direct naar inhoud van 4.8 Luchtkwaliteit
Plan: Kagerweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0375.BPKagerweg-VG01

4.8 Luchtkwaliteit

4.8.1 Toetsingskader

In 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Met deze wet zijn luchtkwaliteitseisen verankerd in de Wet milieubeheer. Op de beoordeling van luchtkwaliteit is niet alleen de Wet milieubeheer van toepassing, maar ook het Besluit niet in betekende mate bijdragen en drie regelingen (Regeling niet in betekenende mate bijdragen (nibm), de Regeling beoordeling luchtkwaliteit en de Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007).

In het Besluit nibm en de Regeling nibm zijn handvatten aangereikt om te bepalen of een project niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Het begrip 'niet in betekenende mate' is gedefinieerd als een bijdrage die maximaal 3% bedraagt van de grenswaarde voor stikstofdioxide en fijn stof. De mate van schaalgrootte waaronder niet hoeft te worden getoetst (de vertaling van bovengenoemde 3%-norm naar concrete bouwprojecten), bedraagt 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg. De Regeling nibm benoemt tevens categorieën van gevallen die niet in betekenende mate bijdragen aan luchtverontreiniging. Als een project in één van deze categorieën valt of voldoet aan de gestelde criteria voor de schaalgrootte van het plan (1.500 woningen of 100.000 m² kantooroppervlakte) dan hoeft er niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen.

De begrippen goede ruimtelijke ordening en blootstelling van kwetsbare groepen blijven van belang. Voor wat betreft de bescherming van kwetsbare groepen is het Besluit gevoelige bestemmingen van belang. Hierin is opgenomen dat binnen een zone van 300 m van een snelweg of binnen een zone van 50 m van een provinciale weg, geen gevoelige bestemmingen (scholen voor onderwijs aan minderjarigen, kinderopvang, bejaarden-, verzorgings- en verpleegtehuizen) mogen worden gesitueerd als sprake is van een dreigende overschrijding.

Situaties waar de luchtkwaliteitnormen worden overschreden zullen integraal worden aangepakt met maatregelpakketten voor probleemgebieden. Er worden op drie bestuurslagen maatregelen genomen, namelijk door het Rijk, provincie en gemeenten (Nationaal samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit, NSL).

Samenvattend vormt de Wet luchtkwaliteit geen belemmering voor een ruimtelijke ontwikkeling als:

  • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt;
  • een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging;
  • een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL.

Luchtkwaliteitsnormen

De luchtkwaliteitsnormen zijn opgenomen in bijlage 2 van de Wet luchtkwaliteit. De normen zijn niet veranderd. De volgende grenswaarden (jaargemiddeld) zijn opgenomen:

  • zwavel (SO2): 125 µg/m³;
  • stikstofdioxide: 40 µg/m³;
  • fijn stof (PM10): 40 µg/m³;
  • koolstofmonoxide: 8 uurgemiddelde 6 µg/m³;
  • benzeen: 10 µg/m³;
  • lood: 0,5 µg/m³;

In de praktijk zijn alleen de normen voor stikstofdioxide en fijn stof van belang.

4.8.2 Onderzoek en conclusie

Het plangebied is een bedrijventerrein waarvan nog niet alle kavels in gebruik zijn. Wanneer ook de nu braakliggende percelen worden ontwikkeld zal er extra verkeer op de ontsluitende wegen worden gegenereerd. De ontwikkelingen op de braakliggende percelen betreffen geen project als genoemd in de specifiek aangeduide categorieën in het Besluit nibm. Tevens blijkt uit de nibm-rekentool dat de ontwikkeling mogelijk effecten heeft op de luchtkwaliteit langs de ontsluitende wegen. Om deze reden is een luchtkwaliteitsberekening uitgevoerd waarmee de gevolgen van het project voor de luchtkwaliteit inzichtelijk worden gemaakt en de concentraties na uitvoering van het bestemmingsplan kunnen worden getoetst aan de wettelijke grenswaarden.

De luchtkwaliteit is berekend met behulp van het CAR II-programma (Calculation of Air pollution Road traffic-programa II). Het CAR II-programma is een wettelijk goedgekeurd standaardrekenprogramma voor luchtkwaliteit in binnenstedelijke situaties met enige vorm van bebouwing. Het plangebied is gelegen aan de zuidoostzijde van Beverwijk op een bestaande bedrijventerrein en daarom als zodanig aan te merken. Het CAR II-programma kan berekeningen uitvoeren voor onder andere de maatgevende stoffen fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2).

