direct naar inhoud van 18.2 Overleg met betrokken overheden (art. 3.1.1. Bro)
Plan: Bestemmingsplan Kenniskwartier Noord West
Plannummer: K1007BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.K1007BPGST-OH01

18.2 Overleg met betrokken overheden (art. 3.1.1. Bro)

In het kader van het bestuurlijk overleg zijn de volgende reacties ontvangen.

In het kader van het besuurlijk overleg is van de volgende instanties een reactie ontvangen:

  • Vrom-Inspectie, Regio Noord-West
  • Provincie Noord-Holland
  • Stadsdeel Zuid
18.2.1 Vrom-Inspectie, Regio Noord-West
  • 1. De VROM-Inspectie mist een beschrijving van de verkeerskundige effecten op de op- en afritten van het hoofdwegennet en een beschrijving van de mogelijke maatregelen om de doorstroming op het hoofdwegennet te waarborgen.
  • 2. In verband met de demping van watergangen is het verzoek om een goede hemelwaterafvoer vanaf de rijksweg te waarborgen.
  • 3. Rekening houden met de verkeersveiligheid in relatie tot de afleidende werking die objecten langs de weg kunnen hebben.
  • 4. In relatie tot Lib in de toelichting opnemen welke maximale bouwhoogte het bestemmingsplan mogelijk maakt.
  • 5. Verzoek om een nieuwe berekening van het groepsrisico op basis van bijlage 5 van de wijziging van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen uit te voeren en het berekende groepsrisico en overschrijding orientatiewaarde in de toelichting te vermelden.
  • 6. Verzoek om rapport 'Externe veiligheid op de Zuidas Rapportage, Inventarisatie groepsrisico en mogelijke maatregelen Zuidas Amsterdam, Arcadis d.d. 10 februari 2010

Gemeentelijke reactie:

  • 1. In de uitgevoerde milieueffectrapportage en de bijbehorende verkeersstudie is onderzocht wat de effecten op de verkeersafwikkeling van de ontwikkeling van het totale flankenprogramma zal zijn. Hierin is tevens opgenomen wat de verkeerskundige effecten op de op- en afritten van het hoofdwegennet zijn en zijn de mogelijke maatregelen omschreven om de doorstroming op het hoofdwegennet te waarborgen. In de hoofdstukken 5 en 6 van deze toelichting wordt uitvoerig ingegaan op deze milieueffectrapportage en de verkeersstudie. Voor de omgeving van het bestemmingsplangebied is van belang dat alle kruisingen in de avondspits en bij de reeds voorliggende profielen goed regelbaar zijn. Voor de ochtendspits geldt dat de onderstaande kruispunten in de omgeving van het bestemmingsplangebied moeten worden aangepast om de gegeven intensiteiten te kunnen verwerken:
  • Amstelveenseweg (S108) - Op-afrit A10 noordzijde
  • Amstelveenseweg (S108) - Op-afrit A10 zuidzijde
  • Amstelveenseweg - De Boelelaan
  • De Boelelaan - Van de Boechorststraat

Bovenstaande aanpassingen zijn in het huidig ruimtebeslag van de kruispunten goed mogelijk en inpasbaar. Door de hierboven voorgestelde aanpassingen kunnen de diverse kruispunten beter gebruikt worden, waardoor de doorstroming toeneemt. Voorliggend bestemmingsplan voorziet in slechts een relatief klein gedeelte van het totale flankenprogramma. Het is niet aannemelijk dat de effecten zoals die zich bij realisatie van het totale flankenprogeramma voordoen bij de op- en afritten, zich nu reeds gaan voordoen. Inmiddels is een Actieplan weginfrastructuur opgesteld voor de uitvoering van de maatregelen om de diverse knelpunten op te lossen. In het Uitvoeringsbesluit Kenniskwartier is reeds (financieel en ruimtelijk) voorzien in maatregelen welke de knelpunten in de omgeving van dit bestemmingsplan Kenniskwartier Noord West oplossen.

