direct naar inhoud van Hoofdstuk 12 Natuur en Landschap
Plan: Studentenhuisvesting Ravel
Plannummer: K1103BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1103BPGST-OH01

Hoofdstuk 12 Natuur en Landschap

Flora en faunawet

Op grond van de Flora en Faunawet (Ffw) zijn vrijwel alle in het wild en van nature in Nederland voorkomende dieren beschermd. De Ffw bevat verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen.

In artikel 2 van de Ffw is een algemene, voor iedereen geldende zorgplicht, voor alle in het wild levende dieren, inclusief hun leefomgeving en voor alle planten en hun groeiplaats opgenomen.
In de artikelen 8 tot en met 13 Ffw zijn verbodsbepalingen opgenomen waarin de mogelijk nadelige handelingen worden genoemd. Het betreft zowel evident nadelige handelingen, zoals doden of vernielen van nesten, als indirect nadelige handelingen, zoals aantasting van de leefomstandigheden, verstoring of verontrusting.

In artikel 75 zijn mogelijkheden van vrijstelling of ontheffing opgenomen. De wet en bijbehorend Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (Vrijstellingenbesluit) kent verschillende beschermingsregimes voor diverse soorten. Voor algemene soorten (soorten tabel 1), geldt bij ruimtelijke ontwikkelingen of beheer en onderhoud een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Ffw.
Voor overige soorten tabel 2 en deels tabel 3) is geen ontheffing nodig indien de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een gedragscode heeft goedgekeurd voor het uitvoeren van de werkzaamheden.

De gemeente Amsterdam heeft een gedragscode opgesteld die de Minister van LNV heeft goedgekeurd. Bij naleving van deze gedragscode geldt er dan ook een vrijstelling voor de uitvoering van werkzaamheden in het kader van bestendig beheer en onderhoud en ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Voor tabel 3, bijlage IV Habitatrichtlijn-soorten en vogelsoorten geldt deze vrijstelling echter niet bij ruimtelijke ontwikkelingen en inrichting. Indien een verbodsbepaling van de Ffw aan de orde is, zal voor deze soorten ontheffing moeten worden aangevraagd.

Ontheffingen mogen slechts worden verleend wanneer er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. In het geval van soorten die zijn opgenomen op bijlage IV van de Habitatrichtlijn, kan ontheffing slechts worden verleend wanneer er, naast de voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort, geen andere bevredigende oplossing bestaat en met het oog op andere, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, belangen.

Natuurtoets Ravel

Deze natuurtoets behelst een inventarisatie van de voorkomende beschermde soorten in het deelgebied Ravel/Parkrand van het grootstedelijk project Zuidas. Het project Studentenhuisvesting Ravel ligt binnen het gebied Ravel/Parkrand. De toets analyseert de mogelijke effecten van de uitvoering van het project op hun leefgebied.

Ravel/Parkrand is aan haar randen toebedeeld met een aantal groenstroken, bestaande uit een sloot met oevervegetatie en een aantal groensingels.Deze groenstroken fungeren bijvoorbeeld als doortrekroute en nestplaats voor de bosmuis, de huisspitsmuis, konijnen en heel sporadisch maken egels hier gebruik van. Verder zijn de aanwezige oevers van de sloot rijkelijk bedekt met kruidvegetatie. Hierin vinden onder andere insecten hun voeding, wat hierop aansluitend weer foerageergelegenheid biedt voor de aanwezige broedvogels. Op en in de nabije omgeving van deelgebied Ravel/Parkrand bevinden zich soorten welke zijn beschermd door de Flora- en Faunawet. Bij de inventarisaties zijn namelijk, in de wilgen aan het begin van de sloot, spechtengaten waargenomen.

Voor het kappen van de bomen met de nestholtes van de grote bonte specht (tabel 3, zie bijlage A) moet een ontheffing worden aangevraagd omdat deze nesten in de Flora- en faunawet als vaste verblijfplaatsen worden beschouwd en omdat er in de nabije omgeving geen alternatieve nestlocaties aanwezig zijn. Het verlies aan nestholtes dient te worden gecompenseerd door onder andere het ophangen van nestkasten.

Voor het dempen van de sloot die aan de noordrand van het deelgebied is gesitueerd is tevens een ontheffing nodig. Dit vanwege het feit dat er in het betreffende pijlvak bittervoorn aanwezig is. Deze soort is beschermd en staat op de Rodelijst (tabel 3, zie bijlage A) van het ministerie van LNV.

De in het pijlvak aanwezige kleine modderkruiper staat ook op de Rode lijst (tabel 2, zie bijlage A) maar hiervoor geldt een vrijstelling mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode.

Omdat het dempen van de sloot of het kappen van bomen in het kader van de studentenhuisvesting niet aan de orde is zijn in relatie tot dit bestemmingsplan ook geen ontheffingen aan de orde.