Invoergegevens

Voor het bepalen van de gevolgen van de ontwikkeling voor de concentraties luchtverontreinigende stoffen in de omgeving zijn de Noorderweg, Wijkermeerweg en de Kanaalweg maatgevend omdat op deze wegen de hoogste verkeersintensiteit voorkomt. In tabel 4.9 is de verkeersintensiteit per weg weergegeven. Hierbij valt op dat in de toekomst sprake is van een afname van de verkeersintensiteit. Dit is het gevolg van de aanleg van de verlegde randweg die een nieuwe verbinding vormt tussen de Noorderweg en de A22. Deze weg is van invloed op de verdeling van het verkeer over de wegen rond het plangebied, dit volgt uit het verkeersmodel van de milieudienst IJmond.

Tabel 4.9 Verkeersintensiteiten

straat   mvt/etm.2013 1)   mvt/etm 2023 autonoom   mvt/etm 2023 met ontwikkeling  
Noorderweg
(Ringvaartweg/Gooiland - Oostelijke aansluiting A9  

19.300  

13.200  

13.896  
Kanaalweg   18.200   17.100   17.306  
Wijkermeerweg   16.400   15.800   15.931  

1) Het verkeersmodel bevat intensiteiten voor 2011, deze zijn doorgerekend voor het jaar 2013

Naast de verkeersgegevens wordt in het CAR II-programma nog een aantal basisgegevens ingevoerd, deze gegevens zijn weergegeven in tabel 4.10.

Tabel 4.10 Overige invoergegevens

straatnaam   RD-coördinaten   voertuigverdeling (licht/middelzwaar zwaar verkeer)   wegtype   snelheidstype   bomenfactor   afstand tot de wegas (m)  
  X   Y            
Noorderweg   106484   498777   87,12/7,63/5,25   3a   E   1   10  
Wijkermeerweg   106314   498813   87,87/7,28/5,01   3a   E   1   10  
Kanaalweg   106377   498531   86,71/7,88/5,42   3a   E   1   10  

Rekenresultaten

In de tabel 4.11 en 4.12 zijn de resultaten van de luchtkwaliteitsberekeningen weergegeven voor de jaren 2013 en 2023. Hierbij worden enkele zaken opgemerkt.

  • Voor het jaar 2013 en 2023 is onderscheid gemaakt in de situatie met en zonder ontwikkelingen. Op deze manier is het effect van de mogelijke ontwikkelingen inzichtelijk gemaakt.
  • Voor het jaar 2013 is gebruikgemaakt van verkeersintensiteiten voor 2020. Dit zou een lichte onderschatting geven omdat de autonome groei tot 2013 niet is meegenomen. Dit wordt echter gecompenseerd door het feit dat tevens berekeningen zijn uitgevoerd voor de theoretische situatie waarin in 2013 alle niet benutte terreindelen al zouden zijn ontwikkeld. De verkeersintensiteit voor 2023 is daarom doorgerekend voor 2013.
  • Voor het prognosejaar 2023 zijn verkeersgegevens voor het jaar 2023, maar meteogegevens en achtergrondconcentraties voor het jaar 2020 gehanteerd. Het CAR II-rekenprogramma bevat namelijk geen achtergrondconcentraties voor prognosejaren na 2020.

Tabel 4.11 Rekenresultaten 2013

2013   stikstofdioxide (NO2) jaargemiddelde (µg/m³)   fijn stof (PM10) jaargemiddelde (µg/m³)*   fijn stof (PM10) (aantal overschrijdingen 24-uurgemiddelde grenswaarde)  
  2013   2013 incl. ontw.   2013   2013 incl. ontw   2013   2013 incl. ontw.  
Noorderweg   32,6   30,1   24,5   24,0   11   10  
Wijkermeerweg   35,7   35,1   25,3   25,1   12   12  
Kanaalweg   31,4   31,2   24,3   24,2   10   10  

Tabel 4.12 Rekenresultaten 2023

2013   stikstofdioxide (NO2) jaargemiddelde (µg/m³)   fijn stof (PM10) jaargemiddelde (µg/m³)*   fijn stof (PM10) (aantal overschrijdingen 24-uurgemiddelde grenswaarde)  
  2023   2023 incl. ontw.   2023   2023 incl. ontw   2023   2023 incl. ontw.  
Noorderweg   23,0   23,2   22,2   22,3   6   6  
Wijkermeerweg   26,1   26,2   23,1   23,1   8   8  
Kanaalweg   23,8   23,8   22,4   22,4   7   7  

Conclusie

Uit de resultaten blijkt dat langs de maatgevende wegen de luchtkwaliteit zowel voor als na uitvoering van het bestemmingsplan ruimschoots aan de grenswaarden uit de Wm wordt voldaan. De bijdrage van overige bronnen is in de achtergrondconcentratie verwerkt. De luchtkwaliteit wordt marginaal beïnvloed door de ontwikkeling en leidt in geen geval tot overschrijdingssituaties. In de directe omgeving van de weg is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Het aspect luchtkwaliteit staat de voorgestelde wijziging van de verkeerscirculatie niet in de weg.