen van dit plan bestaande maatvoering niet mag worden gewijzigd, tenzij het bevoegd gezag ingevolge het bepaalde in de Wabo een omgevingsvergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering heeft verleend. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen wint het bevoegd gezag advies in bij de gemeentelijke monumentencommissie en/of de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

8.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Ten aanzien van de in lid 8.1.1 bedoelde gronden geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen die naar de openbare weg zijn gericht mag niet meer dan 1 meter bedragen;
  • b. vanaf 1 meter achter de voorgevelrooilijn mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 2 m bedragen, mits de erf- of terreinafscheidingen niet naar de openbare weg zijn gericht;
  • c. de bouwhoogte van toegangshekken voor de voorgevelrooilijn mag ten hoogste 1,50 m bedragen.
  • d. de hoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • e. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
8.3 Nadere eisen
8.3.1

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
8.3.2

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan het parkeren:

  • a. er dient te worden voorzien in voldoende parkeerruimte conform de parkeernomen van de gemeente Bloemendaal;
  • b. parkeren dient op eigen terrein te worden ingepast, met in achtneming van de karakteristiek van de directe omgeving.
8.4 Wijzigingsbevoegdheid
8.4.1

Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening de in lid 8.1.1 genoemde bestemming wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op:

8.4.2

Het bevoegd gezag kan de bestemming alleen wijzigen met inachtneming van de volgende randvoorwaarden:

  • a. er dient aangetoond te worden dat het gebruik overeenkomstig in de lid 8.1.1genoemde bestemming redelijkerwijs niet uitvoerbaar is;
  • b. er dient te worden voorzien in voldoende parkeerruimte op eigen terrein, conform de parkeernormen in de gemeente Bloemendaal;
  • c. het gebruik mag geen onevenredig nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer en de karakteristiek van de directe omgeving;
  • d. de activiteiten mogen geen onevenredige hinder opleveren voor de omliggende functies en waarden.