direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Oosterparkbuurt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.U0901BPSTD-VG02

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplanOosterparkbuurt van het stadsdeel Oost, gemeente Amsterdam;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0363.U0901BPSTD-VG02 met de bijbehorende regels (en bijlagen);

1.3 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit:

dienstverlenende beroepen, bedrijven vallend onder categorie A in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemengingbehorende bij deze regels en medische dan wel paramedische praktijken, die in een woning worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt, en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die geen onevenredige afbreuk doet aan de woonfunctie;

1.4 aan- of uitbouw:

een bijbehorend bouwwerk, zijnde een direct aan de gevel van de hoofdbebouwing gebouwde bouwlaag, waarvan de maximum bouwhoogte gelijk is aan de eerste bouwlaag van de hoofdbebouwing, tenzij in de regels anders bepaald;

1.5 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.6 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.7 automatenhal:

iedere besloten ruimte waar meer dan twee speelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld ten behoeve van het publiek;

1.8 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.9 bedrijf:

bedrijven zoals bedoeld in artikel 23.2 van deze regels;

1.10 bedrijfsvaartuig:

een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet-zijnde een zee- of binnenschip, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep;

1.11 belwinkel:

een gelegenheid waar één van de voornaamste activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet;

1.12 bestaand:
  • a. voor bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  • b. voor gebruik: gebruik zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan met de daarbij behorende gebruiksregels;
1.13 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.14 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.15 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.16 bijzondere bouwlaag:

kelders en souterrains;

1.17 binnenschip:

een schip, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor interlokaal dan wel internationaal bedrijfsmatig vervoer van goederen te water waarop de Wet vervoer binnenvaart van toepassing is;

1.18 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.19 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.20 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, bijzondere bouwlagen niet inbegrepen;

1.21 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.22 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.23 categorie 1-evenement:

het geheel van activiteiten dat plaatsvindt bij een voor publiek toegankelijke gebeurtenis in de openbare ruimte met een openbaar dan wel besloten karakter waarbij het evenement per dag maximaal 5.000 bezoekers trekt, met dien verstande dat:

  • a. de duur van een evenement maximaal 3 dagen bedraagt, exclusief opbouw en afbreken;
  • b. de volgende activiteiten niet tot een evenement worden gerekend:
    • 1. een manifestatie in de zin van de Wet openbare manifestaties;
    • 2. een optocht;
    • 3. markten als bedoeld in de Verordening op de straathandel;
1.24 categorie 2-evenement:

het geheel van activiteiten dat plaatsvindt bij een voor publiek toegankelijke gebeurtenis in de openbare ruimte met een openbaar dan wel besloten karakter waarbij het evenement per dag minimaal 5.000 en maximaal 10.000 bezoekers trekt, met dien verstande dat:

  • a. de duur van een evenement maximaal 3 dagen bedraagt, exclusief opbouw en afbreken;
  • b. de volgende activiteiten niet tot een evenement worden gerekend:
    • 1. een manifestatie in de zin van de Wet openbare manifestaties;
    • 2. een optocht;
    • 3. markten als bedoeld in de Verordening op de straathandel;
1.25 categorie 3-evenement:

het geheel van activiteiten dat plaatsvindt bij een voor publiek toegankelijke gebeurtenis in de openbare ruimte met een openbaar dan wel besloten karakter waarbij het evenement per dag minimaal 10.000 en maximaal 50.000 bezoekers trekt, met dien verstande dat:

  • a. de duur van een evenement maximaal 3 dagen bedraagt, exclusief opbouw en afbreken;
  • b. de volgende activiteiten niet tot een evenement worden gerekend:
    • 1. een manifestatie in de zin van de Wet openbare manifestaties;
    • 2. een optocht;
    • 3. markten als bedoeld in de Verordening op de straathandel;
1.26 Dagelijks Bestuur:

het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Oost dan wel diens rechtsopvolger;

1.27 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die goederen kopen voor verbruik, gebruik of aanwending anders dan de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.28 dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven en/of personen, zoals administratie-, advertentie-, advocaten-, makelaars-, advies- en ingenieursbureaus, zoals bankfilialen en reisbureaus, wasserettes, kappers en schoonheidssalons, niet zijnde belwinkels, internetcafé's en/of geldwisselkantoren;

1.29 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond;

1.30 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.31 geluidsgevoelige maatschappelijke dienstverlening:

geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder:

1.32 hoofdgebouw:

een gebouw dat door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

1.33 horeca:
  • a. 'horeca I': verkoop van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren, het verstrekken van alcoholvrije dranken en/of het verstrekken van consumptie-ijs, zoals een fastfoodrestaurant, cafetaria, snackbar, shoarmazaken, lunchroom, koffie-theehuis of ijssalon;
  • b. 'horeca IIa': verhuur van zalen aan gezelschappen, al dan niet in combinatie met het verstrekken van eten en drinken en/of een gelegenheid alleen toegankelijk voor leden, zoals een zalenverhuurbedrijf of sociëteit;
  • c. 'horeca IIb': een gelegenheid om te dansen, zoals een dancing of discotheek;
  • d. 'horeca III': het verstrekken van sterke alcoholische dranken, zoals een café of bar;
  • e. 'horeca IV': het verstrekken van ter plaatse bereide maaltijden, inclusief (alcoholische) dranken, zoals een restaurant, eetcafé of bistro;
  • f. 'horeca V': het aanbieden van logies, zoals een hotel of pension;
1.34 internetcafé:

een gelegenheid waar de hoofdactiviteit of één van de activiteiten wordt gevormd door het bedrijfsmatig gelegenheid bieden tot het tijdelijk gebruik tegen betaling van computers ter plaatse;

