direct naar inhoud van Artikel 18 Leiding - Gas
Plan: Aerdenhout 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0377.AE2012-va05

Artikel 18 Leiding - Gas

18.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, naast voor de andere daar voorkomende secundaire bestemmingen, tevens bestemd voor een hoofdgasleiding.
  • b. De belangen van de in lid 18.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
  • c. Indien de belangen van de bestemming "Leiding - Gas" strijdig zijn met de belangen van een samenvallende andere dubbelbestemming dan geldt de volgende prioriteitsvolgorde:
    • 1. Leiding - Gas;
    • 2. Waarde - Archeologie.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Gebouwen

Ten aanzien van de in lid 18.1 genoemde bestemming geldt dat er geen gebouwen mogen worden gebouwd.

18.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Ten aanzien van de in lid 18.1 genoemde bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve de in lid 18.1 genoemde bestemming worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.

18.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 18.2 en toestaan dat gebouwen ten behoeve van de ondergeschikte bestemmingen worden gebouwd, mits is aangetoond dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de onder 18.1 bedoelde leidingbelangen. Het bevoegd gezag vraagt hiervoor advies van de leidingbeheerder.

18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4.1 Verboden uitvoeren van andere werken

Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 18.1 de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:

  • a. het verrichten van exploratie en exploratieboringen ten behoeve van de winning van delfstoffen;
  • b. het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de grond;
  • d. het aanleggen van dijken of andere taluds of het vergraven of ontgraven van reeds bestaande dijken of taluds;
  • e. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen, dempen van reeds bestaande waterlopen;
  • f. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, anders dan ten behoeve van de in lid 18.1 bedoelde gronden;
  • g. het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • h. het bemalen of draineren van de grond, alsmede het winnen, toevoeren, afdammen of stuwen van water;
  • i. het planten van bomen.
18.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 18.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
18.4.3 Toelaatbaarheid

Een vergunning als bedoeld in lid 18.4.1 wordt uitsluitend verleend indien en voor zover deze geen onevenredige schade toebrengen aan het leidingbelang.

18.4.4 Advies

Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 18.4.1 advies in bij de leidingbeheerder.