Plan: | Kagerweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0375.BPKagerweg-VG01 |
Waterbeheer en watertoets
De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijk planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer en van Rijkswaterstaat, water- en vaarwegbeheerder van het hoofdwatersysteem zoals het Noordzee Kanaal. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerders over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerders zijn verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid voor Rijkwateren, van het hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Beheer- en Ontwikkelplan voor Rijkswateren 2010-2015
In relatie tot waterbeheer is het Beheer- en Ontwikkelplan voor Rijkswateren 2010-2015 van belang. De waterwet, Europese richtlijnen en andere (internationale) regelgeving vormen de belangrijkste kaders voor dit plan. Het plan vertaalt het Nationaal waterplan en de Nota Mobiliteit naar het beheer en onderhoud van de rijkswateren. Rijkswaterstaat voert het beheer uit.
Het beheer en onderhoud is uitgewerkt naar functies en naar gebieden. De functies zijn ingedeeld in drie groepen: basisfuncties (veiligheid, voldoende water, schoon & ecologisch gezond water), scheepvaart en gebruiksfuncties. Voorop staat de zorg voor een duurzaam en robuust systeem. Dat leidt tot de keuze om in het dagelijkse beheer prioriteit te geven aan de basisfuncties. De functie scheepvaart is apart benoemd, omdat het netwerkbeheer van het hoofdvaarwegennet een kerntaak van Rijkswaterstaat is. De andere gebruiksfuncties krijgen volgens de beheervisie ruimte voor zover de basisfuncties en de scheepvaartfunctie dat toelaten. De functies komen samen in gebieden. De gebiedsgerichte uitwerking is geënt op zes watersystemen: de grote rivieren, de grote kanalen, het IJsselmeergebied, de Wadden, de Zuidwestelijke Delta en de Noordzee. Per gebied zijn de beheerprioriteiten voor de komende jaren aangegeven.
Continuïteit vormt een belangrijk uitgangspunt in het beheer.
Waterschapsbeleid
In het Waterbeheersplan 2010-2015 beschrijft het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier de doelstellingen voor de periode 2010-2015 voor de drie kerntaken: veiligheid tegen overstromingen, droge voeten en schoon water. Hiermee wil het Hoogheemraadschap anticiperen op de voorspelde extra wateroverlast, droogte en het verhoogde overstromingsrisico en het bewerkstelligen van een betere waterkwaliteit.
De Keur van het Waterschap is een vastgestelde verordening waar gedoogplichten, geboden en verboden in staan. In dit kader is het van belang te weten dat langs hoofd- en overige watergangen een zone ligt van respectievelijk 5 m en 2 m ter bescherming van het profiel en onderhoud. Ook langs waterkeringen ligt een (variabele) zone voor bescherming en onderhoud van de waterkeringen. Voor het realiseren van bouwwerken en het uitvoeren van werken binnen deze zone dient ontheffing van de Keur te worden aangevraagd.
Gemeentelijk beleid
In het Waterplan Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest staan maatregelen die wateroverlast beperken en de waterkwaliteit verbeteren. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft het plan samen met de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest opgesteld. In de gemeente Beverwijk is een tekort aan waterberging en zijn er een aantal knelpunten in de waterafvoer. Door de aanleg van meer oppervlaktewater en het oplossen van de belangrijkste knelpunten in de waterafvoer worden de komende jaren onder andere de problemen rondom het station, de Pijp en de Spoorsingel opgelost. Bovendien bieden de maatregelen in het waterplan de gemeente mogelijkheden om gelijktijdig rioleringsproblemen op te lossen. De uitvoering van de maatregelen moet uiteindelijk leiden tot een beter beheersbaar, schoner en veiliger watersysteem in Beverwijk.
Referentiesituatie
Algemeen
Het plangebied is gelegen ten zuidoosten van de kern Beverwijk en bestaat uit het bedrijventerrein Kagerweg. Het plangebied wordt grofweg omgrensd door de Kanaalweg, de Noorderweg en de A9.
Bodem en grondwater
Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit zeekleigrond. Er is sprake van grondwater trap IV. Dat wil zeggen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand op minder dan 0,4 m beneden maaiveld ligt en dat de gemiddelde laagste grondwaterstand varieert tussen 0,8 en 1,2 m beneden maaiveld. De maaiveldhoogte in het plangebied is circa NAP -0,7 m.
Bodemsoort en grondwatertrap (www.bodemdata.nl)
Het plangebied is gelegen in de Wijkermeerpolder.