1.35 kantoor:

gebouw of deel van een gebouw waarin kantoorwerkzaamheden zoals administratie, bestuur, vergaderingen of andere bureauwerkzaamheden plaatsvinden;

1.36 kelder:

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 0,5 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen;

1.37 ligplaats:

een plaats in het water bestemd of aangewezen om met een vaartuig af te meren;

1.38 maatschappelijke dienstverlening:

het verlenen van diensten op het gebied van gezondheidszorg, sociaal-cultureel, welzijn, woonzorg, kinderopvang, onderwijs en educatie, sport, religie, overheid en vergelijkbare gebieden, waaronder mede ondergeschikte nevenfuncties ten behoeve van de diensten worden begrepen;

1.39 monumentale boom:

een boom die in het Landelijk Register van de Bomen Stichting is aangewezen als Nationaal Monumentale Boom;

1.40 nutsvoorzieningen:

gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding, de distributie van gas, water, elektra, telematische diensten, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer en vergelijkbare doeleinden;

1.41 ondergeschikte detailhandel:

detailhandel ten dienste van een andere functie, waarbij de detailhandelsfunctie qua oppervlak en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan die andere functie, de detailhandelsfunctie uitsluitend te bereiken is via de entree van die andere functie en de openingstijden van de detailhandelsfunctie niet langer zijn dan de openingstijden van die andere functie;

1.42 object:

een voorwerp of vaartuig dat in, op of boven het water is aangebracht of afgemeerd en dat niet behoort tot enig andere in dit artikel genoemd begrip;

1.43 ondergeschikte horeca:

horeca ten dienste van een andere functie, waarbij de horecafunctie qua oppervlak en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan die andere functie, de horecafunctie uitsluitend te bereiken is via de entree van die andere functie en de openingstijden van de horecafunctie niet langer zijn dan de openingstijden van die andere functie;

1.44 passagiersvaartuig:

een bedrijfsvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd tot het vervoer van personen;

1.45 peil:
  • a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang aan een weg of een tuin grenst: de hoogte van die weg of tuin ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
1.46 pleziervaartuig:

een vaartuig hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie (sport- en vrijetijdsdoeleinden);

1.47 prostitutiebedrijf:

een bedrijf waar prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteiten vormt;

1.48 seksinrichting:

een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, sekstheater, seksautomatenhal en sekswinkel;

1.49 short stay:

het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan één huishouden voor een aaneensluitende periode van ten minste één (1) week en maximaal zes (6) maanden;

1.50 souterrain:

een bijzondere bouwlaag waarbij de vloer onder het gemiddelde aangrenzende straatpeil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 2,0 meter boven het gemiddeld aangrenzend straatpeil is gelegen;

1.51 tramvoorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van het tramverkeer, zoals rails, bovenleidingen, dienstgebouwen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van het tramverkeer;

1.52 vaartuig:

een constructie die als vervoermiddel te water gebruikt wordt of gebruikt kan worden;

1.53 verbeelding:

de verbeelding van het bestemmingsplan 'Oosterparkbuurt'bestaande uit de kaart met plancode NL.IMRO.0363.U0901BPSTD-VG02;

1.54 vestiging:

een (deel van een) gebouw waarin één (dienstverlenend) bedrijf, horecagelegenheid, kantoor, maatschappelijke (dienstverlenende) voorziening of winkel is gehuisvest;

1.55 waterstaatsdoeleinden:

voorzieningen ten behoeve van waterbeheersing en waterhuishouding in de ruimste zin;

1.56 wonen:

permanente huisvesting van één of meerdere personen in een woning, inclusief short stay;

1.57 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, met dien verstande dat groepswonen wordt beschouwd als één huishouden en een woning ten behoeve van short stay dan wel een woning waar een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit wordt uitgevoerd eveneens als een woning wordt aangemerkt;

1.58 woonboot:

een vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of bestemd is tot woonverblijf, niet zijnde een object dat valt onder de Woningwet;

1.59 woonzorg:

woonvorm waarbij een specifieke doelgroep, zoals ouderen, in een woonzorgvoorziening woont welke is gericht op het op verzoek kunnen leveren van zorg, huishoudelijke ondersteuning en service;

1.60 zeeschip:

een schip dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de vaart ter zee en dat blijkens zijn constructie voor de vaart ter zee is bestemd en is voorzien van een geldig document, afgegeven door het bevoegde gezag van het land waar het schip is ingeschreven, waaruit blijkt dat het geschikt is voor de vaart ter zee;

1.61 zorginstelling:

een gebouw of gedeelte van een gebouw met een oppervlak van minimaal 1.500 m², waar een specifieke doelgroep zoals ouderen woont die algemene en medische verzorging geniet en waar naast ruimten voor verzorging tevens bij de zorginstelling behorende ruimten als een winkel, eetzaal en overige nevenruimten bij zijn inbegrepen.