Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Ouderkerkerdijk 225
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0363.M1003BPSTD-VG01

4.8 Water

4.8.1 Algemeen
Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle relevante ruimtelijke plannen en besluiten die een effect kunnen hebben op het watersysteem. De meerwaarde van de watertoets is dat zij zorgt voor vroegtijdige systematische aandacht voor het meewegen van wateraspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het gaat daarbij om alle waterhuishoudkundige aspecten, waaronder het systeem van oppervlaktewater, grondwater, hemelwater, de waterkeringen en de waterkwaliteit.
 
De waterparagraaf is het resultaat van het overlegproces met de waterbeheerder (de watertoets) en geeft inzicht in de wijze waarop het geldende waterbeleid is vertaald naar de plankaart en de voorschriften van het uitwerkingsplan. Daarbij wordt een beschrijving gegeven van de wijze waarop bij het plan rekening is gehouden met de gevolgen van toekomstige ontwikkelingen voor de waterhuishouding. De watertoets is bedoeld om de gevolgen van ruimtelijke plannen voor het functioneren van het watersysteem in beeld te brengen. Als negatieve effecten optreden, worden alternatieven voor het voorgestelde plan beschreven en wordt een overzicht gegeven van compenserende en mitigerende maatregelen.
 
In het plangebied van locatie Klarenbeek is Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) de waterbeheerder. Op 1 januari 2006 is Waternet, de uitvoerende organisatie van Hoogheemraadschap AGV, officieel gestart. Het is een nieuw bedrijf voortkomend uit Hoogheemraadschap AGV, het Waterleidingbedrijf Amsterdam, Dienst Waterbeheer en Riolering van Amsterdam. Waternet voert de waterbeheertaken uit namens Hoogheemraadschap AGV en voor de gemeente Amsterdam voert Waternet de grondwaterzorgtaak, afvalwaterinzameling en drinkwaterlevering uit.
   
De Provincie Noord-Holland heeft haar visie en beleid vastgelegd in haar waterplan 2010-2015 "Beschermen, Benutten, Beleven en Beheren" d.d. 16 november 2009. In het waterplan beschrijft de Provincie de kaders voor het waterbeheer in Noord-Holland. Binnen de kaders nemen hoogheemraadschappen, waterleidingbedrijven en gemeenten maatregelen om inwoners te beschermen tegen wateroverlast, de kwaliteit van het water te verbeteren en te zorgen voor voldoende wateraan- en afvoer. Met het Waterplan investeert de provincie in klimaatbestendig waterbeheer en speelt derhalve een centrale rol in het Waterplan.
4.8.2 Regelgeving
Toepasselijk recht
 
Kaderrichtlijn water
De Kaderrichtlijn water (KRW) is een Europese richtlijn gericht op de verbetering van de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. De KRW maakt het mogelijk om verontreiniging van oppervlaktewater en grondwater internationaal aan te pakken. De Kaderrichtlijn water moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in 2015 op orde is. In dat jaar moet het oppervlaktewater voldoen aan de gestelde waterkwaliteitseisen die afhankelijk zijn van onder meer het type water.
De KRW wordt op dit moment ingepast in de Nederlandse regelgeving. Milieudoelstellingen en maatregelen zullen waarschijnlijk eind 2009 vastliggen. Deze doelstellingen en maatregelen zullen moeten worden meegenomen in de watertoets en werken zodoende door in de waterparagraaf. Tot die tijd moet voorkomen worden dat overheden besluiten nemen die een achteruitgang van de waterkwaliteit tot gevolg hebben.
 
