Plan: | BP_Isolatorweg |
---|---|
Plannummer: | B1003BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.B1003BPGST-OH01 |
Kaderrichtlijn Water
Op grond van de Kaderrichtlijn Water (KRW) moeten lidstaten ervoor zorgen dat uiterlijk in het jaar 2015 een 'goede toestand' van de Europese wateren wordt bereikt. In dat jaar moet het oppervlaktewater en grondwater van de lidstaten voldoen aan de milieudoelstellingen zoals omschreven in artikel 4 van de richtlijn. De lidstaten moeten er voor zorgen dat voor oppervlaktewateren de best mogelijke ecologische en chemische toestand wordt bereikt die redelijkerwijs haalbaar is. Voor grondwater geldt dat een goede chemische toestand moet worden gerealiseerd. Bovendien moet een evenwicht worden bereikt tussen onttrekking en aanvulling van grondwater.
Waterwet
In de Waterwet staat het watersysteem centraal en zijn de doelstellingen van het waterbeheer gericht op het duurzaam goed functioneren van het watersysteem. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Daarnaast levert de Waterwet een flinke bijdrage aan kabinetsdoelstellingen zoals vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten.
De Waterwet heeft diverse wetten voor het waterbeheer in Nederland vervangen:
Ook zal de saneringsregeling voor waterbodems van de Wet bodembescherming zijn geïntegreerd in de Waterwet.
Ontgrondingenwet
Op grond van artikel 3, eerste lid, van de Ontgrondingenwet is het in beginsel verboden om zonder vergunning te ontgronden of als eigenaar/gebruiker van een onroerende zaak toe te laten dat ontgronding op die zaak plaatsvindt zonder vergunning.
De bevoegdheid tot het verlenen van een vergunning berust blijkens artikel 8, tweede lid, van de wet bij Provinciale Staten van de provincie waarin de betrokken onroerende zaak is gelegen.
Provinciale verordening met betrekking tot ontgronding
De regelgeving van de provincie op het gebied van ontgronding is opgenomen in een provinciale verordening van 11 mei 1998. Op grond van deze verordening is geen vergunning vereist voor het aanleggen of wijzigen van watergangen, waterpartijen etc., indien de hoeveelheid af te voeren oppervlaktedelfstoffen (grond) minder is dan 10.000 m3.
Keur
In artikel 78 van de Waterschapswet is bepaald dat het waterschap een verordening mag opstellen voor de "behartiging van aan het waterschap opgedragen taken". Op 13 oktober 2011 heeft het Algemeen Bestuur van het Waterschap Amstel, Gooi (AGV) de Keur AGV 2011 vastgesteld. De keur is op 1 december 2011 in werking getreden.
De Keur van het AGV is gericht op het beschermen van de wateraan- en -afvoer, de bescherming tegen wateroverlast en overstroming en op het beschermen van de ecologische toestand van het watersysteem. In de Keur zijn verschillende geboden en verboden opgenomen, waarop echter door het waterschap ontheffing kan worden verleend.
Zo is het volgens de Keur niet is toegestaan zonder vergunning te graven of grond te verwijderen, werken aan te brengen, te hebben of te verwijderen die op een diepte van meer dan 0,5 meter in de ondergrond verankerd of gelegen zijn binnen de kernzone of beschermingszones van waterkeringen. Ook is bepaald dat het verboden is om zonder vergunning meer dan 1.000 m² verhard oppervlak aan te leggen binnen stedelijk gebied.
Rijksbeleid
Nationaal Waterplan
Het Nationaal Waterplan (NWP) is het rijksplan voor het waterbeleid. Het NWP beschrijft de maatregelen die in de periode 2009-2015 genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten.
Anders omgaan met water Waterbeleid in de 21ste eeuw
Dit kabinetsstandpunt uit december 2000 geeft de overkoepelende visie van het Rijk weer op de aanpak van veiligheid en wateroverlast. In dit beleidsstuk wordt de watertoets geïntroduceerd om te voorkomen dat de bestaande ruimte voor water geleidelijk afneemt, door bijvoorbeeld landinrichting, de aanleg van infrastructuur of woningbouw.
Nationaal Bestuursakkoord Water
In 2003 sloten het Rijk, de provincies, het Samenwerkingsverband Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen het Bestuursakkoord water. Het akkoord heeft tot doel om in de periode tot 2015 de gevolgen van zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend klimaat aan te pakken.
Provinciaal en regionaal beleid
Provinciale Waterplan 2010-2015
Noord-Holland is een waterrijke provincie omringd door Noordzee, Waddenzee en IJsselmeer. Het garanderen van veiligheid tegen overstromingen vanuit zee en het klimaatbestendig vormgeven van het ruimtegebruik vraagt om een goed waterbeheer. Wonen in Noord-Holland betekent wonen met water. Een goed waterbeheer is dus onmisbaar, hiertoe is op 16 november 2009 door Provinciale Staten het Waterplan 2010-2015 opgesteld. Het Waterplan 2010 – 2015 is op 16 november 2009 door Provinciale Staten vastgesteld. Veiligheid en de economische waarde van water zijn belangrijke uitgangspunten.
Waterbeheerplan Amstel, Gooi en Vecht 2010 - 2015
Het waterbeheerplan gaat in op de verantwoordelijkheden van het waterschap: zorgen voor voldoende, schoon water en veiligheid achter de dijken. Ook komen de maatschappelijke (neven)taken aan bod: zorgen voor goede en veilige vaarwegen, verbeteren van recreatie- en natuurgebieden en onderhouden van het cultuurhistorisch landschap.
Daarnaast staat in het Waterbeheerplan welke stappen het waterschapsbestuur neemt om de afspraken van de Europese Kaderrichtlijn Water (KWR) na te komen. Het KRW-deel van het waterbeheerplan is input voor het eerste stroomgebiedbeheerplan (SGBP) Rijndelta van het Rijk. Het SGBP Rijndelta en de andere SGBP’s voor de Maas, Schelde en Eems, en de nota Landelijk Beleid vormen samen het Nationaal Waterplan.
Gemeentelijk beleid
Breed Water, Plan gemeentelijke watertaken 2010-2015
De gemeente Amsterdam is wettelijk verantwoordelijk voor drie watertaken. Deze zogenaamde zorgplichten betreffen:
In het plan 'Breed Water' is beschreven hoe deze drie zorgplichten worden ingevuld.
Tot 2008 had de gemeente de zorgplicht voor doelmatige inzameling en transport van afvalwater. De zorg voor de riolering is sinds 1 januari 2008 verbreed tot de bovengenoemde drie zorgplichten. Dit is het eerste Plan gemeentelijke watertaken waarin de drie zorgplichten zijn opgenomen. Het plan volgt op het Afvalwaterplan Amsterdam 2005-2009. De Nota Grondwater 2007-2011 is in dit plan geïntegreerd. Het grondwaterbeleid tot en met 2011 is geëvalueerd, geactualiseerd en uitgebreid tot de periode van 2010-2015.