Amsterdam RAI, partiële herziening (herstelbesluit)

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.2 plan

het bestemmingsplan Amsterdam RAI, partiële herziening (herstelbesluit) met identificatienummer NL.IMRO.0363.K1504BPGST-VG01 van de gemeente Amsterdam.

1.3 bestemmingsplan Amsterdam RAI

het bestemmingsplan Amsterdam RAI met identificatienummer NL.IMRO.0363.K1005BPGST-VG02 van de gemeente Amsterdam. Het betreft de versie zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam bij besluit van 18 december 2014, nr. 353/1279, waarin verwerkt de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 5 augustus 2015 (zaak nr. 201502301/1/R6).

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 aanduidingsvlak

een aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding.

1.7 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.8 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Gemengd - herzieningsregels

I. Herziening begripsbepalingen artikel 1

Artikel 1.21 wordt herzien en komt als volgt te luiden:

1.21 evenement

Onder evenement in dit bestemmingsplan wordt gedoeld op het geheel van activiteiten dat plaatsvindt bij een voor publiek toegankelijke gebeurtenis op of aan de weg of het openbaar water of in een voor publiek toegankelijk gebouw, met een openbaar dan wel besloten karakter.

II. Aanvulling begripsbepalingen artikel 1

Artikel 1 van de planregels van het bestemmingsplan Amsterdam RAI wordt als volgt herzien.

Aan artikel 1 worden na lid 1.43 de volgende begripsbepalingen toegevoegd:

1.44 Activiteitenbesluit milieubeheer

Besluit van 19 oktober 2007, houdende algemene regels voor inrichtingen (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer), zoals dat luidt op het tijdstip van van vaststelling van het bestemmingsplan Amsterdam RAI, partiële herziening (herstelbesluit)  met identificatienummer NL.IMRO.0363.K1504BPGST-VG01 van de gemeente Amsterdam.

1.45 Bestaande woning

Een woning die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig is.

1.46 Dag

Onder een dag in de zin van artikel 3, lid 3.4, onder j, van deze regels wordt verstaan een aaneengesloten periode van 24 uur.

1.47 Geluidsvoorschriften voorheen geldende Wm-vergunning

De geluidsnormering zoals vastgelegd in voorschrift C1 tot en met C3 van de Wm-vergunning Amsterdam RAI van 15 december 1999, met inbegrip van de aanvullingen en wijzigingen zoals vastgelegd in voorschrift C1 tot en met C3 van de Veranderingsvergunning Amsterdam RAI van 16 mei 2007, zoals deze zijn opgenomen in de van deze regels deel uitmakende bijlage Uittreksel geluidsvoorschriften Wm-vergunning RAI.

1.48 Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau

Het lantijdgemiddeld beoordelingsniveau als bedoeld inartikel artikel 1.1, lid 1 van het Activiteitenbesluit.

III. Herziening bestemmingsomschrijving artikel 3, lid 3.1, onder a

Artikel 3, lid 3.1, onder a, van de planregels van het bestemmingsplan Amsterdam RAI komt als volgt te luiden:

tentoonstellingen, congressen, beurzen, festivals, (film)theater en daarmee vergelijkbare evenementen, met de daarbij behorende kantoorruimte, restaurants, bergingen en andere nevenruimten;

IV. Aanvulling specifieke gebruiksregels artikel 3, lid 3.4

Aan artikel 3, lid 3.4, van de planregels van het bestemmingsplan Amsterdam RAI worden na het bepaalde onder h, onder doornummering, de volgende subleden toegevoegd:

• i. i) Gebruik van de gronden ten behoeve van functies als bedoeld in lid 3.1, onder a, is toegestaan met inachtneming van het volgende:

1. Er dient te worden voldaan aan de basisnomering geluid, overeenkomend met de geluidsnormering zoals opgenomen in artikel 2.17, lid 1, van het Activiteitenbesluit milieubeheer.

2. In afwijking van het bepaalde onder 1 geldt, voor de duur gelijk aan die van het overgangsrecht zoals opgenomen in artikel 6.1, eerste lid, van het Activiteitenbesluit, of tot aan het moment dat toepassing is gegeven aan het bepaalde in lid 3.5, als geluidsnormering waaraan moet worden voldaan hetgeen is opgenomen in de Geluidsvoorschriften voorheen geldende Wm-vergunning.

