direct naar inhoud van Hoofdstuk 14 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Bedrijventerrein Overamstel
Plannummer: U0808BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.U0808BPGST-OH01

Hoofdstuk 14 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

In het kader van artikel 1.3.1 Besluit ruimtelijke ordening ("participatie-artikel") heeft er op 8 december 2008 een gecombineerde inspraak- en participatieavond plaatsgevonden over het concept ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Overamstel, het nieuwe welstandskader, een onderzoek naar het parkeren op het Bedrijventerrein en de invoering van betaald parkeren in het kader van Voorrang voor een Gezonde Stad. De avond werd goed bezocht door zo'n 40 vertegenwoordigers van bedrijven en bewoners van de woonboten.

Ten aanzien van het bestemmingsplan is aangegeven dat het een juridische vertaling is van de ruimtelijk-programmatische onderlegger van het gebied. Het bedrijventerrein blijft een werkgebied, maar zal van karakter veranderen. De kwaliteit moet verbeteren zodat het gebied beter aansluit op de toekomstige woonwijk. Intensivering wordt mogelijk.

De relatie met het water van de Duivendrechtse Vaart en het van het zijkanaal tussen het bedrijventerrein en het Nuon-terrein moet op zoveel mogelijk plaatsen worden versterkt door middel van doorzichten, open ruimtes tussen bedrijven, en zichtlijnen vanuit de straten op het water. In het bestemmingsplan zijn rakken opgenomen voor woonboten. Twee woonboten liggen in een zichtlijn en zullen - in overleg - worden verplaatst. De bedoeling is dat de openbare ruimte op de wal langs de woonboten onder voorwaarden (geen hoge schuttingen, lage bebouwing en begroeiing) kan worden gebruikt ten behoeve van voortuinen, zodat de sociale controle op de langzaamverkeersroute toeneemt.

Vragen waren er vooral over de consequenties van die fiets- en voetgangersroute langs de woonboten in de Duivendrechtse Vaart en over de twee boten die de gemeente zou willen verplaatsen.

Verder is er tijdens de avond één officiële inspraakreactie op het welstandskader besproken en is informatie verstrekt over de invoering van betaald parkeren door Voorrang voor een Gezonde Stad. Er werden vooral vragen gesteld over de termijn, over de normering van het aantal parkeervergunningen per bedrijf en over de wijze van aanvragen.

Artikel 3.1.1-Bro-overleg

In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het concept ontwerp bestemmingsplan verzonden aan:

  • 1. Provincie Noord-Holland;
  • 2. Vrom-Inspectie, Regio Noord-West;
  • 3. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, directie Noord-West;
  • 4. Ministerie van Economische Zaken;
  • 5. Rijksdienst Monumentenzorg;
  • 6. Directeur Landbouw, Natuur en Openluchtrecreatie;
  • 7. Burgemeester en wethouders van de gemeente Ouder-Amstel
  • 8. Dagelijks Bestuur stadsdeel Oost/Watergraafsmeer;
  • 9. Waternet;
  • 10. ORAM;
  • 11. Kamer van Koophandel Amsterdam;
  • 12. Stadsregio Amsterdam;
  • 13. Inspectie Verkeer en Waterstaat.

Van de instanties genoemd onder 3, 4, 5, 6, 8, 10, 11, 13 is geen reactie ontvangen. De overige reacties zijn hieronder samengevat en beantwoord.

Provincie Noord-Holland

  • In het bestemmingsplan is middels een ontheffingsmogelijkheid de mogelijkheid opgenomen maximaal twee vestigingen voor perifere detailhandel van maximaal 1.500 m2 per vestiging toe te staan. De provincie heeft recent Detailhandels- en leisurebeleid voor Noord-Holland vastgesteld waarin onder meer is bepaald dat dergelijke grootschalige ontwikkelingen (> 1.500 m2 op perifere locaties) voorgelegd moeten worden aan de regionale adviescommissie. Voor de Stadsregio Amsterdam fungeert in dit verband de Regionale Commissie Winkelplanning (RCW). De provincie acht het van belang dat de adviesrol van deze commissie wordt vastgelegd in de voorschriften betreffende de daarin geregelde ontheffingsmogelijkheid.

Reactie

  • Middels een ontheffing is detailhandel in volumineuze goederen mogelijk tot maximaal 1.500 m2 bvo per vestiging. Volgens genoemd beleid is pas regionale afstemming noodzakelijk bij detailhandel ontwikkelingen die groter zijn dan 1.500 m2 . Dergelijke grootschalige voorzieningen maakt het onderhavige bestemmingsplan echter - ook met toepassing van de ontheffingsmogelijkheid - niet mogelijk.

