Plan: | Studentenhuisvesting Ravel |
---|---|
Plannummer: | K1103BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.K1103BPGST-OH01 |
Aan de zuidzijde van het plangebied is de De Boelesloot voorzien. De De Boelesloot maakt deel uit van de Binnendijkse Buitenbuitenveldertse Polder met een streefpeil van NAP -2,0 meter, met een maximale opzetting van 0,4 meter. Het maaiveld in het gebied ligt over het algemeen rond NAP -0,7 meter. De huidige grondwaterstanden liggen langs de De Boelesloot rond het streefpeil van het oppervlaktewater (NAP -2,0 meter) en nemen toe in de richting van het sportpark Buitenveldert. Het gebied is voor het grootste deel onverhard.
Toekomstige ontwikkelingen
Bij de ontwikkeling van het plangebied wordt de toekomstige waterdriehoek in de De Boelegracht in beperktere afmetingen gerealiseerd. Aan de noordzijde van de waterdriehoek wordt de studentenhuisvesting gerealiseerd voor minimaal 500 studentenwoningen . Onder de bebouwing worden geen ondergrondse parkeergarages gerealiseerd en het maaiveld blijft op het huidige niveau.
Waterkeringen
Het plangebied tijdelijke studentenhuisvesting Ravelligt binnen Dijkring 14. Voor deze dijkring is in de Waterwet een overstromingsrisico vanuit rivieren en de zee bepaald van 1/10.000 jaar. Bij een eventueel falen van de primaire waterkering stroomt er alsnog geen water het deelgebied in. Langs het noordelijke talud van de ringweg A 10 zuid ligt een verholen direct secundaire waterkering. Deze waterkering is van regionaal belang en biedt de Binnendijkse Buitenveldertse Polder (polderpeil NAP-2,0 meter) directe bescherming tegen overstromingen door aangrenzend water vanuit de Amstellands boezem (boezempeil NAP -0,4 meter). De waterkering is een verholen kering wat betekent dat er geen fysieke kering boven of onder de grond waarneembaar is. De waterkering bestaat uit een, door de waterbeheerder aangewezen en in de legger vastgesteld, tracé in de ondergrond met een niet-zichtbaar talud lichaam waarbinnen restricties gelden conform de Keur. Het plangebied tijdelijke studentenhuisvesting Ravel valt ruim buiten de verschillende beschermingszones van de waterkering.
Waterkwantiteit en berging
Volgens de Keur dient oppervlaktewater dat wordt gedempt 100% gecompenseerd te worden elders in het watersysteem. Bovendien dient extra verharding gecompenseerd te worden met extra oppervlaktewater (15% voor de Binnendijkse Buitenveldertse Polder). In de plannen voor de tijdelijke studentenhuisvesting wordt circa 1.600 m2 extra oppervlaktewater en 8.400 m2 extra verhard oppervlak gerealiseerd ten opzichte van de huidige situatie [bron 6 en 7]. Om de toename van de verharding te compenseren is 1.260 m² extra oppervlaktewater noodzakelijk. Binnen de plannen is zodoende een waterbergingsoverschot van 340 m2.
Aan de zuidzijde van het plangebied wordt de De Boelesloot verbreed en ontstaat een verkleinde versie van de waterdriehoek (zie Figuur 2). Deze waterdriehoek sluit aan de oostkant aan op de bestaande De Boelesloot met duikers onder de Antoni Vivaldistraat. De waterdriehoek heeft voorlopig nog geen waterafvoerende functie aangezien de De Boelesloot momenteel nog doodloopt op het complex BL46 (voormalig universitair sportcentrum). Door de verbreding van de watergang neemt de hydraulische weerstand van de watergang verder af, wat gunstig is bij het doortrekken van de De Boelesloot. Bij de inrichting zal gestreefd worden naar toepassing van maatregelen die hemelwaterafvoer vertragen, zowel in de openbare ruimte als op de te ontwikkelen bebouwing. Zo zal klinkerverharding als bestrating worden toegepast en zal 30% van het dakoppervlak als een groen dak gerealiseerd worden.
Grondwater
De gemeentelijke grondwaternorm voor nieuw in te richten gebieden stelt eisen aan de ontwatering (afstand tussen het maaiveld en het grondwater) om grondwateroverlast in de toekomst te voorkomen. Bij bouwen zonder kruipruimtes dient de ontwatering minimaal 0,5 m te zijn . Maximaal één keer per twee jaar mag gedurende maximaal vijf aaneengesloten dagen een ontwatering van kleiner dan 0,5 m optreden. Aangezien er geen ondergrondse constructies gerealiseerd worden is er geen sprake van obstructie van de grondwaterstroming.
Door de verbreding van de De Boelesloot wordt de grondwaterstand direct ten noorden van de waterdriehoek lager. Dit omdat de drainageafstand die het grondwater moet afleggen tot dat het oppervlaktewater bereikt wordt afneemt. Door de uitbreiding van de hoeveelheid verharding neemt de grondwateraanvulling af. Hierdoor zal de grondwaterstand in het plangebied dalen. Het effect op de grondwaterstand van de voorgenomen wijzigingen in het plangebied is naar verwachting zeer beperkt « 0,1 m) en reikt niet tot buiten het plangebied (onder andere door de nabije watergangen). De grondwatersituatie zal zodoende niet wijzigen, waardoor voldaan blijft worden aan de gemeentelijke grondwaternorm.
Waterkwaliteit en riolering
Het gebruik van uitlogende materialen wordt voorkomen tijdens de bouw- en gebruiksfase. Ten aanzien van uitloogbare materialen zullen de richtlijnen van Waternet JAGV worden gevolgd (geen gebruik van: PAK, lood, zink en koper). Bij het beheer zal ook zo min mogelijk gebruik worden gemaakt van middelen die kunnen leiden tot verontreiniging van het oppervlakte- of grondwater. De wegen zullen regelmatig worden geveegd. De Boelesloot loopt momenteel nog dood op het complex BL46. Hierdoor kan stilstaand water ontstaat, wat kan resulteren in accumulatie van vuil en het optreden van stinkend ("dood") water. Door het doortrekken van de De Boelesloot langs het complex BL46 krijgt de De Boelesloot zijn belangrijke waterafvoerende functie. Hierdoor neemt de waterkwaliteit in het deel van de De Boelesloot direct ten oosten van de Beethovenstraat en direct ten westen van de Antoni Vivaldistraat toe. Daarnaast wordt het gehele watersysteem robuuster aangezien er een extra oost-west-verbinding aanwezig is in de Zuidas, en kunnen er eenvoudiger werkzaamheden in de Spoorslagsloot (de watergang direct ten zuiden van de ringweg A 10-zuid) uitgevoerd worden.
Bij het realiseren van steigers in de openbare ruimte zal tropisch hardhout met een FSC-keurmerk of een alternatief voor hout worden toegepast. In het gebied wordt een gescheiden rioleringssysteem gerealiseerd, bestaande uit DWA (droogweerafvoer) en HWA (hemelwaterafvoer). Naar verwachting loost de HWA op de De Boelesloot.
Het plaatsen van een fontein ten behoeve van de waterkwaliteit is met de waterbeheerder besproken. Dit is een reële optie om de waterkwaliteit te verbeteren.