De nieuwe campus op de Zuidas helpt de VU haar doelstellingen op het gebied van onderzoek, onderwijs en maatschappelijke dienstverlening te bereiken. Ook sluit de campus aan op de ontwikkelingen van de Zuidas; op het mengen van stedelijke functies. Op de Zuidas komt een campus waar studeren, onderzoeken, wonen, werken, zorgen, ontspannen en ontmoeten samenkomen. Dit past bij de ambitie van de VU voorop te willen lopen in de ontwikkeling van een stadscampus. De VU wil excelleren en kiest daarom voor een aantal speerpunten voor onderzoek, onderwijs en maatschappelijke dienstverlening. De VU staat daarnaast midden in de samenleving en gaat actief op zoek naar verbinding met de maatschappij en (directe) omgeving.
4.2.1 Ambities en uitgangspunten voor de VU en campus
Een campus van internationale allure op de Zuidas is een belangrijk middel om de ambities van de VU waar te maken.
Zuidas
De VU wil zich inhoudelijk en fysiek verbinden met de Zuidas en de stakeholders door:
- uit te breiden aan de noordzijde van de De Boelelaan. Denk hierbij aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), researchvoorzieningen en andere bebouwing;
- aan te sluiten bij de allure en stedelijkheid van de Zuidas door hogere dichtheden in de bebouwing ten noorden van de campus te realiseren;
- te verbinden via bijvoorbeeld pleinen, overgangsgebieden, entreegebieden en routing om relaties binnen de VU-campus te verduidelijken en de relatie met de Zuidas te versterken, een goed oversteekbare Boelelaan om alle delen van de VU bereikbaar te maken, verbindingen met de directe omgeving zoals het Amsterdamse Bos of Amsterdam-Zuid;
- infrastructuur in te richten met een focus op ontmoeten en bereikbaarheid;
- af te stemmen met de stedenbouwkundige plannen van Zuidas, zodat er een eenduidige ontwikkelvisie en stedenbouwkundig plan ontstaat.
VU-campus en stedelijk landschap
De VU-campus moet een levendige, opvallende plek op de Zuidas zijn. In de eerste plaats faciliteert de campus onderzoek en onderwijs op de VU, op zijn eigen herkenbare plek. Daarnaast helpt een campus de VU om (internationale) studenten en onderzoekers aan te trekken, doordat het een omgeving met allure is waar ze kunnen studeren, ontmoeten, werken, wonen en recreëren.
ICT maakt informeren op afstand mogelijk; de VU ziet welke mogelijkheden dat biedt voor de campus. De campus heeft aantrekkingskracht door de kwaliteit van de fysieke omgeving en de vanzelfsprekende ontmoetingsplek. Door (studenten)woningen te bouwen op de campus en de studiedag te verlengen, wordt de levendigheid op de campus vergroot. De openbare ruimte tussen de gebouwen wordt belangrijker.
Voor de gebiedsontwikkeling van de VU-campus zijn onderstaande ontwerpuitgangspunten belangrijk bij het uitwerken van het stedenbouwkundig plan:
- Integrale campus: functiemenging van onderwijs, onderzoek, sport, cultuur, wonen, werken en horeca. Deze bevordert de levendigheid en flexibiliteit van het gebied.
- Verschillende voorzieningen: genoeg mogelijkheden voor cultuur, horeca, sport, congreshotel en andere vormen van ontspanning om levendigheid in de avonduren en de weekenden te waarborgen.
- Flexibiliteit: huisvesting moet toekomstige keuzen niet onmogelijk maken.
- Ontmoetingsplekken: (binnen)tuinen, pleinen en andere buitenruimten waar de gemeenschap elkaar tegenkomt. Een duidelijk, levendig, centraal plein is een oriëntatieen herkenningspunt, maar ook een gebiedstrekker.
- Relatief kleinschalige bebouwing: de menselijke maat in het gebied wordt in het oog gehouden. Dit vergemakkelijkt ontmoetingen.
- Groenvoorzieningen: openbare ruimten ingevuld met veel groen, bijvoorbeeld een zorgtuin.
- Verbetering campustoegang: een goed geordende toegang van het gebied en de gebouwen (formeel en informeel) versterkt de identiteit van de campus.
- Eenheid in diversiteit: de campus straalt dit uit door bij voorbeeld een uitgebalanceerde plintinrichting van gebouwen waardoor meer gevarieerde bovenbouw mogelijk is.
- Functionele clustering onderwijs en onderzoek: de sleutel naar een duidelijke stedenbouwkundige structuur.
Gebouwen
Toekomstige VU-gebouwen zorgen voor de uitstraling en herkenbaarheid van onderzoek en onderwijs. De gebouwen worden compacter. Om te voldoen aan de gestelde ambities krijgen de nieuwe gebouwen in ieder geval de volgende kenmerken:
- Flexibel bij groei, krimp of functiewijziging.
- Geschikt voor intensief gebruik door bijvoorbeeld deeltijd masteropleidingen in de avonduren aan te bieden.
- Gevarieerd in soorten werkplekken: informele sociale werkplekken, collegezalen en individuele plaatsen voor optimale concentratie.
- Afgestemd op het gezamenlijke nieuwbouwprogramma van VU en VUmc voor nog meer flexibiliteit en gezamenlijk voorzieningengebruik.
- Verbindingen creërend tussen studenten, onderzoekers, medewerkers, studies en onderzoeksgebieden. Dit zijn de ‘formele’ ontmoetingsplekken zoals een conferentiecentrum.
- Ontmoetingsplek voor de verschillende campusbezoekers op een ‘informele’ manier.
- Herkenbare architectuur die past bij de identiteit van de VU: universiteitsgebouwen met architectuur van sobere allure, zonder ‘dikdoenerij’.
- Een wetenschappelijke uitstraling van de universiteitsgebouwen.
- Eenheid door bijvoorbeeld materiaalkeuze en ingangen van de gebouwen.
- Optimaal faciliterend voor onderzoek en onderwijs: gebouwen worden geclusterd op basis van discipline, niet op basis van faculteiten.
- Hetzelfde huisvestingsmodel voor alle faculteiten, ingevuld naar de behoefte van de gebruikers.
- Concentratie van bachelors per cluster om de band met hun studie te versterken en de logistiek in de gebouwen te bevorderen.
- Voorzieningen voor graduate studenten dichter bij de onderzoeksfaciliteiten dan die van bachelorstudenten.
- Met groenvoorzieningen in binnen- en buitenplaatsen. Met ecologische daken waar mogelijk; groen en recreatief.
- Optimaal duurzaam met een geminimaliseerd energiegebruik en lage onderhoudslasten.
4.2.2 Programmering
De VU-campus heeft als primair doel onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening optimaal te faciliteren. Door de ruimte efficiënt en effectief te gebruiken kan de verwachte groei van de VU in nieuwbouw worden opgevangen. In een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en de Vrije Universiteit is de mogelijkheid opgenomen om uiteindelijk 500.000 m² te realiseren. Naast de benodigde 220.000 m² voor het primaire proces en 95.000 m² voor woningen komt er ongeveer 185.000 m² beschikbaar voor toekomstige groei van de VU en aanvullende functies die de campus levendig en aantrekkelijk maken. Deze functies waarbij kan worden gedacht aan horeca, detailhandel, of een hotelfunctie, bedienen de studenten en medewerkers van de VU en dragen ook bij aan de financiële haalbaarheid van het totale campusplan.