Plan: | Bedrijventerrein Overamstel |
---|---|
Plannummer: | U0808BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.U0808BPGST-OH01 |
Waterkwantiteit en berging
Door de aanleg van extra verharding (zoals bebouwing of wegen) neemt de belasting op het oppervlaktewatersysteem toe aangezien er minder neerslag naar het grondwater infiltreert. Om wateroverlast te voorkomen moet de extra belasting van het watersysteem gecompenseerd worden met de aanleg van extra waterberging. Hoogheemraadschap AGV hanteert hierbij de vuistregel dat bij aanleg van 1.000 m² extra verharding gecompenseerd moet worden door de aanleg van, een oppervlak ter grootte van 10% van het oppervlak van de extra verharding, aan extra oppervlaktewater. Daar het gebied afwatert naar het boezemwater, dient compensatie waterberging in de boezem gerealiseerd te worden.
Het plangebied is in de huidige situatie voor circa 80% verhard (10,7 ha). Bij de nieuwe inrichting is slechts in beperkte mate sprake van een toename van de verharding. Het bestemmingsplan geeft de mogelijkheid de bebouwing tussen de Nicolaas Tetterodestraat en de Abram Dudok van Heelstraat in de richting van de De Heusweg uit te breiden met circa 900 m². Hierdoor zou circa 100 m² extra oppervlak verhard worden.
Daarnaast is het mogelijk de Paul van Vlissingenstraat in te korten. Hierdoor ontstaat er ruimte om in een strook tussen het perceel van de voormalige Maple Leaf en de Spaklerweg en de bebouwing tussen de Abraham Dudok van Heelstraat en de Daniel Goedkoopstraat extra bebouwing te realiseren. In dit in de toekomst uitgeefbare terrein van 6.490 m² bevindt zich circa 2.240 m² onverhard oppervlak.
Indien dit onverharde oppervlakken verhard wordt (circa 2.340 m² onverhard oppervlak), moet er ter compensatie waterberging aangelegd worden van circa 235 m² oppervlaktewater.
De initiatiefnemer van de extra verharding moet voorafgaand aan het verharden de extra verharding compenseren. Als compensatielocatie valt te denken aan het pleintje aan de noordkant van de Abram Dudok van Heelstraat. Verder heeft de waterbeheerder aangegeven de watercompensatie integraal voor het gehele plangebied Overamstel te aanschouwen. Hierdoor kan het benodigde oppervlaktewater (235 m²) buiten het plangebied (bijvoorbeeld in deelgebied 1a of 5) aangelegd worden.
Daarnaast zullen bij de inrichting waar mogelijk maatregelen die hemelwaterafvoer vertragen (klinker verharding, groene daken, inrichting openbare ruimte en parken) toegepast worden.
Waterkwaliteit
Om verontreiniging van afstromend hemelwater, oppervlaktewater, grondwater en waterbodem tegen te gaan wordt het gebruik van uitlogende materialen tijdens de bouw- en gebruiksfase voorkomen. Ten aanzien van uitloogbare materialen zullen de richtlijnen van Waternet/AGV worden gevolgd (geen gebruik van PAK, lood, zink en koper).
Bij het beheer zal ook zo min mogelijk gebruik worden gemaakt van middelen die kunnen leiden tot verontreiniging van het oppervlakte- of grondwater. De wegen zullen regelmatig worden geveegd.
Neerslag die via drukbereden straten (met meer dan 500 voertuigbewegingen per dag, zoals de Spaklerweg) afstroomt moet afgevoerd worden naar het verbeterd gescheiden rioleringssysteem, of een daaraan gelijkwaardig stelsel. Neerslag die op een niet-verontreinigd oppervlak valt, moet zoveel mogelijk afgevoerd worden naar het oppervlaktewater.
Riolering en omgang met hemelwater
In het plangebied zal de riolering slechts zeer beperkt gewijzigd hoeven te worden (in elk geval voor de woonboten). In alle straten is reeds een gescheiden rioleringssysteem aanwezig. Een toename van de belasting op de verbeterde gescheiden riolering en op het hemelwaterriool (HWA) door wijzigingen in het bestemmingsplan wordt niet verwacht.
De te verwachten verkeersintensiteit op de wegen is zodanig dat geen randvoorzieningen worden voorzien voor aansluiting van deze oppervlakken op het HWA. Probleem bij de lozing op het oppervlaktewater is dat het gebied in de Duivendrechtsepolder (peil NAP-2,5 m) ligt maar dat de omliggende Duivendrechtse Vaart (boezempeil NAP-0,4 m) waarop het HWA-riool loost tot een ander watersysteem hoort. Aansluiting op water van het "eigen" watersysteem (bijvoorbeeld bij de van der Madeweg) vergt zeer lange en grote riolen. De huidige situatie met lozing op de Duivendrechtse Vaart, waarbij de waterkering gekruist wordt, blijft gehandhaafd, waarbij het aantal rioleringsuitlaten wordt geminimaliseerd.