Plan: | Bestemmingsplan Stationsgebied CAN |
---|---|
Plannummer: | N0904BPSTD |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.N0904BPSTD-OH01 |
In deze paragraaf wordt het programma weergegeven zoals dat ten grondslag heeft gelegen aan voorliggend bestemmingsplan. Dit houdt niet in dat alle uitgangspunten 1 op 1 vertaald zijn in de bestemmingsplanregeling. Diverse aspecten zijn met het oog op de flexibiliteit van het bestemmingsplan globaler geregeld.
Het te ontwikkelen programma in het Stationsgebied bestaat uit ruim 400 woningen, circa 12.000 m2bruto vloeroppervlak (bvo) voor kantoren, circa 35.200 m2 bvo voor maatschappelijke functies, circa 34.700 m2 bvo voor horeca, consumentverzorgende dienstverlening, zakelijke dienstverlening, cultuur en ontspanning, detailhandel en sport waarbij maximaal 1 bioscoop (maximaal 2.500 stoelen, verdeeld over maximaal 12 zalen). In het Stationsgebied is maximaal circa 1.000 m2 bvo aan winkelvoorzieningen toegestaan. Het programma kent vervolgens een flexibel deel: 48.800 m2 bvo. Deze m2 bvo kunnen in eerste instantie worden toegekend aan kantoren, dus bovenop de 12.000 m2 bvo die reeds aan kantoren zijn toegedeeld. In totaal kan dus 63.800 m2 bvo aan kantoren gerealiseerd worden. Indien en voor zover die 51.800 m2 bvo niet ten behoeve van kantoren worden gebruikt, kunnen die worden toebedeeld aan de functies: maatschappelijk, horeca, consumentverzorgende dienstverlening, zakelijke dienstverlening, cultuur en ontspanning en sport. Die 51.800 m2 bvo geldt in dat geval voor de genoemde functies tezamen.
Wonen
Wonen in het Stationsgebied zal in het bijzonder twee- en éénpersoonshuishoudens trekken, zowel starters als ouderen (55+). Het toevoegen van woningen op geschikte strategische plekken in het gebied draagt bij aan de levendigheid van het gebied, ook in de avonduren. Essentieel in het plan is dat er op een aantal plekken gewoond wordt. Zowel voor de beleving van de pleinen en straten zelf in het Stationsgebied CAN en om te voorkomen dat er anders een grote afstand ontstaat tussen het station en de bewoonde gebieden in het CAN zoals het winkelcentrum en Elzenhagen.
Kantoren
Het gebied Centrum Amsterdam Noord is vanwege de nabije ligging van de A10 en de Nieuwe Leeuwarderweg een aantrekkelijke werklocatie en tevens zichtlocatie. De aanwezigheid van de integrale vervoersknoop maakt het Stationsgebied bijzonder geschikt voor kantoren. De nabijheid van het winkelcentrum en het multifunctionele karakter van het Stationsgebied geeft het gebied als werkomgeving een extra dimensie waardoor het Stationsgebied CAN zich in positieve zin kan onderscheiden van andere kantoorlocaties. N.a.v. Plabeka 1 en 2 is met het aantrekken van kantoorprogramma terughoudendheid geboden en vooralsnog een stap terug gezet van 63.800 m2 naar 12.000 m2.
Commerciële ruimten
In het Stationsgebied CAN is circa 34.700 m2 bvo voor commerciële-, multifunctionele- of bedrijfsruimte voorzien. Hiervan is slechts een beperkt deel van het programma beschikbaar voor winkels (1.000 m2bvo). Het meest wenselijk zijn winkels nabij de noordelijke stationshal (Termini) en de stijgpunten, op de oostkavel ten zuiden van de Zuidstraat (Gare du Nord) en op de hoeken van het plein Kings Cross. In het blok van het scholencomplex is reeds 450 m2 BVO vergund voor detailhandel. Daarmee is er aanvullend alleen nog 550 m2 BVO toegestaan in de rechterhelft van het plangebied.
Parkeren
Volgens de parkeernormering en het programma voor heel Stationsgebied CAN moet rekening worden gehouden met ca. 1.500 tot 1.750 plaatsen. Dit kunnen inpandige bovengrondse of ondergrondse parkeervoorzieningen zijn. In de stedenbouwkundige uitwerking en het investeringsbesluit zijn parkeernormen gehanteerd. Deze komen voort uit het stedelijk beleid en de normering uit het ASVV (Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom) voor zeer stedelijk gebied. De parkeernorm is ook opgenomen in de algemene gebruiksregels van dit bestemmingsplan. Deze norm geldt zowel als minimum als maximum.