Vrom-Inspectie, Regio Noord-West

De Vrom-Inspectie geeft aan de reacties van alle belanghebbende regionale rijksdiensten te coördineren en in één reactie te verwoorden.

Luchtkwaliteit

  • In het luchtkwaliteitonderzoek "Onderzoek luchtkwaliteit Overamstel" van 21 december 2007 is onderzocht of het plan voldoet aan de Wet luchtkwaliteit van 15 november 2007. Er wordt echter enkele keren inhoudelijk gerefereerd aan het Besluit luchtkwaliteit 2005. Het verzoek is het rapport op dit punt aan te passen.
  • In het genoemde luchtkwaliteitonderzoek is gerekend met het destijds meest recente rekenmodel CAR II versie 6.1.1. Inmiddels is er een recentere CAR II versie beschikbaar; 7.0.1. Aangegeven wordt na te gaan of dit consequenties heeft voor de uitgevoerde berekening en zonodig de rapportage hierop aan te passen.

Externe veiligheid

  • In de toelichting wordt niets vermeld over het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg of water. Het verzoek is de toelichting op dit punt aan te passen.

Luchthavenindelingsbesluit (LIB)

  • Het LIB kent ook regels in verband met eventuele vogelaantrekkende werking. Het verzoek is hier aandacht te besteden in de toelichting.

Geluid

  • In de toelichting wordt terecht vermeld dat woonboten voor de Wet geluidhinder geen gevoelige objecten zijn. De VRom-Inspectie wijst op het feit dat in het kader van de modernisering van de geluidregelgeving de lijst met geluidgevoelige objecten momenteel kritisch wordt bezien. Onderzocht wordt of het wettelijk regime met betrekking tot woonschepen niet zodanig is veranderd dat binnen de systematiek van de Wet geluidhinder wel een adequate bescherming (hiervoor) kan worden gegeven. De Vrom-Inspectie geeft daartoe in overweging om, vooruitlopend op de toekomstige wijziging van de Wet geluidhinder, de woonboten te beschouwen als geluidgevoelig objecten.

Reactie

Luchtkwaliteit

  • In het genoemde luchtkwaliteitonderzoek is getoetst of onder meer dit bestemmingsplan in overeenstemming is met de 'Wet luchtkwaliteit', oftewel hoofdstuk vijf, titel twee van de Wet milieubeheer. Hieruit blijkt dat alleen in 2010, wanneer de norm voor stikstofdioxide van kracht wordt, er een overschrijding van de norm voor stikstofdioxide op de A2 ten zuiden van knooppunt Amstel plaatsvindt. Het effect van de ontwikkeling van Overamstel is op deze locatie echter kleiner dan de 1% verslechtering die maximaal toegestaan is volgens het 'Besluit in betekenende mate' (2007) dat sinds 15 november 2007 van kracht is. De overige luchtverontreinigingscomponenten (zwaveldioxide, koolmonoxide, benzeen en lood) overschrijden de grenswaarden niet. Dit geldt voor zowel de huidige situatie als alle toekomstige scenario's.

    Abusievelijk wordt in het onderzoek inderdaad twee maal het vervallen Besluit luchtkwaliteit 2005 genoemd, in noot 9 en 17 waar het gaat over de 'zeezoutcorrectie' van 6 µg/m3. Echter ook de 'Wet luchtkwaliteit' kent de mogelijkheid een dergelijke correctie toe te passen en wel in artikel 35, lid 6 jo. bijlage 4 van de bij de 'Wet luchtkwaliteit' behorende 'Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007'. Ook daar bedraagt de correctie die voor de regio Amsterdam mag worden toegepast 6 µg/m3.
    De conclusie is dan ook dat het plan in overeenstemming is met de 'Wet luchtkwaliteit'. Vanwege bovengenoemde verschrijvingen in twee voetnoten wordt het niet noodzakelijk geacht het luchtonderzoek aan te passen; materieel verandert er immers niets.
  • Momenteel wordt er een actualisatie van het bestaande luchtonderzoek verricht. De verwachting is dat deze actualisatie gereed is ruim voordat dit bestemmingsplan vastgesteld gaat worden.

Externe veiligheid

  • Vervoer van gevaarlijke stoffen over (vaar) wegen is voor het onderhavige plangebied niet aan de orde. Paragraaf 7.5.3 van de toelichting is hierop aangepast.

Luchthavenindelingsbesluit (LIB)

  • Het gebied ligt ver buiten het Vogelvrijwaringsgebied dat rondom Schiphol is gesitueerd. Hoofdstuk 8 van de toelichting is hierop aangepast.

