direct naar inhoud van 8.3 Resultaten onderzoek
Plan: Oosterdok oost (NEMO-pier)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A1002BPGST-OH01

8.3 Resultaten onderzoek

8.3.1 Industrielawaai

Het plan voorziet niet in de realisering van een geluidsgevoelige bestemming in de zin van de Wgh en valt buiten enige geluidszone van een industrieterrein.

8.3.2 Spoorweglawaai

Het plan voorziet niet in de realisering van een geluidsvoelige bestemming in de zin van de Wgh en valt buiten enige geluidszone van spoorwegen.

8.3.3 Wegverkeerslawaai

Het plan voorziet niet in de realisering van een geluidsvoelige bestemming in de zin van de Wgh en valt buiten enige geluidszone van wegen.

8.3.4 Woonschepen

In dit bestemmingsplan wordt een drietal ligplaatsen voor woonboten en een tweetal ligplaatsen voor werkschepen/bedrijfsvaartuigen aan de zuidkant van de westzijde van de NEMO-pier opgenomen waarbij wonen op de woonboten (en dus niet de werkschepen/bedrijfsvaartuigen) wordt toegestaan. Tevens is het toegestaan dat op de museale schepen aan de oostzijde van de NEMO-pier in de Museumhaven gewoond mag worden. Overigens is dit toegestaan onder de voorwaarde dat het wonen op de museale schepen ten dienste staat aan het behoud, beheer, restauratie én toezicht op het desbetreffende museale schip.

Voornoemde ligplaatsen voor schepen waarop wonen is toegestaan zijn mogelijk in de bestemming 'Water - 2 (oostzijde NEMO-pier/Museumhaven)' en 'Water - 3 (westzijde NEMO-pier)' aan de zuidkant en dan enkel en alleen ter plaatse van de specifieke aanduidingen. Formeel zijn woonschepen geen geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder. Echter gezien de functie die deze woonschepen vervullen, namelijk zij worden in overwegende mate bewoond en ter plaatse van de museumhaven Amsterdam is het wonen gekoppeld aan het behoud, beheer, restauratie en toezicht op de museale schepen, als ook aanstaande wetswijzigingen zoals het Invoeringsbesluit GPP & het Besluit geluidhinder dat de definitie wijzigt naar geluidgevoelige terreinen als onderdeel van geluidsgevoelige objecten in de zin van de wet - is toch nader gekeken naar het aspect geluid. Zodoende kan worden bepaald of ter plaatse van voornoemde locaties sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Voordat het aspect nader beschouwd wordt is een aantal opmerkingen op zijn plaats.

  • 1. Allereerst zijn, zoals eerder opgemerkt, woonschepen geen geluidsgevoelige bestemming in de zin van de Wgh. Om echter wel een zeker afwegingskader toe te passen zal in de nadere beschouwing de regelgeving - voor zover mogelijk en toepasbaar - die voor woningen van toepassing is naar analogie voor woonschepen worden toegepast.
  • 2. De Woningwet en de Wabo zijn niet van toepassing op woonschepen. Hierdoor gelden de eisen met betrekking tot omgevingsvergunningen en de eisen uit het Bouwbesluit niet voor woonschepen. Dit heeft tot gevolg dat de eisen die gesteld worden ten aanzien van geluidswering van woningen niet gelden voor woonschepen. Dit betekent doorgaans dat woonschepen minder geïsoleerd zullen zijn dan woningen, waardoor de binnenwaarden ten aanzien van geluid hoger zullen zijn dan bij woningen. Om deze reden worden in de nadere beschouwing dan ook niet de binnenwaarden nader beschouwd maar de grenswaarden zoals de Wet geluidhinder deze hanteert.
  • 3. In de nadere beschouwing is gebruik gemaakt van de Atlas Amsterdam. De Atlas Amsterdam bestaat uit gegevens op basis waarvan indicatief geluidswaarden zijn af te leiden op een hoogte van 4 meter boven maaiveld. De geluidswaarden die in de nadere beschouwing worden gebruikt zijn dus indicatief (en dus niet werkelijk) en geven inzicht in de geluidsbelasting ter plaatse. Op de waarden zoals voortkomend uit de Atlas Amsterdam mag ingevolge de Wgh (zoals deze geldt ten aanzien van woningen), gelet op het stiller worden van auto’s en de afname van verkeer, een aftrek worden toegepast van 5 dB.

  • a. Wegverkeerslawaai
    Voor wat betreft de onderhavige ligplaatsen kan uit Atlas worden afgeleid dat zij in een zone liggen waarbij indicatief mag worden uitgegaan van 65-70 dB (contour 4 meter boven maaiveld) als gevolg van de nabijheid van de Prins Hendrikkade en de IJtunnel. Dit maakt dat de (indicatieve) 'daadwerkelijke' waarden ter plaatse door voornoemde aftrek op (indicatief) 60-65 dB komen te liggen. De hoogste toelaatbare geluidsbelasting ten aanzien van de geluidsbelasting voor woningen bedraagt 48 dB waarbij voor woningen die binnen de bebouwde kom worden gerealiseerd ontheffing tot 63 dB kan worden verleend. De bewuste ligplaatsen worden beschouwd als gelegen binnen de bebouwde kom, aangezien hier een directe relatie ligt met de (woon)bebouwing op de wal/bij de stad. Het is duidelijk dat de geluidsbelasting van de onderhavige ligplaatsen de hoogste toelaatbare geluidsbelasting van 48 dB voor woningen overschrijdt. De uiterste waarde van 63 dB (waarvoor volgens de Wgh in binnenstedelijk gebied ontheffing kan worden aangevraagd) wordt wel of net niet indicatief overschreden.