• ii. j) Maximaal vier maal per jaar mag er een evenement plaatsvinden waarbij vanwege het gebruik van versterkte muziek sprake is van een hogere geluidsbelasting dan de onder i bepaalde geluidsnormering. Een en ander laat laat onverlet dat de dagen eraan voorafgaand en eropvolgend op- en afbouw plaats kan vinden, alsmede dat soundchecks plaats kunnen vinden.
• iii. k) Voor gevallen als bedoeld onder j geldt de volgende normering:

1. tussen 07.00 en 24.00 uur is een maximaal langtijdgemiddeld beoordelingsniveau op de gevel van bestaande woningen toegestaan van:

• 71 dB(A) bij de bestaande woningen aan de Wielingenstraat
• 72 dB(A) bij de bestaande woningen aan het Europaplein
• 68 dB(A) bij de bestaande woningen aan de Beethovenstraat

2. tussen 24.00 en 07.00 uur is een maximaal langtijdgemiddeld beoordelingsniveau op de gevel van bestaande woningen toegestaan van:

• 60 dB(A) bij de bestaande woningen aan de Wielingenstraat en het Europaplein;
• 55 dB(A) bij de bestaande woningen aan de Beethovenstraat.

• iv. l) Bij het bepalen van de geluidsniveaus, bedoeld onder i en k, wordt het bepaalde in artikel 2.18 van het Activiteitenbesluit in acht genomen.
• v. m) Per evenement als bedoeld onder j, geldt dat de totale duur dat de normen als bedoeld onder i worden overschreden, niet meer bedraagt dan veertien uur per evenement. Deze totale duur dient te vallen binnen één dag. Vorenstaande heeft betrekking op de duur dat de basisnormen worden overschreden ten tijde dat het evenement daadwerkelijk voor publiek toegankelijk is. Een en ander laat laat onverlet dat de dagen eraan voorafgaand en eropvolgend op- en afbouw plaats kan vinden, alsmede dat soundchecks plaats kunnen vinden.
• vi. n) Het houden van een evenement zoals bedoeld onder j, dat (mede) plaatsvindt tijdens de nachtelijke periode tussen 24.00 en 02.00 uur, is maximaal drie maal per jaar toegestaan, met inachtneming van het bepaalde onder k, onder 2.
• vii. o) Onverminderd het bepaalde onder n is het houden van een evenement zoals bedoeld onder j, dat (mede) plaatsvindt tijdens de nachtelijke periode tussen 02.00 en 07.00 uur, maximaal twee maal per jaar toegestaan, met inachtneming van het bepaalde onder k, onder 2.
• viii. p) Voor zover een evenement als bedoeld onder j langer duurt dan tot 00.30 uur, is dit uitsluitend toegestaan voor zover de erop aansluitende dag erna in het weekend valt en/of een nationale feestdag betreft.
• ix. q) Evenementen met versterkte muziek als bedoeld onder j zijn uitsluitend toegestaan in gebouwen.
• x. r) Voor zover zich één van de vier onder j bedoelde gevallen voordoet in verband met de viering van Koningsdag, dan gelden de volgende afwijkende regels:

1. Tijdens Koningsdag zijn ook buiten gebouwen evenementen met versterkte muziek als bedoeld onder j toegestaan;

2. Tijdens Koningsdag mag in verband met het (doen) organiseren van activiteiten met versterkte muziek uitsluitend tussen 12.00 - 22.00 u sprake zijn van een overschrijding van de onder i bepaalde geluidsnormering, waarbij een maximaal langtijdgemiddeld beoordelingsniveau op de gevel van de onder k genoemde woningen geldt van 85 dB(A).

• xi. s) Passendheid binnen de vorenstaande regeling laat de werking en de mogelijkheid voor nadere regulering op grond van andere regelingen zoals het Activiteitenbesluit milieubeheer en de APV onverlet.

V. Toevoeging afwijkingsregels aan artikel 3

Na artikel 3, lid 3.4, wordt een nieuw artikellid 3.5 toegevoegd, luidende:  

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

• a. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.4, onder i, onder 1, in dier voege dat van een andere geluidsnormering kan worden uitgegaan, uitsluitend voor zover daartoe langs de weg van artikel 2.20 Activiteitenbesluit maatwerkvoorschriften zijn getroffen, en voor zover dit gelet op het omgevingsgeluid geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefklimaat in de omgeving, waarbij in elk geval geen sprake mag zijn van een hogere geluidsnormering dan de geluidsnormering als bedoeld in artikel 3, lid 3.4, onder i, onder 2.
• b. Het bepaalde onder j tot en met r blijft van overeenkomstige toepassing.

VI. Toevoeging bijlage aan de regels

Na artikel 19 wordt aan de planregels een bijlage bij de regels toegevoegd, zijnde het Uittreksel geluidsvoorschriften Wm-vergunning RAI, zoals opgenomen als bijlage bij voorliggende regels.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 3 Overige regels

De regels van het bestemmingsplan Amsterdam RAI blijven voor het overige onverminderd van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken

• a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
• b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het gestelde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
• c. Het gestelde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

4.2 Overgangsrecht gebruik

• a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
• b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
• c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
• d. Het gestelde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Amsterdam RAI, partiële herziening (herstelbesluit).

De volledige naam is de aanhaaltitel.