Geluid

  • Volgens de vigerende Wet geluidhinder zijn woonboten geen geluidgevoelige objecten. Indien - vooruitlopend op mogelijke toekomstige wetgeving - de woonboten toch als geluidgevoelig object zouden worden beschouwd, zou dit als onwenselijke consequentie hebben dat dit beperkingen stelt aan de vigerende bedrijven in het plangebied. Zoals in paragraaf 5.3.1 beschreven is het van belang dat het gebied blijft functioneren als vestigingsgebied voor reguliere bedrijfsfuncties. Mede gezien het beperkte aanbod van vestigingsmogelijkheden voor reguliere bedrijfsfuncties in de Zuidoostlob. In de toelichting is uiteengezet waarom de woonboten hier planologisch aanvaardbaar worden geacht.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Ouder-Amstel

  • De gemeente Ouder-Amstel wijst erop dat in het bestemmingsplan erg krappe parkeernormen worden gehanteerd. Gevreesd wordt dat dit tot verschuiving van de parkeerdruk leidt naar de bebouwde kom van Duivendrecht. Daar komt bij dat Amsterdam op het Amsterdamse deel van het bedrijventerrein Amstel Business Park betaald parkeren wil invoeren en de openbare parkeerplaatsen op het bedrijventerrein wil opschonen.
    Gewezen wordt op het afsprakenkader Overamstel waarin is aangegeven dat Amsterdam medeverantwoordelijk is voor het oplossen van de parkeerproblematiek in Ouder-Amstel. Verzocht wordt aan te geven op welke wijze Amsterdam deze medeverantwoordelijkheid gaat invullen.

Reactie

  • De parkeernormen die in het bestemmingsplan worden gehanteerd zijn in overeenstemming met de parkeernomen zoals deze zijn verwoord in de nota "Locatiebeleid Amsterdam" hetwelk in april 2008 door de gemeenteraad is vastgesteld. De nota bevat een aanvullend toetsingskader van het structuurplan Amsterdam.
    Voor bedrijven en kantoren wordt in deze nota een parkeernorm van 1:125 m2 bvovoorgeschreven. Voor overige functies (bijvoorbeeld leisure en religieuze instellingen) wordt conform de genoemde nota de CROW-parkeercijfers gehanteerd als hulpmiddel voor het vaststellen van het aantal parkeerplaatsen.
    Het invoeren van een parkeerregime is een van de maatregelen die voortvloeien uit het plan "Voorrang voor een Gezonde Stad", hetwelk ten doel heeft de luchtnormen binnen de gemeente Amsterdam te verbeteren. Aan dit door de Centrale Stad opgestelde programma dient - ook in het kader van dit bestemmingsplan - gevolg te worden gegeven. Dat door het invoeren van betaald parkeren de parkeerdruk opschuift naar gebieden waar (nog) geen parkeerregime geldt, had dan ook naar voren moeten worden gebracht bij de opstellers van het plan "Voorrang voor een Gezonde Stad". Dit debat kan dan ook niet in het onderhavige bestemmingsplan (alsnog) worden gevoerd.

Waternet

  • In de reactie wil Waternet haar uitgangspunten met betrekking tot de (integrale) waterhuishouding (oppervlaktewater, riolering, regenwaterafvoer, grondwater en dergelijke) onder de aandacht brengen.
  • In paragraaf 9.5 is de tekst opgenomen dat "Sinds het project Spongejob Zuidas is het echter ook mogelijk binnen het beheersgebied van AGV extra verharding te compenseren met alternatieve waterberging". Alternatieve berging is echter pas aan de orde indien het watersysteem binnen het plangebied op orde is. Aangezien dit hier niet het geval is, is dit echter niet aan de orde. Het verzoek is om de gewraakte passage te laten vervallen.
  • De daarop volgende zin "de compenserende waterberging moet zoveel mogelijk binnen de polder van het plangebied gerealiseerd worden" dient in dit kader te worden vervangen door de zin: "Daar het gebied afwatert naar het boezemwater, dient compensatie waterberging in de boezem gerealiseerd te worden".
  • Verzocht wordt in paragraaf 9.5 onder de kop Waterkwaliteit na "gescheiden rioleringssysteem" toe te voegen "of een daaraan gelijkwaardig stelsel". Daarnaast wordt opgemerkt dat onder de kop Riolering en omgang hemelwater niet overal een verbeterd gescheiden rioleringssysteem aanwezig is. verzocht wordt het woord "verbeterd" te schrappen.
  • Verzocht wordt een begrip toe te voegen namelijk Waterkering: een strook grond dat het lager gelegen gebied beschermt tegen inundatie (onder water lopen).
  • Verzocht wordt in artikel 15.2.2 en 15.3.3, lid b (dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering) toe te voegen dat Burgemeester en wethouders bevoegd zijn ontheffing te verlenen "na overleg met de keringbeheerder".
  • Ten slotte verzoekt Waternet de volledige zone van de waterkering (beschermingszone buitendijks van 15 meter, kernzone van 3 meter en beschermingszone binnendijks van 15 meter) aan te geven.