Om ten behoeve van dit Bestemmingsplan een goed invulling te kunnen geven aan het parkeren is in 2010/2011 in opdracht van Projectbureau Noordwaarts de parkeervisie Stationsgebied Centrum Amsterdam Noord opgesteld (eindrapport 20 juni 2011).Ten opzichte van het Stedenbouwkundig Uitwerkingsplan uit 2007 is in de Parkeervisie Stationsgebied het principe van parkeren op eigen bouwkavel losgelaten om het parkeren binnen het gehele plangebied effectiever en efficiënter te kunnen regelen. In de visie wordt uitgegaan van de doelgroepbenadering: iedere doelgroep (bewoners, werknemers, bezoekers) wordt op basis van specifieke wensen en parkeergedrag binnen het plangebied een passende parkeervoorziening geboden. Kort samengevat komt de doelgroepbenadering op het volgende neer:
- Bewoners parkeren overwegend in de bij het eigen wooncomplex behorende parkeervoorziening;- Voor werknemers hebben de ontwikkelaars de vrijheid om parkeerplaatsen op eigen terrein te realiseren of (deels) te kiezen voor een centrale oplossing;- Bezoekers en werknemers van voorzieningen in één van de centrale voorzieningen in het gebied.
Grootste voordeel van deze benadering is dat met een gering aantal grotere parkeervoorzieningen kan worden volstaan. Dit maakt ook dubbelgebruik mogelijk, wat per saldo een betere benutting van de aanwezige parkeercapaciteit betekent. Het programma in het gebied voorziet in een aantal opeenvolgende stappen in de volgende (centrale) parkeervoorzieningen. 1. Vooralsnog zijn de komende jaren de ruim 150 parkeerplekken ten westen van het stadsdeelhuis in de openbare ruimte beschikbaar. Beoogde gebruikers: werknemers en bezoekers van het stadsdeelhuis, het ROC en de M1 woontoren.
2. In een van de oren wordt in aansluiting op het metro/busstation een P+R voorziening gerealiseerd. Deze kan worden aangevuld/gecombineerd met parkeerplaatsen voor het bestemmingsparkeren voor doelgroepen uit het Stationsgebied.
3. Aangezien de Z-kavels in de zuidzijde van het gebied voorlopig niet bebouwd zullen worden kan ook daar een eventuele groeiende parkeervraag opgevangen worden. In eerste instantie kan worden volstaan met een parkeerterrein op maaiveld, wat circa 115 plaatsen oplevert. Wanneer op termijn de Z-kavels worden ontwikkeld kan dit parkeerterrein tot een volwaardig gebouwde parkeervoorziening.
Uitgangspunt in de visie is dat de gemeente zorg draagt voor voldoende parkeercapaciteit in centrale parkeervoorzieningen. Dit kan deels tijdelijk op maaiveld ( Z kavel ) en deels in het 'oor'. De investeringskosten voor beide locaties zijn beperkt en sluiten aan op de parkeerbehoefte (vraag-volgend). Tegenover de investeringskosten staan inkomsten uit abonnementen (werknemers) en automaatinkomsten (bezoekers), kortom de gebruiker betaald voor de parkeeroplossingen.
Actuele beleidsintenties en het Actieplan Luchtkwaliteit zijn voor de gemeente Amsterdam aanleiding tot diverse maatregelen. Een daarvan is de uitbreiding van de capaciteit voor Park + Ride (P+R) voorzieningen, gekoppeld aan het terugdringen van het autoverkeer naar de binnenstad. Al eerder was daarvoor de omgeving van de openbaar vervoersknoop Buikslotermeerplein en dan specifiek 'de oren' in beeld als een ideale locatie voor een P+R voorziening. November 2010. is dit door het College van B&W herbevestigd waarbij voor een gefaseerde ontwikkeling is gekozen, met in eerste fase een simpel parkeerterrein op maaiveldniveau. Door de gekozen tariefstelling en betalingssystematiek is een combinatie met bestemmingsparkeren voor het Stationsgebied een aantrekkelijke mogelijkheid.
Fietsparkeren
Bij voorzieningen is fietsparkeren op straat zeer beperkt mogelijk. Er komt een grote bewaakte fietsenstalling bij het station. De fietsparkeernorm voor de publiekstrekkende functies komt uit het Beleidskader fietsparkeren. Voor de woningen worden de fietsparkeerrichtlijnen uit de beleidsnotitie Een verschil van Dag en Nacht, gehanteerd. Voor de overige functies, niet zijnde functie publiekstrekkende bestemmingen, worden de CROW normen gehanteerd en gelden de normen uit het Bouwbesluit. Uitgangspunt is dat fietsen zoveel mogelijk inpandig worden geparkeerd (woningen en kantoren/bedrijven). Dit wordt daar waar mogelijk meegegeven in de bouwenveloppen. Voor functie gerelateerde bezoekers zal in een volgende fase nader onderzoek moeten worden gedaan naar fietsparkeren in relatie tot het programma dat wordt gerealiseerd. In het maaiveldontwerp en de eisen m.b.t. de bouwkavels wordt dit verder uitgewerkt. Fietsparkeren nabij de toegangen en de stijgpunten van het openbaar vervoer is niet wenselijk. Met de inrichting van de openbare ruimte rondom de OV-knoop zal getracht moeten worden wildparkeren te ontmoedigen en het gebruik van de centrale fietsenstalling aantrekkelijk en goed bereikbaar te maken.