Waterplankaart (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier)
Waterkwantiteit
Ten westen van het plangebied is de primaire waterloop Zijkanaal A gelegen. Ten zuiden van het plangebied ligt het Noordzeekanaal, in het beheer van Rijkswaterstaat. Ook binnen het plangebied zijn verschillende oppervlaktewaterlichamen gelegen.
Rondom de watergangen is een beschermingszone gelegen (5 m rond hoofdwatergangen en 1 m rond regionale watergangen). Binnen deze beschermingszones gelden beperkingen voor bouwen en aanleggen om onderhoud aan de watergangen mogelijk te houden. Delen van het plangebied liggen in de beschermingszone van deze watergangen.
Het plangebied ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Het Zijkanaal A en het Noordzee Kanaal zijn Kaderrichtlijn Water (KRW)-lichamen. De Europese KRW-richtlijn moet ervoor zorgen dat het oppervlakte- en grondwater vanaf 2015 van een goede kwaliteit is en dat ecologische doelen behaald worden. Rijkswaterstaat en het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier hebben doelen en maatregelen geformuleerd die nodig zijn om een goede waterkwaliteit te kunnen garanderen.
Veiligheid en waterkeringen
Langs het Zijkanaal A en het Noordzeekanaal is een regionale waterkering gelegen. Delen van het plangebied liggen binnen de kern- en beschermingszone van deze kering. Ook binnen deze zones gelden beperkingen voor bouwen en aanleggen, zodat de bestemming en het gebruik van de gronden op of nabij waterkeringen geen belemmering vormen voor het onderhoud, de instandhouding of de versterking van de waterkering, dit is van belang voor de waterveiligheid.
Afvalwaterketen en riolering
Het plangebied is aangesloten op een gescheiden rioleringsstelsel.
Plansituatie
Algemeen
Het bedrijventerrein Kagerweg kent onbenutte mogelijkheden. Het voorliggende bestemmingsplan biedt mogelijkheden om de niet-bebouwde kavels te bebouwen en in gebruik te nemen als bedrijventerrein.
Waterkwantiteit
Het belangrijkste doel van het waterkwantiteitsbeheer of peilbeheer is het bieden van veiligheid door overtollig water af te voeren om overstroming of schade te voorkomen en om watertekorten aan te vullen. Voor wat betreft hemelwaterafvoer geldt de voorkeursvolgorde vasthouden, bergen en afvoeren.
Voor het waterkwantiteitsbeheer is het van belang dat een toename in verhard oppervlak gecompenseerd dient te worden. Volgens de eis van het Waterschap dient 10% van de toename in verharding gecompenseerd te worden door de aanleg van functioneel open water. Het Waterschap hanteert hierbij een ondergrens van 800 m².
Door het bebouwen van de onbenutte percelen in het plangebied neemt het verhard oppervlak toe. Op de nog onbebouwde percelen aan de noord- en zuidzijde van het plangebied komt een 'uit te werken' bestemming. Wanneer deze gebieden worden opgevuld neemt ook hier de verharding toe. Daarnaast bestaat er in het gebied reeds een waterbergingstekort. Om wateroverlast nu en in de toekomst te voorkomen dient open water aangelegd te worden. De ruimte hiervoor is echter beperkt. In dit bestemmingsplan zijn geen nieuwe locaties voor waterberging aangewezen, aangezien hierover op dit moment nog niet voldoende duidelijkheid bestaat. Verkend wordt of hiervoor in de nabije toekomst mogelijkheden zijn. Vooralsnog zijn hiervoor twee locaties mogelijk: in de lus van de afrit van de A9 of ten oosten van de A9 (buiten het plangebied). Watersysteemtechnische heeft de locatie ten oosten van de snelweg de voorkeur. De lus in de snelweg is een doodlopende watergang helemaal bovenstrooms in het watersysteem. Het water van het bedrijventerrein moet eigenlijk tegen de stromingsrichting in deze locatie bereiken.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Het waterbeheer voor rijkswateren en regionale wateren is voor wat betreft de waterkwaliteit gericht op gezonde duurzame watersystemen in het kader van de implementatie van de Kaderrichtlijn Water en om emissies richting het oppervlaktewater te voorkomen dan wel te beperken. Uitgangspunt hierbij is dat de ecologische toestand van het water niet mag verslechteren. De voorkeursvolgorde hierbij is schoonhouden-scheiden-zuiveren. Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt bijvoorbeeld een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen.
Afvalwaterketen en riolering
Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
Waterbeheer
Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het hoogheemraadschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Water en Waterstaat in het bestemmingsplan
In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' toebedeeld gekregen.
Conclusie
Het bestemmingsplan heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.