  • 2. In paragraaf 11.3 is toegevoegd hoe de goede hemelwaterafvoer vanaf de rijksweg wordt gewaarborgd.
  • 3. Onderhavig bestemmingsplan maakt de realisatie van een kantoorgebouw mogelijk zoals er al vele langs de A10 zijn gerealiseerd. Er bestaat geen aanleiding voor zorg dat het ontwerp voor dit specifieke kantoorgebouw tot afleiding van het wegverkeer zal leiden.
  • 4. In paragraaf 14.3 is toegevoegd welke maximale bouwhoogte de bestemmingsplanregels mogelijk maken. De maximale bouwhoogtes zijn in overeenstemming met de maxima van het LIB.
  • 5. Er is een nieuwe berekening van het groepsrisico en de overschrijding orientatiewaarde uitgevoerd (Externe veiligheid A10-Zuid Deloitte en VUmc, AVIV d.d. 25 oktober 2010) en deze waarden zijn aan hoofdstuk 9 toegevoegd.
  • 6. Rapport is opgestuurd.
18.2.2 Provincie Noord-Holland

Geconstateerd wordt dat het plangebied is gelegen in het Bestaand Bebouwd zoals blijkt uit Kaart 2, behorende bij de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie Noord-Holland 2010. Het bestemmingsplan geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Wel ziet de Provincie de resulaten van het MER graag tegemoet.

Gemeentelijke reactie:

De reactie is voor kennisgeving aangenomen. In het kader van de vervolgprocedure zal de provincie in de gelegenheid worden gesteld kennis te nemen van zowel het ontwerp bestemmingsplan, als van het MER.

18.2.3 Stadsdeel Zuid
  • 1. Het stadsdeel adviseert positief over de gehanteerde parkeernorm en het opnemen van extra parkeerplaatsen voor openbaar gebruik zoals opgenomen in onderhavig bestemmingsplan. Zij heeft echter bezwaar tegen de in de toelichting genoemde reductie van 20% van het aantal parkeerplaatsen in het grotere plangebied Kenniskwartier. Deze reductie wordt door het stadsdeel bestuurlijk niet gewenst omdat er nog geen zicht is op een oplossing voor de verkeer- en parkeerdruk in de omliggende woongebieden en zekerheid over een grote kwaliteitsslag voor het openbaar vervoer.
  • 2. Het stadsdeel wijst op de noodzaak om bij de verkeersmodellen voor de Zuidas gebruik te maken van reĆ«le uitgangspunten op het gebied van:
  • Geen Anders Betalen voor Mobiliteit
  • Extra bouwprogramma Zuidas
  • Parkeerplaatsen en zoekverkeer (gevolgen verschil in parkeertarieven tussen omliggende buurt en Zuidas
  • Mindere OV functionaliteit: gevolgen aanpassingen in lijnvoering OV in de omgeving
  • Bouwverkeer: bouwverkeer is niet in de verkeersmodellen verwerkt maar heeft gevolgen voor de verkeerssituatie in het stadsdeel

De relatie met de MER is hierbij een belangrijk aandachtspunt.

  • 1. De aansluiting van het VU terrein op de Buitenveldertselaan wordt afhankelijk gesteld van de keuze voor de aanleg van een ondergrondse lijn 51, Amstelveenlijn. Het stadsdeel gaat uit van een ondergrondse ligging van de Amstelveenlijn, gebaseerd op de op 27 november 2009 door de Stadsregio en de gemeenten Amsterdam en Amstelveen ondertekende Intentieovereenkomst 'Uitvoeringsafspraken Ombouw Amstelveenlijn'.

Gemeentelijke reactie:

  • 1. Met de parkeerbalans voor het gehele Kenniskwartier wordt voorzien in de door de gemeenteraad bestuurlijk gewenste reductie van het totaal aantal parkeerplaatsen met 20%.
  • 2. In het kader van de milieueffectrapportage is onderzoek gedaan naar de effecten van realisatie van het totale flankenprogramma op de bestaande infrastructuur. Daarbij zijn verschillende alternatieven bekeken. Niet alleen het programma zoals vastgelegd in verschillende besluiten is onderzocht, maar ook een alternatief met een opgehoogd programma tot 115% (zie hoofdstukken 5 en 6 van deze toelichting). In het verkeerskundig onderzoek dat daarvoor is gedaan is dan ook rekening gehouden met de door het stadsdeel aangegeven aspecten. Voor de bevindingen en conclusies wordt kortheidshalve verwezen naar betreffende hoofdstukken 5 en 6 van deze toelichting alsmede naar het MER en de achterliggende stukken.
  • 3. Dit bestemmingsplan gaat niet over de aansluiting van het VU terrein op de Buitenveldertselaan. De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.