direct naar inhoud van 6.1 Verkeer
Plan: Studentenhuisvesting Ravel
Plannummer: K1103BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1103BPGST-OH01

6.1 Verkeer

In het kader van het voorliggende bestemmingsplan is onderzoek gedaan naar de verkeersgevolgen die verwacht mogen worden als resultaat van de realisatie van het bestemmingsplan. (Verkeersanalyse tijdelijke studentenhuisvesting, juli 2011).

Voor de studentenwoningen is de verkeersgeneratie aangehouden van huurwoningen buiten centrum met een hoge dichtheid. Uit onderzoek van DRO blijkt dat het autobezit onder studenten circa 66% lager ligt dan het landelijke gemiddelde. Zodoende is de verkeersgeneratie voor studentenwoningen ook verlaagd met 66% ten opzichte van huurwoningen. Aangezien de voorzieningen zijn gericht op de studentenwoningen, zullen deze vooral door studenten worden gebruikt uit de studentenhuisvesting in hetzelfde gebouw. Het hanteren van de verkeersgeneratie voor een buurtsupermarkt geeft dan ook een vertekend beeld. De nuancering is gemaakt door aan te nemen dat 66% van de supermarktbezoekers uit de studentenhuisvesting afkomstig is. De overige 33% komt van elders en zodoende is de verkeersgeneratie gecorrigeerd met 0,33.

De verkeerskundige gevolgen voor de omgeving zullen met de komst van de studentenhuisvesting beperkt zijn. De toename van verkeer is berekend op grond van het maximale scenario, waarin sprake is van een maximale bebouwing. De verkeersstromen zullen opgaan in het totale verkeersaanbod op de De Boelelaan. De groei van verkeer als gevolg van de nieuwe ontwikkeling zal in de praktijk dan ook nauwelijks merkbaar zijn.

In het kader van het MER Zuidas - de Flanken is een verkeersstudie uitgevoerd door de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer van de Gemeente Amsterdam d.d. 17 januari 2011 (opgenomen als bijlage in het MER Zuidas - de Flanken deel B, zie bijlagen). Hierin is onderzoek gedaan naar de effecten op het gebied van verkeer en vervoer van de ontwikkeling van de Zuidas Flanken. In deze verkeersstudie zijn meerdere modelvarianten onderzocht. De effecten op het gebied van verkeer en vervoer zijn verder beschreven in het rapport deel B behorende bij MER.

In het MER is voor het eindbeeld van de flankenontwikkeling van de Zuidas geconstateerd dat een aantal knelpunten zal optreden indien geen maatregelen worden genomen. Voor wat betreft het autoverkeer wordt geconstateerd dat bij volledige realisatie van modelvariant 2 een aantal kruispunten moet worden aangepast (Zie hoofdstuk 5).

In het stedelijk gebied is de capaciteit van kruisingen over het algemeen meer maatgevend voor de doorstroming van het verkeer dan de capaciteit van de wegvakken. Om deze reden zijn in een kruispuntenanalyse alle relevante kruispunten in de Zuidas beschouwd. Een aantal maatregelen is noodzakelijk.

In het kader van de actualisatie van het Referentiemodel Verkeer en Vervoer Zuidas en ter onderbouwing van de gebiedsontwikkeling van de Zuidas is de Verkeersstudie Zuidas 2011 (zie bijlagen) opgesteld. tevens is een Actieplan weginfrastructuur vastegsteld dat voorziet in de te nemen maatregelen. Hierin wordt voorzien in een tijdige aanpak van de te verwachten knelpunten. Uitgangspunt daarbij is dat op basis van een reƫle concrete ontwikkelingsplanning bekeken is wanneer welke te verwachten knelpunten worden opgepakt.

De verkeersstudie Zuidas 2011 is een nadere uitwerking van de verkeerstudie die in het kader van de MER Zuidas flanken is opgesteld. Beide onderzoeken baseren zich op hetzelfde verkeersmodel, het verkeersmodel Zuidas. In deze verkeersstudie is onder andere een analyse gemaakt van de intensiteiten van het (auto)verkeer en de capaciteit van de weginfrastructuur als gevolg van de vastgoedontwikkeling van de Zuidasflanken. Er zijn twee fases beschouwd: 2015 en het eindbeeld in 2020.

Grotendeels komt het beeld overeen met dat wat uit het MER naar voren kwam. Op enkele onderdelen is er sprake van een beperkte verslechtering of verbetering. In de studie wordt geconcludeerd dat er een aantal infrastructurele maatregelen genomen moet worden om het autoverkeer van de flanken op een acceptabele wijze afgewikkeld te krijgen. Op basis daarvan is een plan van aanpak vastgesteld (Actieplan weginfrastructuur Zuidas 2011). Daarin staan de maatregelen beschreven, waarbij per maatregel een situatieomschrijving van het knelpunt wordt weergegeven, de voorgestelde oplossing, een kostenraming voor deze benodigde oplossing en een planning op hoofdlijnen.