direct naar inhoud van 4.2 Provinciaal beleid
Plan: Bestemmingsplan ArenAPoort West Kavel 17
Plannummer: T0901BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.T0901BPGST-OH01

4.2 Provinciaal beleid

Streekplan Noord-Holland Zuid
De provincie Noord-Holland zet in haar streekplan in op het maximaal bouwen voor wonen, werken en voorzieningen binnen het bestaand stedelijk gebied. Daarbij wordt ingezet op intensiveren, combineren en transformeren. Het streekplan heeft de gehele zone tussen de autosnelweg A2 en de spoorlijn Amsterdam-Utrecht aangemerkt als mogelijk te ontwikkelen stedelijk gebied.

Regionaal Verkeer en Vervoerplan

Het Regionaal Verkeer- en Vervoerplan (RVVP) beschrijft de wijze waarop de stadsregio Amsterdam invulling wil geven aan het verkeer- en vervoerbeleid tot 2015.

In de komende jaren staat de regio Amsterdam een aantal grote veranderingen te wachten. Er zullen in de Noordvleugel aanzienlijke investeringen worden gedaan op het gebied van wonen en werken. Economisch belangrijke locaties als mainport Schiphol en de Zuidas worden verder uitgebreid om de internationale concurrentiekracht van de regio te kunnen handhaven.

Ontwikkelingen als deze hebben grote gevolgen voor de mobiliteit, die sterk zal toenemen. Het in goede banen leiden van deze verkeersgroei vraagt een stevige aanpak en een duidelijk plan.

Het Regionaal Verkeer- en Vervoerplan is opgesteld binnen de ambities die de ROA-gemeenten gezamenlijk hebben geformuleerd. Deze ambities zijn: het creëren van een gezonde, gedifferentieerde economie met internationale concurrentiekracht; het bieden van een goed sociaal klimaat aan de inwoners en het zorgen voor een duurzame leefomgeving. De mobiliteitsgroei wordt hierbij als gegeven geaccepteerd. Om voldoende recht te doen aan de genoemde

ambities, zal deze groei echter wel goed moeten worden opgevangen. De regio mag niet aan zijn eigen succes ten onder gaan. De groeiende mobiliteit mag niet leiden tot onbereikbaarheid en aantasting van de leefbaarheid.

De regio Amsterdam staat hierbij overigens niet op zichzelf maar maakt deel uit van de Noordvleugel van de Randstad, dat in (inter-)nationale context als 'stedelijke netwerkregio' fungeert met de mainport Schiphol en het zeehavencomplex als belangrijke factoren voor de regionale en nationale economie.

De bereikbaarheidsopgaven vragen om een samenhangende aanpak. De hoofdlijnen van beleid zijn samen te vatten in de volgende vijf strategieën, die worden ondersteund door een vijfde strategie op het terrein van organisatie, samenwerking en financiering:

  • 5. samenhangend netwerk: er worden regionale netwerken gedefinieerd voor de auto, het openbaar vervoer en de fiets;
  • 6. Gebiedsgerichte aanpak: de problemen worden meer gebiedsgewijs aangepakt, zodat oplossingen aansluiten op de kenmerken van het gebied en de aard en omvang van de (toekomstige) problematiek ter plaatse;
  • 7. Prijsbeleid: met het versterken van prijsprikkels op zowel het niveau van de verkeersdeelnemer als op het niveau van de ruimtelijke keuzes kan reisgedrag worden bijgestuurd;
  • 8. Duidelijke keuzes voor leefbaarheid en veiligheid: in dit RVVP staat bereikbaarheid voorop maar niet tegen elke prijs. Het ROA streeft ernaar leefbaarheid en veiligheid per saldo niet te laten verslechteren, ondanks de groeiende mobiliteit. Voor verkeersveiligheid zijn de landelijke doelstellingen uitgangspunt voor het regionaal beleid;
  • 9. Slagvaardige samenwerking en financiering: voor de uitvoering van het in dit RVVP beschreven beleid is samenwerking nodig met diverse partijen, zowel markt als overheid, en zowel binnen als buiten de sector verkeer-envervoer.

De vijf strategieën dragen samen bij aan het bereiken van de doelen van het RVVP.

Regionale OV-visie

De Amsterdamse regio ontwikkelt zich tot metropool die concurreert met andereEuropese metropolen. Beter openbaar vervoer moet daar een impuls aan geven.

Omdat de aanleg van infrastructuur een lange adem vergt, moet een OV-visie ver vooruit kijken. Na de vaststelling is deze visie het uitgangspunt voor projecten op korte, middellange en lange termijn.

Op 24 juni 2008 is de OV-Visie 2010-2030 vastgesteld door de Regioraad.
De Visie is leidraad voor het investeringsprogramma van de regio. Gezien de ambitie voor één metropolitaan OV-net, presenteert de Stadsregio de verbeteringen als één pakket noodzakelijke projecten.

De OV-Visie 2010-2030 wordt samen met gemeenten van de Stadsregio Amsterdam, aangrenzende overheden, maatschappelijke organisaties (reizigersverenigingen) en vervoerbedrijven ontwikkeld. De Stadsregio Amsterdam staat een flinke kwaliteitsverbetering van het OV-netwerk voor ogen.

De Stadsregio ambieert een openbaar vervoer met een groter aandeel in de totale mobiliteit. Hoewel de auto dominant blijft, moet de stadsregio vanuit leefbaarheid en bereikbaarheid minder afhankelijk worden van die auto. Dat past bij het streven om te groeien binnen de grenzen van leefbaarheid en landschappelijke kwaliteit. Dat kan door het openbaar vervoer 'van deur tot deur' sneller, betrouwbaarder en comfortabeler te maken. En door de groei van het autoverkeer binnen de perken te houden op plaatsen en tijden waar dat voor de bereikbaarheid en leefbaarheid nodig is. Resultaat is een samenhangend en betrouwbaar openbaar vervoer, dat voor reizigers uit de stadsregio, uit de rest van Nederland en uit het buitenland transparant en toegankelijk is. Het openbaar vervoer komt overal in de stadsregio herkenbaar terug en vormt zo het uitnodigende visitekaartje van de metropool Amsterdam. En het kan de vergelijking doorstaan met openbaar vervoer van andere metropolen.

Voor een nadere beschouwing op dit aspect wordt verwezen naar hoofdstuk 9 van de plantoelichting dat handelt over Verkeer en parkeren, openbaar vervoer en waarin onder meer de bereikbaarheid van de planlocatie aan de orde komt.