Reactie

  • De opmerkingen aangaande de toelichting zijn allen verwerkt.
  • In de begrippenlijst (artikel 1) is een beschrijving van het begrip waterkering opgenomen. Deze wijkt tekstueel iets af dan de door Waternet voorgestelde, maar komt overeen met de standaardbegrippenlijst uit het Handboek Amsterdamse bestemmingsplannen. Dit begrip heeft overigens (ook) de goedkeuring van Waternet.
  • De bevoegdheid een ontheffing te verlenen van het verbod onder peil te bouwen is een bevoegdheid van burgemeester en wethouders. Een dergelijke ontheffing wordt pas verleend indien samen met de aanvraag tot het nemen van een ontheffing een rapport wordt overlegd waarin naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgelegd dat geen aantasting plaatsvindt van het waterkerend vermogen van de waterkering. Om dit te kunnen vaststellen is overleg met Waternet nodig. De toelichting is op dit punt aangevuld (paragraaf 12.3.2 onder artikel 15).
    Overigens zal in voorkomende gevallen ook een ontheffing van de Keur noodzakelijk zijn. Deze ontheffing dient bij waternet te worden aangevraagd.
  • Zoals in de waterparagraaf is aangegeven is op de plankaart louter de kernzone van de waterkering aangegeven middels de dubbel bestemming "Waterstaat-waterkering". In de bouwregels bij artikel 3.2 is hier ook een bepaling aan gewijd die het verbiedt nieuwbouw binnen deze dubbelbestemming te bouwen. Dit aangezien de kernzone gevrijwaard dient te blijven van bebouwing. Deze bepaling is in overleg met Waternet tot stand gekomen. Dat de binnen en buitendijkse beschermingszone niet op de plankaart staat aangegeven betekent niet dat binnen deze zones alles is toegestaan; hier mag alleen gewerkt worden met een keurontheffing van het Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht (AGV).

Stadsregio Amsterdam

  • In hoofdstuk vier wordt het Regionaal Verkeer en Vervoerplan gemist met daarin aandacht voor het regionaal verkeer en vervoer beleid. Ook dient aandacht te worden besteed aan de afspraken in het kader van het Plabeka.
  • De goede bereikbaarheid van het plangebied wordt onderschreven. Gevraagd wordt ook voor aandacht naar voldoende fietsparkeervoorzieningen bij het metrostation Overamstel ter bevordering van het gebruik van de fiets.
  • Het aandeel fietsverplaatsingen in Amsterdam ligt hoger dan in de toelichting wordt gesuggereerd namelijk 30%. Het verdient dan ook aanbeveling het huidige en toekomstige gewenste aandeel van de fiets nog eens goed tegen het ligt te houden.
  • De stadsregio vraagt ten slotte in het bestemmingsplan ook aandacht te besteden aan goederenvervoer. Dit wordt nu nog gemist.

Reactie

  • De toelichting (paragraaf 4.3) is uitgebreid met een paragraaf die handelt over het relevante regionale beleid. De door de stadregio aangevoerde onderwerpen worden hier behandeld.
  • In het plangebied is volop aandacht voor fietsers, onder meer door te voorzien in voldoende fietsparkeervoorzieningen. Verwezen wordt naar paragraaf 6.5 waar het specifiek over dit onderwerp gaat. Voor het metrostation Overamstel geldt dat dit bestemmingsplan het mogelijk maakt hier voorzieningen ten behoeve van de metro mogelijk te maken; hier kunnen ook fietsparkeerplaatsen onder worden verstaan.
  • Het aandeel fietsverplaatsingen in Amsterdam is in de toelichting (paragraaf 6.4) veranderd van 21% naar 30%. Het stimuleren van fietsgebruik is reeds een belangrijk onderdeel van het plan Overamstel. Met investeringen in vrijliggende fietspaden en twee voet/fietsbruggen wordt een impuls gegeven aan het fietsverkeer.
  • In het nog op te stellen inrichtingsplan voor de openbare ruimte zal goederenvervoer nadrukkelijk aandacht krijgen. Door het inkorten van de Paul van Vlissingenstraat zal de verkeerskundige situatie bijvoorbeeld worden verbeterd.