Keur
De meest de recente versie van de Integrale Keur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV)  is op 26 november 2009 vastgesteld. De Keur van het Hoogheemraadschap AGV is gericht op het beschermen van de wateraan- en afvoer, de bescherming tegen wateroverlast en overstroming en op het beschermen van de ecologische toestand van het watersysteem. In de Keur zijn verschillende geboden en verboden opgenomen, waarop echter door het waterschap ontheffing kan worden verleend. Een aantal artikelen van de Keur zijn bij dit bestemmingsplan bijzonder van belang, te weten:
  • Artikel 2.1.1:
    1. Het bestuur kan gerechtigden van percelen op of nabij waterstaatswerken, die worden gebruikt voor het houden van dieren, verplichten afrasteringen aan te brengen;
    2. Het bestuur kan gerechtigden van (percelen op) waterkeringen die worden gebruikt voor het houden van dieren beperkingen opleggen ten aanzien van type en aantallen dieren en de wijze van beweiding;
    3. Het bestuur kan nadere regels stellen omtrent afrasteringconstructies en wijze van plaatsing. Voordat afrasteringen worden aangebracht dient het hoogheemraadschap schriftelijk te hebben ingestemd met de wijze van samenstelling en aanbrenging van de afrastering;
    4. Door het hoogheemraadschap geplaatste afrasteringen mogen alleen met schriftelijke toestemming van het bestuur worden verwijderd;
  • Artikel 3.1.1, eerste lid onder a,b: het is verboden zonder vergunning van het bestuur om binnen de kernzone en beschermingszones van waterkeringen en de kernzone van beschermende gronden:
    1. te graven of grond te verwijderen;
    2. werken aan te brengen, te hebben, of te verwijderen, die op een diepte van meer dan 0,5 meter in de ondergronde verankerd of gelegen zijn;
  • Artikel 3.2.1, eerste lid onder b,c en d: het is verboden zonder vergunning van bestuur primaire, secundaire en tertaire wateren:
    1. geheel of gedeeltelijk te dempen;
    2. van richting, vorm, afmeting of constructie te veranderen;
    3. In afwijking van het gestelde in Lid c het wateroppervlak te vergroten zonder dit vooraf te melden aan het hoogheemraadschap.
  • Artikel 3.7.1: Het is zonder vergunning van het bestuur verboden: In stedelijk en glastuinbouwgebied meer dan 1000 vierkante meter verhard oppervlak aan te brengen. In overig gebied meer dan 5000 vierkante meter verhard oppervlak
Toepasselijk beleid
  
Anders omgaan met water: Waterbeleid in de 21ste eeuw
Dit kabinetsstandpunt uit december 2000 geeft de overkoepelende visie van het Rijk weer op de aanpak van veiligheid en wateroverlast. De kern van het Waterbeleid 21ste eeuw is dat water de ruimte moet krijgen, voordat het die ruimte zelf neemt. Het water de ruimte geven betekent dat in het landschap en in de stad, ruimte gemaakt wordt om water op te slaan.
 
Het Nationaal Bestuursakkoord Water
Het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) heeft tot doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland op orde te krijgen en daarna op orde te houden. Het gaat daarbij om het aanpakken van de gevolgen van de zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend klimaat. Nederland krijgt hierdoor steeds meer te maken met extreem natte en extreem droge periodes. Om deze problemen te bestrijden zijn maatregelen nodig met als uitgangspunt het eerst vasthouden, dan bergen en vervolgens afvoeren van water. Het NBW is ondertekend door het Rijk, IPO en de VNG. Het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen gaan dit samen aanpakken.
 