    Met betrekking tot deze indicatieve uitkomst zijn wel een paar kanttekeningen te plaatsen die mogelijk van invloed zijn op de voornoemde indicatieve waarden, in de zin van afname, namelijk:
    - in de toekomst (naar verwachting rond 2024) zal het aantal verkeersbewegingen ter plaatse afnemen, met name van het busverkeer als gevolg van operationeel zijnde Noord/Zuidlijn waarbij mag worden aangenomen dat dit een positief effect heeft, namelijk afname van de geluidsbelasting ter plaatse;
    - de indicatieve waarden zijn gebaseerd op zogenaamde geluidscontouren 4 meter boven maaiveld. De onderhavige ligplaatsen bevinden zich ruim beneden de gehanteerde hoogte waarop de indicatieve geluidscontouren zijn gebaseerd. Zij bevinden zich namelijk aan de lage kade terwijl de Prins Hendrikkade is gelegen op de hoge kade. Derhalve mag ook hier worden aangenomen dat deze situatie een positief effect, namelijk afname van de geluidsbelasting, kan hebben ter plaatse;
    - de Prins Hendrikkade op de hoge kade is afgeschermd van de lage kade door een muur van ongeveer 1 meter hoog. De opgang naar de IJtunnel is omgeven door een groene (natuurlijke) wal overgaand in de zijwand van NEMO. Naar mag worden aangenomen hebben beide aspecten een positief effect, namelijk afname van de geluidsbelasting, ter plaatse.

    Zoals eerder opgemerkt zijn woonschepen geen geluidsgevoelige bestemming. Echter door de regelgeving zoals deze voor woningen geldt naar analogie voor woonschepen toe te passen, blijkt dat in het licht van de voorgaande kanttekeningen, in casu de uiterste waarde (als gevolg van wegverkeerslawaai) niet wordt overschreden.
     
  • b. Spoorweglawaai
    In het Besluit Geluidhinder Spoorwegen zijn de wettelijke zonebreedtes vermeld per spoortraject. Ter hoogte van het plangebied bedraagt de zonebreedte van het spoortraject 500 meter, gemeten vanuit de buitenste spoorstaaf. De meeste ligplaatsen liggen binnen deze zonebreedte. Echter voor wat betreft de geluidsbelasting ten gevolge van de spoorweg kan uit de Atlas worden afgeleid dat alleen de twee meest westelijke ligplaatsen voor woonboten (genaamd 'Vios' en 'Deborah') gelegen aan de westzijde van de NEMO-pier in een contour liggen waarbij indicatief mag worden uitgegaan van 55-60 dB (contour 4 meter boven maaiveld). Bij de andere ligplaatsen kan indicatief uit de Atlas worden afgeleid dat de waarde lager is dan 55 dB.
    Het is duidelijk dat de geluidsbelasting van de twee meest westelijke ligplaatsen voor woonboten gelegen aan de westzijde van de NEMO-pier de hoogste toelaatbare geluidsbelasting van 55 dB voor woningen kan overschrijden en dat ten aanzien van de overige bewuste ligplaatsen de hoogste toelaatbare geluidsbelasting niet wordt overschreden. De uiterste waarde van 68 dB (waarvoor volgens de Wgh ontheffing kan worden aangevraagd) wordt niet indicatief overschreden.

    Zoals eerder opgemerkt zijn woonschepen geen geluidsgevoelige bestemming. Echter door de regelgeving zoals deze voor woningen geldt naar analogie voor woonschepen toe te passen, blijkt dat de uiterste waarde (als gevolg van spoorweglawaai) niet wordt overschreden.

Woon- en leefklimaat
Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de bewuste ligplaatsen mogelijk, maar wel waarschijnlijk geluidshinder ten gevolge van het wegverkeerslawaai kunnen ondervinden die boven de uiterste voorkeursgrenswaarde voor woningen uitkomt en daarmee kan de kwaliteit van de leef- en woonomgeving worden beïnvloed.
Om een uitspraak te kunnen doen omtrent een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse is een aantal feiten en omstandigheden van belang. Oosterdok - waartoe het plangebied toe behoort - is van oudsher verbonden met water en schepen. Schepen zijn als het ware historisch vergroeid/verbonden aan deze locatie. Dit wordt onderstreept door de architectonische ontwerpen van zowel NEMO als ARCAM en de vestiging van het Scheepvaartmuseum in 's Lands Magazijn. Een Oosterdok zonder schepen is dan ook niet voor te stellen, immers deze zijn onderdeel van de identiteit van niet alleen het Oosterdok maar ook voor Amsterdam als zodanig. Dit in ogenschouw nemende als ook het feit dat er sprake is van een reeds lange bestaande feitelijke situatie als ook dat de ligplaatsen op een toplocatie in Amsterdam zijn gelegen, wordt het woon- en leefklimaat voor de bewuste ligplaatsen ter plaatse niet onaanvaardbaar geacht.