Waterbeheerplan AGV 2010-2015
Op 26 november 2009 is het Waterbeheerplan AGV 2010-2015 vastgesteld. Het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht omschrijft hierin hun hoofdtaken, te weten:
  1. zorg voor veilige dijken;
  2. zorg voor voldoende water;
  3. de zorg voor schoonwater.
Naast de drie hoofdtaken draagt het waterschap ook zorg voor vaarweg- en nautisch beheer, faciliteren van het recreatief medegebruik van wateren en dijken, zorg voor natuurwaarden en bevordering van cultuurhistorische en landschappelijke waarden.
Het waterbeheerplan beschrijft het beleid voor de periode van 6 jaar. Hierin zijn bovenstaande taken uiteraard opgenomen. Het beleid vormt het uitgangspunt voor de watergebiedsplannen en voor de stedelijke waterplannen die gemeenten in afstemming met het waterschap maken.
4.8.3 Water in relatie tot de beoogde ontwikkelingen op de locatie Klarenbeek
Huidige situatie
Het plangebied is gelegen in het buitengebied van het stadsdeel Oost en heeft een oppervlakte van ca.33 hectare. Op het perceel bevindt zich momenteel de bebouwing van een voormalig agrarisch bedrijf. De totale omvang van de huidige bebouwing is circa 1300 m². Achter op het perceel zal nieuwe bebouwing (landbouwschuur) worden gerealiseerd. Om ruimte te creëren voor de nieuwe Landbouwschuur wordt een deel van de opstal gesloopt. Het overige deel van het perceel is grotendeels verhard als oprit. Het achterliggende grasland is tevens onderdeel van het bouwplan. Op het grasland is verder geen bebouwing aanwezig.
 
Toekomstige situatie
De verharding in de toekomstige situatie zal bestaan uit de reeds bestaande woonboerderij en stallen, een nieuwe landbouwschuur, een hooiberg en overige verharding voor onder andere de oprit, parkeergelegenheid en de tuininrichting. Het deel dat niet verhard is, zal in de toekomstige situatie tuin en grasland zijn. De totale oppervlakte van de bebouwing in het bouwplan bedraagt 478 m². De totale kavelgrote van het bouwplan is 3436 m².
 
Kenmerken watersysteem
Waterafvoer
In het waterbeheerplan stelt het Hoogheemraadschap AGV dat men het afvalwater uit het gemeentelijke rioolstelsel gegarandeerd wil afnemen om het te zuiveren. Om overbelasting van de rwzi te voorkomen en het waterzuiveringsproces efficiënter te laten verlopen, wordt schoon hemelwater zoveel mogelijk hergebruikt als toiletspoeling of als sproeiwater. Is dit niet mogelijk dan wordt het hemelwater geïnfiltreerd in de bodem of vertraagd afgevoerd naar het oppervlaktewater via een hemelwaterriool.
 
Waterkering
binnen het plangebied ligt een secundair directe kering langs de Amstel. Voor alle waterkeringen worden drie zones onderscheiden: de kernzone, de beschermingszones en de buitenbeschermingszones Ter bescherming van de waterkering gelden binnen deze zoneringen beperkingen. De meeste werken binnen deze zones zijn watervergunningsplichtig. Voor het plaatsen van bijgebouwen en sloopwerkzaamheden aan de woonboerderij moet de initiatiefnemer een watervergunning aanvragen.
 
Compensatie
Het Hoogheemraadschap AGV schrijft in de nota 'inrichting, gebruik en onderhoud' wanneer, waar en welke compensatiemaatregelen noodzakelijk zijn voor ontwikkelingen waarbij het verhardingsoppervlak toeneemt in zowel het stedelijk als het landelijk gebied. In onderhavig plan betreft het een ontwikkeling in landelijk gebied. In de nota wordt gesteld dat voor een ruimtelijke ontwikkeling waarbij sprake is van een verhardingstoename van minder dan 5000 m², compensatie niet vereist is. In onderhavig plan zal er in het kader van de ruimtelijke ontwikkeling opstal worden gesloopt en plaats maken voor nieuwe verblijf- en werkruimtes. De toename in verhardingsoppervlak zal derhalve niet meer dan 5000 m² zijn, compensatie is niet vereist.
 
Conclusie
Gelet op de aard en omvang van de beoogde werkzaamheden, zal het bouwplan geen negatieve effecten hebben op de waterhuishouding in het plangebied. De toename in verharding is beperkt, hierdoor is compensatie volgens het beleid niet noodzakelijk.